Nom commun
Davantage d’informations Pluriel ...
Fermer
belang \Prononciation ?\ neutre
- Intérêt, utilité, avantage, gain, profit.
het algemeen belang
- l’intérêt général
in zijn eigen belang handelen
- agir en fonction de ses intérêts
iemands belangen behartigen
- défendre les intérêts de quelqu’un
in het belang van de zaak
- pour le(s) besoin(s) de la cause
in het meeste belang van
- au mieux des intérêts de
belang bij iets hebben
- avoir intérêt à quelque chose
belangen hebben in een onderneming
- avoir des intérêts dans une entreprise
belang stellen in iets, iemand
- s’intéresser à quelque chose, quelqu’un
geen belang meer stellen in
- se désintéresser de
- Importance, intérêt, conséquence.
van belang zijn
- avoir de l’importance
dat is niet van belang
- cela ne tire pas à conséquence, ça n’a pas d’importance
Synonymes
intérêt
importance
Synonymes
- aandelenbelang
- arbeidsbelang
- belangeloos
- belangenbehartiger
- belangenbehartiging
- belangenconflict
- belangengemeenschap
- belangengroep
- belangenorganisatie
- belangenpartij
- belangensfeer
- belangenvereniging
- belangenvermenging
- belangenverstrengeling
- belanghebbend
- belangrijk
- belangwekkend
- belangzucht
- deelbelang
- eigenbelang
- groepsbelang
- handelsbelang
- landsbelang
- levensbelang
- meerderheidsbelang
- onbelangrijk
- partijbelang
- privacybelang
- staatsbelang
- zakenbelang
Taux de reconnaissance
- En 2013, ce mot était reconnu par[1] :
- 100,0 % des Flamands,
- 100,0 % des Néerlandais.
Références
Marc Brysbaert, Emmanuel Keuleers, Paweł Mandera et Michael Stevens, Woordenkennis van Nederlanders en Vlamingen anno 2013: Resultaten van het Groot Nationaal Onderzoek Taal, Université de Gand, 15 décembre 2013, 1266 p. → [lire en ligne]