Loading AI tools
folkloristische traditie uit Europa, gedragen op schouders tijdens processies en ommegangen Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een folkloristische reus, processiereus, stadsreus of kortweg reus is een meer dan levensgrote pop, een reus, die van binnen hol is, waardoor er ruimte is voor een drager of dragers. De reus kan een historisch, legendarisch of fantasiepersonage voorstellen, soms ook een dier of fabelwezen. Een gehuwde mannelijke reus is bekend als een reuzegom, van het Franse homme. Een vrouwelijke reus is een reuzin.
Volgens sommigen moet een reus aan een aantal voorwaarden voordoen, zoals een traditionele vorm, een bepaalde grootte en bepaalde gebruikscriteria. Steltlopers, grote poppen opgehangen aan touwen, en andere niet op plaatselijke folklore of oude tradities steunende reuzenpoppen worden niet tot de folkloristische reuzen gerekend.
Folkloristische reuzen nemen volgens een oude Europese traditie deel aan optochten, processies en andere, meestal feestelijke evenementen. Anno 2023 bestaan er enkele duizenden folkloristische reuzen in Europa, waarvan het merendeel in Spanje en België te vinden is. Aangezien ze slechts bij speciale gelegenheden naar buiten treden, lokt hun aanwezigheid meestal grote aantallen kijklustigen.
Reuzen bestaan al in Europa sinds eeuwen, en de huidige reuzenpopulatie blijft groeien. De oorspronkelijke reuzen verbeelden religieuze figuren en stapten mee in processies, waar ze een dramatische functie hadden. Een bekend figuur is Goliat, de reus die werd geveld door David. Ook de heilige Christoffel zag men weleens opduiken. Door de eeuwen heen veranderde dit gebruik; de katholieke kerk verloor haar greep op deze processies en de reuzen werden meer gebruikt als profaan symbool, sommige reuzen werden verbonden aan een gilde en/of beeldden een lokale legende uit.
Al in de 13e eeuw zou de Spaanse stad Pamplona drie stadsreuzen hebben gehad: Pero Suciales, Mari Suciales en Jucef Lacurari.[1] Ook de Portugese stad Alenquer zou rond die tijd al stadsreuzen hebben gehad. In 1398 verscheen de eerste stadsreus in Antwerpen, in 1424 te Barcelona, in 1447 te Bergen op Zoom, in 1461 te Leicester en in 1462 te Aat (Le Cheval Bayard in de Ducasse van Aat).
De Franse Revolutie maakte een einde aan de feodaliteit en de macht van de kerk: er werden veel processies geschrapt en de reuzen vernietigd. Ook ambachten, gilden en broederschappen die voorheen een belangrijke rol speelden bij de zorg voor reuzen en ommegangen werden opgedoekt. Ten tijde van de Belgische staat keerden ze weer, maar ditmaal met een andere rol en betekenis. Vanaf dan beelden reuzen meer een verhalen en figuren uit de buurt of streek uit. De reuzen worden voornamelijk lokale symbolen die vaak een buurt of een vereniging vertegenwoordigen (bv. reus Djon van de Snorrenclub Antwerpen.
