Dit is een lijst van Franse woorden en uitdrukkingen die in de Nederlandse taal worden gebruikt.
Vlaamse dialectwoorden ontleend aan het Frans zijn daar niet bijgerekend.
Woorden in vernederlandste vorm met een duidelijk Franse oorsprong zijn wél in de lijst opgenomen.
Woorden
- à
- (bijvoorbeeld 10 à 15 exemplaren) tot, aan
- abattoir
- slachthuis
- aboucheren, abouchement
- bespreken, bespreking
- abri
- schuilhokje, afdak
- accent
- tongval, klemtoon, nadruk
- abonnement
- intekening op een geregelde ontvangst van bijvoorbeeld een tijdschrift
- accent grave, aigu, circonflexe
- de diakritische tekens ` ´ ^
- acces
- (Fr.: accès) doorgang (bijvoorbeeld langs een militaire linie)
- accorderen
- (Fr.: accorder) mee akkoord gaan
- affaire
- (Fr.: affaire, oorspronkelijk à faire (te doen)), zaak, buitenechtelijke relatie
- allee
- (Fr.: allée) laan
- allez
- vooruit, kom op
- alimentatie
- (Fr.: alimentation) levensonderhoud (eigenlijk: voeding)
- allure
- uitstraling
- amateur
- liefhebber (in het Nederlands vooral: niet professioneel)
- ambassade
- gezantschap
- ambassadeur
- gezant
- ambiance
- gezelligheid, sfeer
- ambulance
- ziekenwagen
- amoureus
- verliefd
- ampère
- eenheid van stroomsterkte in het S.I.
- amuse, amuse-bouche, amuse-gueule
- klein hapje vooraf
- apanage
- jaargeld voor adellijke personen die geen recht op het erfgoed hebben
- appelleren
- (Fr. appeler) beroep of protest aantekenen
- après-ski
- nazit na het skiën
- arrangement
- regeling
- arresteren
- (Fr. arrêter) staande houden, vaststellen
- arrivé
- gearriveerd, alsof men alles voor elkaar heeft
- arrondissement
- bestuursgebied, kiesdistrict
- assemblage
- in elkaar zetten
- attaque
- hersenbloeding
- aubade
- ochtendlijk toezingen
- aubergine
- eierplant/eiervrucht
- autoritair
- eigenmachtig, bazig
- avance
- toenaderingspoging
Uitdrukkingen
- à bout portant
- op de man af, recht voor z'n raap
- à contrecœur
- met tegenzin
- à fonds perdu
- zonder teruggave
- à l'improviste
- zonder voorbereiding
- à la bonne heure
- op goed geluk, goed zo!
- à propos
- naar aanleiding van het vorige
- à tort et à travers
- te pas en te onpas, lukraak, in het wilde weg
- à volonté
- naar believen
- acquit, van acquit af
- vanaf de start, vanaf de beginstoot op het biljart
- acte de présence geven
- zich vertonen
- agent-provocateur
- geïnfiltreerd provocerend persoon
- amende honorable
- eerlijk aangeboden verontschuldiging
- après nous le déluge
- na ons de zondvloed (madame de Pompadour)
- au fond
- in wezen
- au pair
- hulp in het huishouden
- iets of iemand au sérieux nemen
- iets of iemand ernstig nemen
- avant la lettre
- al voor het woord bestond – anachronistisch, bijvoorbeeld: "Suffragettes waren feministen avant la lettre. — Suffragettes waren feministen al voordat het woord "feminist" bestond.
