Remove ads
scheikunde Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Met nomenclatuur wordt in de scheikunde geduid op de naamgeving van organische en anorganische verbindingen, alsook van de chemische elementen. De nomenclatuur is onderworpen aan regels die worden opgesteld door de International Union of Pure and Applied Chemistry (IUPAC).
Van ieder chemisch element is een wetenschappelijke naam en een symbool (atoomteken) vastgesteld. Van vele elementen wordt de naam die ze in de landstaal hebben algemeen gebruikt. In de Nederlandse bewerking is een lijst opgenomen van officiële Nederlandse namen, terwijl in brutoformules altijd het internationaal vastgestelde symbool moet gebruikt worden.
Aan het symbool kunnen twee superieure en twee inferieure getallen worden toegevoegd: linksboven het massagetal (relatieve atoommassa), bijvoorbeeld 14C (men mag spreken van koolstof-14 of carbon-14; de notatie C14 is onjuist). Linksonder komt het atoomnummer, bijvoorbeeld 92U. Rechtsboven komt een eventuele ionlading, bijvoorbeeld Fe2+ (niet Fe+2 of Fe++). Rechtsonder komt het aantal atomen per molecule, bijvoorbeeld N2 voor distikstof.
Vanaf 1921 heeft de commissie voor de nomenclatuur van de International Union of Pure and Applied Chemistry (IUPAC) regels voor naamgeving van anorganische verbindingen opgesteld. Zij kwam in 1938 gereed met het formuleren van voorstellen. In 1947 werd tot wijziging van de regels besloten en in 1957 volgde de vaststelling van de definitieve regels. In 2015 volgde een herziening op de regels voor de naamgeving van anorganische stoffen.[1] Vanaf dat moment bevatten de voorkeursnamen van anorganische verbinden ook telwoorden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen telwoorden voor enkelvoudige en complexe ionen.
Het hoofddoel van de nomenclatuurregels is dat iedere naam slechts één stof aanduidt en dat hierover geen enkel misverstand kan ontstaan. Toelaatbaar is dat eenzelfde stof meer dan één naam heeft, mits hiertoe geldige aanleiding bestaat. Zo kent men systematische of rationele namen, die ondubbelzinnig de structuur van een verbinding weergeven, en triviale namen, die voor bepaalde ingewikkelde structuren zijn toegestaan. De naamgeving gaat uit van de chemische samenstelling en zo nodig (bijvoorbeeld bij isomeren) van de structuur van de stoffen.
De kern van de nomenclatuur is de indeling van de verbindingen in een positief en een negatief deel. Voorbeelden zijn opgenomen in onderstaande tabel:
Verbinding | Positief deel | Negatief deel | IUPAC-naam |
---|---|---|---|
NaCl | Na | Cl | natriumchloride |
CaSO4 | Ca | SO4 | calciumsulfaat |
SO2 | S | 2 O | zwaveldioxide |
H2O | 2 H | O | water |
LiH | Li | H | lithiumhydride |
Deze indeling in een positief en een negatief deel is slechts formeel en betekent dus niet dat de zo verdeelde verbinding inderdaad chemisch te scheiden is in zulke positieve en negatieve delen.
De benoeming van de delen verloopt aldus:
Verder blijft een groot aantal triviale namen geldig, als sulfiet, fosfaat, pyrosulfaat, hypobromiet en dergelijke meer. De stoichiometrische verhoudingen en het aantal atomen of groepen in een verbinding worden aangegeven met de Griekse numerieke voorvoegsels (mono, di, tri, tetra, penta, hexa, hepta, ...). Voor zover deze aanduiding die van de oxidatietrap dupliceert, kan een van beide weggelaten worden: CuCl2 kan bijvoorbeeld worden benoemd als koper(II)chloride of als koperdichloride. De voorvoegsels onderscheiden meestal verbindingen tussen metalloïden. Een illustratief voorbeeld vormen de stikstofoxiden:
De namen van het positieve en het negatieve deel worden bij eenvoudige verbindingen aan elkaar geschreven, bij meer ingewikkelde verbindingen door een koppelteken gescheiden. Steeds komt eerst het positieve, dan het negatieve deel.
Voor de complexe verbindingen of coördinatieverbindingen zijn enige aanvullende regels nodig. Weer wordt een positief en een negatief deel onderscheiden. In beide delen zijn één of meerdere centrale atomen aan te wijzen. Zo wordt Ni(NH3)6SO4 verdeeld in de groepen Ni(NH3)62+ met als centraal atoom Ni2+, en SO42− met S6+ als centraal atoom. In de formule staat steeds het centrale atoom voorop. In de naam staat het na de aan het centrale ion gebonden ionen, atomen of atoomgroepen, die samenvattend liganden genoemd worden. De oxidatietrap wordt aangeduid door Romeinse cijfers tussen haakjes volgens de Stock-notatie. De volgorde van de liganden is steeds:
Water (H2O) en ammoniak (NH3) worden als liganden aangeduid door een specifieke naam, respectievelijk aqua en ammine. Ingewikkelde groepen worden tussen vierkante haken geplaatst.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.