Het openbare leven van de reuzen speelt zich hoofdzakelijk af tijdens de cavalcaden.[2] In Vlaanderen en Brabant waren dit de hoogtepunten van het jaar: de reuzen verschenen alleen op dit ogenblik in het openbaar. De bekendste historische cavalcaden met reuzen zijn:[2]
De meeste reuzentradities bepalen dat stadsreuzen nooit hun geboortestad mogen verlaten. Dit is onder meer het geval voor de reuzen van Aat, Geraardsbergen, Sint-Niklaas, Lier en Mechelen. Ook het Ros Beiaard van Dendermonde verlaat zijn stad niet. Dit fenomeen werd door de heemkundige Frans de Potter in 1870 als volgt beschreven:[3] "...buiten zijn geboorteplaats gevoelt den Reus zich vreemd, hij wandelt buiten zijn erf rond als een onbegrepen genie!" Een historische uitzondering werd gemaakt naar aanleiding van de Wereld expo, toen werd een reuzenbijeenkomst gehouden, waarop tal van oude reuzen aanwezig waren.[4]
De Gildereuzen van Dendermonde verlaten hun geboortestad op verzoek. Bij speciale gelegenheden bezoeken zij ook andere steden, soms tegen betaling.[5] Dit is een voorbeeld van financieel reuzen te laten opdraven als attractie. Hierdoor krijgen sommige reuzen veel kritiek, omdat zij aan hun geboortestad gebonden zijn en nooit hun "territorium" mogen verlaten. Een uitzondering wordt toegestaan als de reuzen uitgenodigd worden voor een reuzenhuwelijk of doopsel, en als daarbij als getuigen optreden. Vrijwilligers kunnen hier een flinke stuiver aan verdienen, omdat reuzen erkenning herwinnen. Naargelang de bekendheid van de reus dient men een vergoeding te vragen, ook de traditionele waarde is belangrijk.
Tegenwoordig laten ook heel wat wijken of groepen een reus bouwen, die ze in eigen beheer onderhouden. In de streek rond Aat worden ook miniatuurversies van de oude reuzen gebouwd door, en voor kinderen (mini-géants), dit pedagogisch project stimuleert de plaatselijke jeugd met dit erfgoed in dialoog te gaan.[6]
In Europa zijn er verschillende regio's waar deze folklore als immaterieel erfgoed levend zijn. De bekendste regio's bevinden zich in Frans-Vlaanderen, Vlaanderen, Wallonië, Catalonië, de Balearen, Madrid en een paar regio's in Engeland en de Alpen. Elke regio heeft zijn eigen karakteristieke eigenschappen en tradities. Elke regio heeft een overkoepelende structuur die de lokale folkloristen advies geeft en promoot. Bekende organisaties zijn "Reuzen in Vlaanderen", la Ronde des Géants (1977)[7] en de "agrupacion de Colles geganters de Catalunia".[8]
Vlaanderen kent meer dan 1700 stadsreuzen.[9] Meerdere steden hebben hun reuzen die de stad vertegenwoordigen. In november 2005 heeft UNESCO de reuzenoptochten van Brussel, Mechelen, Dendermonde, Aat en Bergen (zie ook Ducasse van Bergen) erkend als immaterieel cultureel erfgoed.
Een reus is niet zomaar een pop: hij of zij representeert een erfgoedgemeenschap.
Een reus wordt dan ook vaak als echte inwoner van de stad of gemeente beschouwd. Reuzen worden niet gemaakt maar geboren, ze krijgen een doopakte of een plaats in het bevolkingsregister. Vervolgens worden ze feestelijk gedoopt en krijgen een peter en een meter. Reuzen kunnen ook onderscheidingen krijgen, zo draagt Ferdinand (zie foto) verscheidene eremedailles en draagt Sinterklaas een gulden medaille aan zijn koorkap. Andere reuzen krijgen dan een grootlint met de kleuren van het wapenschild van de stad. Soms sterft of verdwijnt een reus: door verval, door een tekort aan reuzenvrijwilligers of publieksbelangstelling. Sommige steden (zoals Mechelen en Antwerpen) zijn al eeuwenlang in het bezit van stadsreuzen en hun lot is vaak aan elkaar verbonden, vaak krijgen ze ook de functie als vertegenwoordiger van de stad mee, een soort mascotte.