Woorden
- badineren
- (Fr. badiner) schertsen
- bagage
- reisgoed
- bagatel
- niemendal
- ballon
- met gas gevulde zak of bal; ook: een glas wijn (un ballon de blanc, rosé, rouge)
- ballotage
- stemming over toelating tot vereniging
- balustrade
- leuning
- barrage
- hindernis
- barricade
- opgeworpen versperring
- barrière
- obstakel
- bataljon
- (Fr: bataillon) legereenheid
- belvedère
- uitzichtspunt
- besogne
- bezigheid, werk
- bêtise
- dommigheid, domme opmerking
- bijou
- juweel (de spelling byou is onjuist)
- bijouterie
- juwelierswinkel
- bonbon
- (Fr.: un chocolat fourré) chocoladeversnapering, het Franse woord betekent snoepje
- bonnefooi
- (Fr.: bonne foi (lett. goede trouw)) op goed geluk
- boudoir
- dameskamer (lett.: pruilhoek)
- bouillabaisse
- vissoep uit Marseille
- bouillon
- keukenfonds, getrokken van vlees, vis of groenten
- bourgeoisie
- burgerdom
- boulevard
- wandellaan (afgeleid van het Nederlandse bolwerk)
- boutade
- spitse definiëring. Geestige omschrijving, soms ook (te) veralgemeende definitie
- branche
- (bedrijfs)tak, economische sector
- bravoure
- durf, zelfverzekerdheid, panache
- bretel
- (Fr.: bretelle) draagband aan broek
- bric-à-brac
- snuisterijen, rommel
- broche
- sierspeld
- bureau
- schrijftafel; kantoor
Uitdrukkingen
- beau monde
- chic volk
- belle époque
- periode tussen de Frans-Duitse oorlog en de Eerste Wereldoorlog
- bête noire
- zwarte schaap
- bien étonnés (de se trouver ensemble)
- 'verbaasd elkaar te vinden'; als tegenstanders het op een bepaald punt eens blijken te zijn (vaak alleen de eerste twee woorden)
- bon chic, bon genre (BCBG)
- van goede smaak getuigend, o.s.m.
- bon mot
- gevatte uitdrukking (lett. goed woord)
- bon ton
- in de mode (lett. goede toon)
- bon vivant
- flierefluiter, bourgondiër (lett. goed levend)
- le bonheur se raconte mal (Gustave Flaubert)
- het geluk is geen verhaal; romans gaan over ongelukkige mensen
Woorden
- cachet
- eigen karakter
- cachot
- gevangenis
- cadeau
- geschenk
- café
- koffiehuis, horecagelegenheid voor drank en kleine maaltijden
- caissière
- kassajuffrouw
- calèche
- open koets
- camping
- kampeerterrein (vaak op de Engelse manier uitgesproken, maar het is geen Engels woord)
- canaille
- schurk, uitschot
- capuchon
- muts die aan je jas vastzit
- carrosserie
- koetswerk
- cartouche
- versierde stenen omlijsting
- chaconne
- (oorspronkelijk) Spaans danslied
- chambrette
- klein kamertje, afgeschut slaaphok
- chanson
- lied
- chantage
- afpersing
- chanteur
- afperser
- chapeau!
- goed gedaan
- charge
- uitval
- charlatan
- bedrieger
- charmant
- innemend, hoffelijk
- charme
- innemendheid
- chassis
- onderstel
- chauffeur
- autobestuurder (eigenlijk stoker)
- chef
- leidinggevende
- cheque
- waardepapier, promesse
- chiffon
- moerbeizijde
- chiffonnière
- bergkast
- chinoiserie
- snuisterij of kunstvoorwerp dat beïnvloed is door de Chinese cultuur
- colonnade
- zuilenrij
- comestibles
- levensmiddelen
- commandant
- bevelhebber
- compagnie
- legereenheid, onderdeel van een bataljon
- condoléance
- betuiging van leedwezen
- conducteur
- treinbegeleider (het Franse woord betekent bestuurder, machinist)
- confrère
- kantoorgenoot
- congé
- ontslag (soms ook gebruikt voor verlof)
- conciërge
- (Fr. concierge) functionaris belast met het toezicht op of de bewaking van een gebouw
- contant
- met baar geld
- controle
- (Fr: contrôle) keuring, beheersing
- cordon
- afbakeningslijn, verweerlinie
- cortège
- stoet, optocht (van hoogleraren bijvoorbeeld, bij opening van het Academisch Jaar)
- couchette
- eenvoudige ligplaats in de trein
- coulant
- welwillend ('coulance' is via het Duits uit 'coulant' afgeleid, zie leenwoord)
- coulisse
- beweegbaar toneelscherm
- coup
- greep naar de macht
- coupe
- snit, wijd glas, kapsel
- coupé
- afdeling van een treinrijtuig, personenauto met twee zitplaatsen
- coupure
- doorsnijding van een dijk of in de wal van een fort
- courant
- (z.nw.) krant, (b.nw.) veel gebruikt
- courtage
- bemiddelingskosten (in de makelaardij)
- courtisane
- ontwikkelde lichte vrouw
- courtoisie
- hoffelijkheid
- couturier/-ière
- kledingontwerper (-ster)
- couvert
- bestek
- crapaud
- beklede leunstoel
- crapuul
- (Fr: crapule) uitschot, tuig
- craquelé
- kleine barstjes in een materiaal, bijvoorbeeld in de vernis van een schilderij
- croissant
- halvemaanvormig broodje van bladerdeeg
- croupier
- beheerder van een speeltafel in een casino
- crèche
- kribbe, kinderopvang
- crisette
- kleine crisis
- curettage
- inwendige reiniging van de baarmoeder na een miskraam
Uitdrukkingen
- in cache
- in tijdelijke internetmap opgeslagen
- cadavre exquis
- gedicht geschreven door meerdere dichters (lett: voortreffelijk lijk)
- carte blanche
- vrij spel
- castagnetten
- (Fr.: castagnettes, Sp.: castañuelas) slaginstrument
- cause célèbre
- beroemde zaak, beroemd geval
- cavalier seul
- iemand die op zijn eentje alles zelf wil doen
- c'est la vie
- zo is het leven
- c'est le ton qui fait la musique
- hoe je iets zegt, maakt hoe het wordt opgevat.
