1795: Vrede van Bazel; Pruisen staat alle gebieden ten westen van de Rijn af aan Frankrijk.
Groot-Brittannië opent in 1797 even buiten Peterborough 's werelds eerste krijgsgevangenkamp. Behalve Franse krijgsgevangenen worden er ook Hollandse zeelui en vissers opgesloten die door Britse kapers zijn opgebracht.
1797: Vrede van Campo Formio; de republiek Venetië wordt opgeheven en haar grondgebied verdeeld tussen Oostenrijk en Frankrijk. Er komt een einde aan de Eerste Coalitieoorlog. Alleen Groot-Brittannië blijft in staat van oorlog met Frankrijk.
1798: Ierse opstand; onder invloed van de Franse Revolutie wordt in 1791 in Ierland de Society of United Irishmen opgericht door protestanten en katholieken. Zij streven naar de vorming van een onafhankelijke republiek. Als reactie stichten Britsgezinde protestanten in 1795 de Oranjeorde. De Ierse opstand wordt gesteund door de Franse Republiek. Na een half jaar herstellen de Britten hun gezag.
1790: Keizer Jozef II sterft. Zijn broer en opvolger Leopold slaagt erin het Oostenrijks bewind nog gedurende enkele jaren in naam te herstellen, al moet hij daarvoor toegeven op alle eisen die door de Nederlandse afgevaardigden al veel vroeger waren geformuleerd.
1792: Keizer Leopold II sterft; hij wordt opgevolgd door zijn zoon keizer Frans II.
1793: Slag bij Neerwinden. De Oostenrijkers heroveren de Zuidelijke Nederlanden.
1794: Slag bij Fleurus. De Oostenrijkers worden definitief uit het land verdreven en wordt het grondgebied door de Fransen ingepalmd. Dit markeert het begin van de Franse tijd in België.
1795: Verenigde Departementen bestaat uit negen arrondissement van de voormalige Zuidelijke Nederlanden. Tot de oprichting van het Eerste Consulaat in 1799 betekent de bezetting voor de Zuidelijke Nederlanden een economische ramp: zo wordt de haven van Antwerpen lamgelegd en stijgt de belastingdruk aanzienlijk.
1797: De universiteit van Leuven wordt gesloten, kerken worden geplunderd, kloosterordes ontbonden en geestelijken vervolgd.
1798: Boerenkrijg. De draconische economische maatregelen, de dienstplicht, de drastische inperking van de taalvrijheid en de openlijke jacht op de Kerk, zetten vooral bij de Vlaamse boeren (de brigands) kwaad bloed en leiden tot een opstand tegen de Franse bezetter (de sansculotten), met als leuze Voor outer en heerd.
1791: Joods vestigingsgebied in het Russische Keizerrijk wordt ingesteld door tsarina Catharina de Grote. De instelling dient puur voor economische en nationalistische doeleinden, en Catharina probeert op deze manier de ontwikkeling van een Russische middenklasse te bevorderen. Na de Tweede Poolse Deling in 1793 wordt het vestigingsgebied van groot belang. Door de annexatie van de Poolse gebieden neemt het aantal Joden toe van een kleine groep naar een substantieel deel van de bevolking.
1793-1795: Poolse delingen. Er komt een einde aan de staten Polen en Litouwen, die worden opgedeeld tussen Rusland, Oostenrijk en Duitsland.
Koning Gustaaf III van Zweden wordt in maart 1792 tijdens een gemaskerd bal neergeschoten en sterft twee weken later. Als gevolg hiervan wordt het dragen van maskers tijdens feesten en optochten, zoals het eeuwenoude Carnaval van Venetië, verboden.
Noord-Amerika
Voor het eerst treden nieuwe staten toe tot de Unie: Vermont (1791), Kentucky (1792) en Tennessee (1796).
Steeds meer (noordelijke) staten schaffen de slavernij af. Tussen 1790 en 1800 verdubbelt het aantal vrijgelaten slaven tot boven de honderdduizend.
Onder John Adams wordt het revolutionaire Frankrijk niet beschouwd als erfgenaam van het Franse koninkrijk. Schulden worden niet meer afbetaald en het bondgenootschap van 1778 is een dode letter geworden. In de Quasi-oorlog worden veel handelsschepen getroffen. Uiteindelijk moeten de Fransen zich neerleggen bij de Amerikaanse neutraliteit.
In 1794 wordt tussen Parijs en Rijsel de eerste optische telegraaflijn ingericht, die een systeem gebruikt van mechanische signaalelementen met beweeglijke armen.
In 1792 ontdekt William Murdoch een methode om door middel van droge distillatie van steenkool brandbaar gas te maken dat aangestoken een constante lichtbron vormt. Hij gebruikt zijn gasverlichting eerst in zijn buitenhuis in Rudruth in Cornwall.
De eerste sodafabriek volgens het Leblancprocedé begint in 1791 in Saint-Denis met de productie. Deze bedraagt 250 à 300 kg soda per dag. Dit product heeft een hoge zuiverheidsgraad. Door de troebelen tijdens de Franse Revolutie wordt deze fabriek echter weldra gesloten en wordt Leblancs patent nietig verklaard. Niettemin worden er spoedig veel sodafabrieken opgericht en kan Frankrijk reeds in 1812 in zijn soda-behoefte voorzien.
Bij het beleg van Maubeuge (1793) en in de Slag bij Fleurus (1794) wordt voor het eerst een luchtballon ingezet voor militaire luchtverkenning.
In 1795 construeert de Pruisische natuurkundige Achard een vervoerbare veldtelegraaf en test deze tussen Spandau en Berlijn. Hij stelt voor om berichten met behulp van geometrische figuren door te geven. Hij vertaalt 2375 woorden en zegswijzen in bepaalde tekens en voert deze in het Duits-Franse telegraaflexicon in. Veel succes heeft hij niet, in Pruisen blijft de traditionele koerier in functie omdat deze ook 's nachts en bij slecht weer inzetbaar is.
Als industrieel spion maakt Lieven Bauwens een aantal reizen naar Groot-Brittannië en weet o.a de Mule Jenny en geschoold personeel naar het vasteland te smokkelen. Hiervoor wordt hij door de Britten ter dood veroordeeld. Met zijn gesmokkelde machines richt Bauwens twee katoenspinnerijen op, in 1799 in Passy bij Parijs en in 1800 een in Gent.
De Duitse romantische schrijver Novalis brengt in enkele jaren een groot oeuvre tot stand waarin sehnsucht een sterke drijfveer is.