Na hun doopsel kunnen reuzen zich verloven met elkaar, deze verloving wordt officieel bekend gemaakt tijdens een verlovingsfeest.[10] Conform de gebruiken gaat een reuzenpaar een katholiek huwelijk aan, in de plaatselijke parochie.[11] Daarbij zijn getuigen aanwezig en ook genodigden, die in de feestelijkheden deelnemen. Bij het huwelijk van reuzegom graaf Boudewijn en Alix in 2022 waren er verschillende hoge gasten aanwezig uit binnen en buitenland waaronder Reus Mercator, Prins Jan de Ligne en zelfs een reuzenechtpaar uit Catalonië. Het uitnodigende reuzengilde regelt de praktische organisatie van de feestelijkheden. Nadat in 1960 Reuzin Minneken Poes zich verloofde met Cieper tijdens de Berestoet, verhuisde de kattenreuzin van Zwevegem naar Ieper; de doopstad van haar man.[12] De reuzenkatten wonen er beide nog steeds. Na een aantal jaren huwelijk kunnen de reuzegom en zijn gade een reuzenkind verwekken, dat ook gedoopt wordt. Soms verliezen reuzenechtparen hun kroost tijdens een oorlog. Zo zou het reuzenkind uit Wetteren in 1810 gestorven zijn tijdens de doortocht van Napoleon.[13]
Een van de oudste manieren om de reuzen tot leven te brengen is hen omringen met muziek. Een van de meest bekende deuntjes is het Reuzenlied "Al wie daar komt,...". Deze melodie werd altijd gespeeld op tamboerijn en fifer, waarop de reus tot leven kwam.[14] De meeste oude reuzenparen zullen nog steeds enkel bewegen en dansen als er muziek wordt gespeeld.
Een bijzondere manier van verplaatsen vinden we in Borgerhout: de plaatselijke reuzenfamilie bevindt zich op een Triomf- of Reuzenwagen, voortgetrokken door trekpaarden. Eigenlijk worden zij gerekend tot de dwergreuzen. Tijdens de optocht voeren de dragers geregeld een menuet uit. Deze traditie gaat terug op de oude Reuzentreinen in Antwerpen waarbij op een reuzenwagen dwergreuzen dansten in de klederdracht van de landen waarmee deze Scheldestad handel dreef.
Echte folkloristen zweren het gebruik van wieltjes af: ze promoten de kunst van het reuzendragen tijdens een reuzentreffen, speciaal voor gedragen reuzen. Voor vele gilden is het dragen van een reus een erezaak.[15]
Het dragen van de reus is zwaar en vergt veel ervaring; dit is doorgaans een mannenzaak.[16] Elke reus heeft zijn eigen vertrouwde dragers, die conform de traditie allen een witte broek als uniform dragen. De meeste reuzengilden zijn gestructureerd onder leiding van een gildemeester. In sommige streken gaat deze erezaak over van vader op zoon, en lopen de jongste dragers mee met de ervaren leden. Bij de oudste reuzenfamilies neemt de eigenaar van de reuzen, vaak de stad, alle kosten voor zijn rekening. De gilde mag dan namens de stad de reuzen laten leven. Doch hebben vele gilden het niet eenvoudig om hun reuzen tijdens het seizoen te laten dansen, vaak is er een groot tekort aan dragers.[17]
Het Dendermondse Ros Beiaard wordt gedragen door twaalf pijnders, die worden afgewisseld in drie ploegen, vroeger twee ploegen van twaalf. De Dendermondse reuzen dansen werkelijk door de stad in een drie uur durende ommegang op Katuit, op donderdag van de jaarlijkse kermis. Later dan, na het vuurwerk, dansen de reuzen finaal voor ze in hun standplaats worden gezet, voor weer een jaar. Tot 1962 waren er zes dragers voor de drie reuzen. Nadien kwamen er drie bij. Nu zijn er zelfs tien dragers. De huidige, gemoderniseerde ommegang met speciale effecten is heel wat levendiger, met onderdelen uit de Ros Beiaard ommegang en tienduizenden toeschouwers.