- chateau migraine
- (in het Nederlands samengesteld uit château (wijnhuis) en migraine) slechte, goedkope wijn, hoofdpijnwijn
- chef d'équipe
- ploegleider
- chef-d'œuvre
- meesterwerk
- cherchez la femme
- er is een vrouw in het spel
- cinema verité
- realisme in de film
- clair-obscur
- sterk beeldcontrast
- comme ci, comme ça
- zozo
- comme il faut
- zoals het hoort
- compagnon de route
- (lett. reisgezel) Iemand met wie je het maar gedeeltelijk of tijdelijk eens bent. (Sartre was compagnon de route van de communisten.)
- concours hippique
- paardenwedloop
- cordon bleu
- gepaneerd stukje opgerold vlees, gevuld met ham en kaas
- cordon sanitaire
- schutkring, opgelegd politiek isolement
- couleur locale
- het streekeigene
- coup de foudre
- zeer treffende gebeurtenis (lett. blikseminslag)
- coup de grâce
- genadeslag
- coup d'état
- staatsgreep
- coup de théâtre
- plotselinge ommekeer
- courage civil
- burgermoed
- coûte que coûte
- koste wat het kost
- onder couvert
- in een gesloten envelop
- crème de la crème
- het beste van het beste
- crème fraîche
- aangezuurde room (lett. verse room)
- cri de cœur
- hartenkreet
- crime passionnel
- misdaad uit hartstocht
Woorden
- debutant
- (Fr.: débutant) beginner, beginneling
- debuteren
- (Fr.: débuter) eerste optreden van een artiest of schrijver
- debuut
- (Fr.: début) eerste optreden van een artiest of schrijver
- decolleté
- (Fr.: décolleté) laag uitgesneden halsopening
- decor
- (Fr.: décor) toneelomlijsting
- dedain
- (Fr.: dédain) minachting
- dégénéré
- ontaarde persoon
- delicatesse
- (Fr.: délicatesse) lekkernij
- demarche
- (Fr. démarche) diplomatieke stap
- demarrage
- (Fr.: démarrage) versnelling van voortbewegingstempo (lopen of fietsen)
- departement
- (Fr. département) ministerie, bestuursgebied, provincie
- depot
- (Fr. depôt) opslagplaats, bezinksel in wijn
- derailleren
- (Fr.: dérailler) ontsporen
- derrière
- achterste
- deux-chevaux
- (in Nederland vaak uitgesproken als deusjefoo; lett.: twee paarden, 2pk) Citroën 2CV
- diner
- avondmaaltijd
- directoire
- vrouwenonderbroek met laaghangend kruis
- discours
- redevoering, construct van samenhangende betekenisgevende begrippen
- documentaire
- niet gespeelde film die over ware gebeurtenissen gaat
- dompteur
- dierentemmer
- donateur, donatrice
- schenker
- dos-à-dos
- met de ruggen tegen elkaar, beweging bij volksdans, ook een stoel, bank of rijtuigje voor twee personen met een leuning in het midden. Ook geschreven do-sa-do en zelfs do-si-do
- douairière
- adellijke weduwe
- douane
- grenswacht
- doublet
- dubbel (bridgeterm)
- doublon
- twee keer voorkomend, dubbel bestand
- doublure
- dubbeling
- douceur, douceurtje
- extraatje, kleine vergoeding
- dressoir
- opbergmeubel
Uitdrukkingen
- danse macabre
- dodendans
- défauts de charactère
- karakterfouten
- déjà vu
- reeds gezien, het gevoel iets al eerder te hebben meegemaakt
- dernier cri
- laatste mode
- diner dansant
- gezamenlijk genoten maaltijd met muziek en dans
- double entendre
- woordspeling
- douche
- stortbad
- du moment
- vanaf het moment
Woorden
- eau de cologne
- reukwater
- echec
- (Fr.: échec) mislukking
- echelon
- (Fr.: échelon) rang, groepering
- élégance
- bevalligheid
- emballage
- verpakking
- embonpoint
- gezetheid, buikje
- embouchure
- mondstuk, techniek om een blaasinstrument te bespelen
- empire
- stijl uit de tijd van het Eerste Keizerrijk
- emplacement
- terrein
- enfin
- uiteindelijk
- ensemble
- gezelschap
- entameren
- in gang zetten
- entourage
- omgeving, omringend gezelschap
- entree
- ingang, inkom, binnenkomst
- enquête
- een manier van onderzoek doen waarbij gebruik wordt gemaakt van een vragenlijst
- esplanade