Naargelang de figuur is de constructie verschillend per reus. Een reuzenkind zal anders worden gemaakt dan een reuzegom (Man) of reuzin. Zo ook voor een kameel, die bulten heeft, een leeuw, een paard (bijvoorbeeld Ros beiaard) of een draak. Reuzen worden gebouwd, door een reuzenbouwer (Frans: Facteur des Géants).[18] De voorkeur van folkloristen gaat vaak uit naar hout en rotan om de basis te maken: hierdoor kan een vlechter creatief een lichaam maken op een goedkope en werkbare manier. Dit materiaal is licht zodat de drager het beter kan dragen of de begeleider de reus vlotter kan voortbewegen. Heel wat mandenvlechters konden op verzoek een reus maken, en deze kennis werd lokaal doorgegeven. Een reuzenlichaam bestaat uit een mand, een romp, de armen en een hoofd. De handen en het hoofd worden meestal gesneden uit hout, maar kunnen ook uit andere materialen worden vervaardigd. Vaak wordt dit onderdeel toevertrouwd aan een beeldhouwer of een kunstenaar. Bekende kunstenaars die reuzenhoofden maakten zijn Pieter Coecke van Aelst (reuzen van Antwerpen), Gillis Vlederman (reuzen van Wetteren), Frans Van Immerseel (Reuzen van Ieper) en EH August Nobels (reuzen van Sint-Niklaas).
De mand heeft twee belangrijke functies: het verbergen van de drager in de reus en zorgen voor de stabiliteit tijdens stilstand. De mand van een volwassen reus moet voldoende hoog worden gevlochten, rond de 2 meter, zodat een volwassen man erin past. De mand van een reuzenkind is kleiner. Onderaan de mand zijn verstevigingen aangebracht, zodat het vlechtwerk goed op zijn plaats blijft zitten. Ten slotte wordt aan de voorkant van de mand een kijkgat voorzien, zodat de drager zich kan oriënteren en communiceren met de begeleiders. De doorsnede van de mand varieert, meestal wordt een mand conisch gevlochten, ten behoeve van de stevigheid.
Net zoals bij alle mensen, zijn ook alle reuzen uniek: hun lengte en gewicht zijn verschillend.[19] Het gewicht van een reus wordt hoofdzakelijk bepaald door de volgende factoren:
Bij sommige reuzen komt daar nog een variabel gewicht bij, zo moeten de dragers van het Ros Beiaard rekening houden met het gewicht van de Vier Heemskinderen.
Het te veel verplaatsen van oude reuzen brengt risico's met zich mee. De oudere reuzen zijn vaak zeer kwetsbaar omdat ze uit hout en riet zijn gemaakt. Het herstellen van oude reuzen vergt veel vooronderzoek.[20] De oude ambachtelijke technieken zijn op de meeste plaatsen gewoon uitgestorven. Ook de oorspronkelijke kledij wordt regelmatig vervangen door exemplaren uit goedkopere stof. Hoe ouder de reus, hoe interessanter zijn kledij. Vele reuzen zijn gekleed in traditionele kledij. Hiervoor werden vaak dure stoffen gebruikt, die echter versleten zijn. Het herstellen van oude reuzen wordt vaak uitgevoerd door plaatselijke amateurs. Deze vervangen de oude fragiel structuur vaak door metaal, aluminium of kunststof. De reus wordt hierdoor feitelijk herbouwd, en verliest zijn authenticiteit. Deze praktijk wordt zo veel mogelijk ontmoedigd. Soms is de schade aan het reuzengeraamte zo groot, dat men beslist een kopie te laten bouwen. De originele reuzen gaan dan op rust, en hun kopieën worden dan traditioneel gebruikt.[21] Dit gebeurde met de reuzen van Cassel, waar reuze-papa en reuze-maman vervangen werden door een hedendaagse kopie. Deze oplossing wordt als verantwoord beschouwd, en is ook goedgekeurd door de UNESCO, die de reuzen opnam in zijn lijst. Uiteraard is het sensibiliseren en beschermen van oude reuzen de beste oplossing. Plaatselijke gemeenten hebben de verantwoordelijkheid als eigenaar om hun stedelijk patrimonium te beschermen en goed te onderhouden.[22] Het is de bedoeling dat de reuzen van een stad nog voor de komende eeuwen te zien zijn op feestelijkheden.
Sinds de 20e eeuw zijn er heel wat heemkundigen en volkskundigen die zich toewijden aan de wetenschappelijke studie van de Europese reuzenpopulatie. Vooral René Meurant en Renaat Vander Linden hebben baanbrekend werk verricht. Inventarisatie gebeurde sinds de jaren 1950: het KIK legde toen een reeks historische opnamen onder leiding van Jacques Hersleven vast van de reuzenfamilies uit Geraardsbergen, Mechelen, Lier, Duffel en Dendermonde. Thans worden er ook culturele delegaties politiek ondersteund.[23] Andere belangrijke spelers:
Ducasse van Aat; stoet met praalwagens internationaal bekende reuzen die jaarlijks huwen en een gevecht aangaan met David, ze gaan de laatste zondag van augustus uit. Het museum Het Reuzenhuis belicht de reuzentraditie in Aat en in Europa.
In Antwerpen gaat de reuzentraditie terug tot de veertiende eeuw. In 1534-1535 wordt niemand minder dan de hofschilder Pieter Coecke Van Aelst gevraagd om een grote stadsreus te ontwerpen. Deze stelt de reus Druon Antigoon voor, verwijzend naar de stadssage waaraan Antwerpen haar naam te danken heeft. In 1765 krijgt hij het gezelschap van een reuzin die aanvankelijk de Stadsmaagd voorstelt, maar al snel de naam Pallas Athena krijgt. Het nabijgelegen Borgerhout kiest in 1712 er eveneens voor om hun ommegang op te fleuren met reuzenfiguren. Maar de achttiende eeuw is geen goede tijd voor reuzen. Het is wachten tot de 20ste eeuw voor een nieuwe bloeitijd met grootse stoeten georganiseerd door de Academie en de rederijkerskamers (o.m. naar aanleiding van de Wereldtentoonstelling). Het Jaar van het Dorp betekent een nieuwe impuls voor de reuzenbouw. Ook het begin van de 21ste eeuw zet heel wat verenigingen in gang. In 2012 is er een ware babyboom aan reuzen, allemaal creatief gebouwd door lokale verenigingen. De stad telt dan een 90-tal reuzen die de diversiteit van de stad weerspiegelen. Vaste stoeten om deze reuzen te bewonderen zijn de Seminiviering in Antwerpen (maart), de Reuzenstoet van Deurne (september), de Reuskensstoet van Borgerhout (september), de Sinterklaasstoet in Berchem (november) en de vijfjaarlijkse Geitestoet in Wilrijk.
In Dendermonde is er elke laatste donderdag van augustus de traditionele Reuzenommegang Katuit. Dit is een folkloristisch spektakel waarbij duizend figuranten de drie gildenreuzen Mars, Goliath en Indiaan omringen. In deze ommegang worden de reuzen voorafgegaan door een stoet die de geschiedenis van Dendermonde uitbeeldt en de oorsprong van de plaatselijke spotnamen verklaart aan de hand van praalwagens. Op het einde is er een vuurwerk waarna de reuzen terug worden geplaatst onder groot gejoel van het publiek. Deze eeuwenoude reuzen staan wijd en zijd bekend door hun uitstekende danskunsten en zijn dan ook zeer geliefd in Dendermonde.
In Grembergen is er elke weekend na de eerste zondag van september lokale kermis. Die vrijdag wordt er een reuzenommegang georganiseerd en dat sinds 1985, de eerste editie was bedoeld als grap. Het eerste reuzenpaar was Ward en Charlotte, gebouwd door JZC (Jeugd Zonder Club), later Treuzencomité. De andere reuzen stellen stuk voor stuk bekende Grembergenaren voor die het symbool zijn van de vereniging waar ze mee in de stoet lopen.