- voorplein, open veld
- esprit
- geest
- etage
- (Fr.: étage): verdieping
- etagère
- (Fr.: étagère) schappen-meubeltje
- etaleur
- (Fr.: étalagiste) ontwerper voor etalages
- etiquette
- gedragsvoorschrift
- etui
- foedraal, pennenzak met ritssluiting
- exquis
- uitgelezen, verfijnd
Uitdrukkingen
- embarras du choix
- keuze te over
- éminence grise
- invloedrijk persoon op de achtergrond (lett. grijze eminentie)
- enfant terrible
- persoon die anderen stoort met onconventioneel gedrag of werk (lett. verschrikkelijk kind)
- en face
- van voren bekeken
- en flagrant délit
- op heterdaad
- en passant
- in het voorbijgaan
- en plein public
- in het openbaar (lett. in volle publiek)
- en route
- op weg
- en profil
- van ter zijde, in zijaanzicht
- en vogue
- in de mode
- épater le bourgeois
- de burger schokken
- esprit de corps
- teamgeest
- excusez le mot
- vergeef mij het woord
Woorden
- failliet
- (Fr.: faillite) bankroet (in het Frans z.n.w.)
- farce
- grap
- fauteuil
- zitstoel (uit Oud-duits faltistuol, verwant met vouwstoel)
- finale
- einddeel, eindstrijd
- fondant
- zoete lekkernij gemaakt van room en suiker
- fondue
- maaltijd waarbij aan tafel vlees in olie gebakken wordt of brood e.d. in gesmolten kaas wordt gedoopt (kaas-fondue)
- fontanel
- (Fr.: fontanelle): opening tussen schedelbeenderen
- fort
- sterke kant
- fouilleren
- visiteren
- franc-tireur
- vrijschutter, scherpschutter, sniper
- frappant
- treffend
- frisée
- krulandijvie
- fusillade
- gecoördineerd geweervuur
- futiel
- (Fr.: futile) nietig
Uitdrukkingen
- fâcheux troisième
- lastige derde
- fait accompli
- voldongen feit, gedane zaak
- fait divers
- triviaal feit, nieuwsbericht over opmerkelijke doch triviale zaken
- faux pas
- misstap
- femme fatale
- aantrekkelijke vrouw die mannen in moeilijkheden brengt
- film noir
- film in een bepaalde stijl (lett. zwarte film)
- fin de siècle
- einde van de (19e) eeuw
- fine fleur
- de mooiste en beste (lett. fijne bloem)
- fleur du coin
- munt die niet in omloop is geweest
- flux de bouche
- welbespraaktheid (ten onrechte, het Frans wordt begrepen als: speeksel; correct Frans is: flux de paroles)
- foie gras
- ganzenlever (lett. vette lever)
- folie à deux
- met zijn tweeën gedeelde gekte
- force majeure
- door overmacht, gedwongen
- frapper toujours
- niet aflaten (murw maken) (lett. 'blijven slaan')
Woorden
- gaga
- gek, kinds
- gaillarde
- oud-Italiaanse springdans
- galant
- ridderlijk, hoffelijk
- garage
- autostalling
- gazeuse
- priklimonade
- gêne
- schaamte, verlegenheid
- genre
- soort
- gerant
- (Fr.: gérant) beheerder, zaakvoerder, bedrijfsleider
- gîte
- berghut, bed & breakfast
- gourmand, gourmet
- fijnproever
- gourmetten
- maaltijd waarbij het vlees aan tafel gebraden wordt
- gracieus
- bevallig
- grandeur
- aanzien, grootsheid
- gratuit
- vrijblijvend
- guirlande
- slingerversiering
- guillemets
- Franse aanhalingstekens: « »
- guillotine
- valbijl
Uitdrukkingen
- gouverner, c'est prévoir
- Regeren is vooruitzien
- grand foulard
- grote sierdoek
- grand guignol
- volkstheater, poppenkast
- grande œuvre
- meesterwerk
- grand seigneur
- rijke heer
Woorden
- habitué
- stamgast
- hausse
- opleving, koersstijging
- hautain
- arrogant, te zelfverzekerd
- hommage
- eerbetoon
- honneur
- hoge speelkaart (bridgeterm)
- horloge
- meegedragen klokje (het Franse woord betekent klok, een horloge heet montre)
- hors-d'œuvre
- voorgerecht
- humeur
- bui, stemming
Uitdrukkingen
- haute couture
- toonaangevende mode
- Honi soit qui mal y pense
- Wie er iets achter zoekt is zelf oneerlijk. Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. Wapenspreuk van Orde van de Kousenband, Engeland.