De Lierse reuzenfamilie dateert uit de 15e eeuw: Goliath is de reuzenvader, hij beeldt de Filistijnse reus Goliath uit, die door de herdersjongen David vermoord wordt (bijbels verhaal). Goliath is 400 cm hoog en weegt 85 kg. De vrouw van Goliath is de Reuzin. De kamenierster is de huishoudhulp van de familie. De 3 kinderen van Goliath en de Reuzin zijn Kinnebaba (de bekendste, het is een moederskindje met een besnotterd gezicht en een rammelaar in zijn hand), Jannekebroer en Miekezuster. De grootouders van Kinnebaba, Jannekebroer en Miekezuster zijn Groteva en Grotemoe. Verder zijn er nog de 2 Moorkens. Enkele bekende wijkreuzen zijn Cor de Kluts, Wardje, Grimmara, Pallieter en Juffrouw Agnes.
De Lierse reuzen verzamelen in een reuzentrein die bestaat uit de Lierse stadsreuzen en de wijkreuzen. Met 21 reuzen is de Lierse reuzentrein de grootste en compleetste van Europa. Naast de reuzen omvat de reuzentrein nog 3 fabeldieren (de kemel, de olifant, Ros Beiaard) en 3 praalwagens: leeuw met maagdenberg, de hellewagen en het schip van 's lands welvaren. Daarnaast vindt men ook nog huppelpaardjes en kleine attributen. Felix Timmermans noemde ze ooit "de kartonnen lijfwachten der grote feesten". Lang kwamen de reuzen jaarlijks buiten maar vanaf de 20e eeuw zijn hun optredens exclusiever geworden. Enkel bij grote feesten laten de reuzen zich nog zien, zoals het Sint-Gummarusfeesten (om de 25 jaar) en het eenmalige Lier 800 (800 jaar stadsrechten). Deze 'regel' werd in 2015 aangepast naar jaarlijks, 5-jaarlijks en 25-jaarlijks. Jaarlijks geeft dit 'de Groote Zondag', een wandeling met de historische reuzen door het centrum van Lier waar steeds andere gaststeden worden uitgenodigd. 5-jaarlijks is er een ommegang. 25-jaarlijks zijn het de Gummarusfeesten, in het geval van de reuzen is het dan 2 zondagen op rij een ommegang met heel veel toeters en bellen. Lees, randanimaties en optreden door heel de stad, die voor die dagen ondergedompeld wordt naar een middeleeuws Lier.
In 2020 werd er een nieuwe stadsreus in Lier gebouwd, die St-Gummarus voorstelt, hij neemt elk jaar deel aan de processie.[24]
In Ronse gaat de reuzencultuur terug tot 1952 wanneer de eerste stadsreuzen - Staf de Wever en Manse de Spinster - voor het eerst werden meegedragen tijdens de jaarlijkse Bommelsfeesten te Ronse.
Het was bekend volksfiguur – componist – beiaardier – muziekleraar Ephrem Delmotte die het initiatief nam om deze reuzen te laten aanschaffen door de stad.
Op woensdag 7 december 1955 werden de Reuzen plechtig gehuwd tijdens een feestelijk huwelijksplechtigheid op de 'Grote Markt' te Ronse. Een jaar later kreeg het getrouwde reuzenpaar een reuzenkind – Angeleki de Naaister -.
Het “Huldecomité Prof. Ephrem Delmotte” besliste in 1992 om een reus te maken ter blijvende aandenken aan dhr. Delmotte. Op 4 juli 1992 werd de 'reus Ephrem' geboren en gedoopt te Ronse in de aanwezigheid van de toen 87-jarige Ephrem Delmotte.
In 2000 kwam Xavier Roos op het idee om een nieuwe reus te maken dat Ronse en de Bommelsfeesten zou promoten. Als ontwerp voor deze nieuwe reus werd het bommelsstandbeeld 'Den Bonmo' dat zich bevindt voor het station van Ronse genomen. Op 23 april 2005 werd de 5de reus van Ronse – M.A.X. de Zot van Ronse – geboren en gedoopt te Ronse.
Verder blijven de Reuzendragers van Ronse, met behulp van het stadsbestuur steeds verder werken aan het behouden en versterken van de reuzencultuur in de stad. Zo werden de vier eerste reuzen (Staf de Wever, Manse de Spinster, Angeleki de Naaister en Ephrem de Beiaardier) volledig vernieuwd en mochten de reuzendragers en de reuzen van Ronse de titel van 'Vlaams Immaterieel cultureel erfgoed' ontvangen. Hiernaast nemen de reuzen nog steeds deel aan diverse activiteiten zowel in als uit Ronse. Tot slot werd de stad Ronse erkend tot 'Reusvriendelijke stad' door de federatie 'Reuzen in Vlaanderen vzw'.[25]
Ook in Rupelmonde woont er sinds de 20ste eeuw een kleine reuzenfamilie, te bewonderen tijdens de jaarlijkse reuzenommegang, de eerste zondag van augustus. In de oude schipperswijk, genaamd 'Het Schelleke' wordt elk jaar een folklore weekend georganiseerd, waarbij tijdens de Schellekesfeesten verschillende oude ambachten gepresenteerd worden. In 2022 bracht minister Carles Puigdemont een werkbezoek naar aanleiding van een culturele uitwisseling met een catalaans reuzenpaar uit Santa Coloma de Gramenet.[26]
In 1949 werd de eerste reus van de wijk geboren: de reuzin 'Philomena', naar aanleiding van de 100ste verjaardag van Philomena Van Hoyweghen. Haar echtgenoot Celestinus De Souter, een lokale schippersfiguur, werd als reus 'Celest' in het leven geroepen. Enkele jaren later zou het reuzenkoppel ook nog een zoon, 'Mercatorke '(1957), en een dochter, 'Grobelia' (1961), krijgen. In 1994 werd de reus Mercator geboren, naar aanleiding van de 400e verjaardag van het overlijden van de cartograaf Gerard Mercator.
Het oude Wetterse reuzenpaar is naamloos: iedereen noemt hen Reus en Reuzin. Hoe oud dit reuzenpaar is, is niet meer te achterhalen, maar ze behoren tot de weinige reuzen die stammen uit het Ancien regime. De oudste vermelding tot nu teruggevonden is een vermelding in de parochierekeningen van Wetteren van 1622, waar een betaling staat ingeschreven voor een herstelling van het hoofd en het lijf van de reus. Zij werden in die tijd meegedragen in de ommegang van mei en september. Nu paraderen de reuzen nog elke eerste zondag van september, met Wetteren kermis, door de straten van Wetteren.[27] Daarnaast zijn ze ook steeds te bewonderen in de kerk van Wetteren. In 2022 vierde Wetteren de 400e verjaardag van het reuzenpaar.[28]
Ieder jaar trekt er in enkele Frans-Vlaamse steden een reuzenstoet door de straten. De reuzen hier zijn afkomstig uit de oude Vlaamse traditie.
Nederland kende tijdens het folklorejaar 2005 zeventien stadsreuzen.[bron?] Nederland is niet bekend met deze folklore; de meeste reuzen zijn nog zeer jong. Gemeenten met eigen reuzen zijn onder meer Bergen op Zoom, Reuzengilde Gigantius uit Maastricht, Venlo, Losser, Roermond, Oisterwijk (drie reuzen) en Boxtel. De gemeente Tilburg heeft sinds 2006 ook drie stadsreuzen. Ook Rotterdam is voor iedere deelgemeente karakteristieke reuzen aan het ontwikkelen. Sinds 4 augustus 2010 staat ook stadsreus 'Jantje van Sluis' officieel geregistreerd in het bevolkingsregister van de gemeente Sluis.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.