- de honneurs waarnemen
- als gastheer optreden
- hors concours
- buiten mededinging
Woorden
- inferieur
- minder(waardig)
- interessant
- belangwekkend
- interieur
- inboedel, stoelen enz
- intrige
- (Fr.: intrigue) gekonkel of verhaallijn (plot)
Uitdrukkingen
- idee-fixe (Fr.
- idée fixe): obsessie
- i-grec
- de letter y
- idiot savant
- iemand met bijzondere geestelijke vermogens, die in alledaagse dingen onhandig is
- incompatibilité des humeurs
- onverenigbaarheid van karakters
Uitdrukkingen
- j'adoube
- (in de schaaksport) ik raak aan (maar zet niet): als je een stuk beter op zijn plaats wil zetten.
- jalousie de métier
- vak-afgunst, broodnijd
- du jamais vu
- ongehoord (lett. nooit eerder gezien)
- Je maintiendrai
- Ik zal handhaven (wapenspreuk van het huis Oranje-Nassau en het Koninkrijk der Nederlanden)
- jeu de mots
- woordspel
- jeune premier
- jong, veelbelovend persoon
- jeunesse dorée
- de jeugd van goeden huize, rijkeluiskinderen
- la joie de se voir imprimé
- het plezier om zichzelf in druk te zien
- joie de vivre
- levensvreugde
- le juste milieu
- de gulden middenweg, (maar ook: uit de betere kringen)
Woorden
- kilometrage
- kilometerstand
- kostuum
- (Fr.: costume) broek met gepaste jas, eventueel vest
Woorden
- languissant
- kwijnend
- larmoyant
- sentimenteel bedroefd, huilerig
- lapidair
- (Fr.: lapidaire) kort en krachtig
- lineair
- (Fr.: linéaire) lijnrecht, lijnvormig
- lingerie
- ondergoed
- lits-jumeaux
- (vaak uitgesproken als liesjemoo) twee aaneengeschoven eenpersoonsbedden
- logé
- gast
- logeren
- als gast verblijven
- lorgnet
- bril met handvat
- louche
- verdacht, onbetrouwbaar
- lumineus
- (Fr.: lumineux) schitterend
Uitdrukkingen
- laisser faire
- vrij laten gebeuren, niet ingrijpen, neoliberale politiek (lett. laten doen)
- laissez-passer
- vrijgeleide, noodpaspoort
Woorden
- maillot
- (Fr.: collant) nauwsluitende kousbroek (het Franse woord duidt op meer kledingstukken)
- maintenee
- (Fr.: une femme entrenue) gezelschapsdame
- maîtresse
- minnares (lett. meesteres)
- manche
- ronde
- manege
- (Fr.: manège) paardenhouderij en paardrijlesplaats
- maquillage
- make-up
- mariage
- kaartcombinatie van heer en vrouw van dezelfde kleur, stuk
- marge
- zijlijn
- melange
- (Fr. mélange) mengsel
- merci
- dank u
- mesalliance
- (Fr. mésalliance) huwelijk beneden zijn/haar stand
- metier
- (Fr. métier) beroep, vakkennis
- migraine
- aanval van erge hoofdpijn
- mise-en-scène
- toneelschikking
- mitrailleur
- machinegeweer
- monocle
- oogglas
- monteur
- technicus
Uitdrukkingen
- mariage de raison
- verstandshuwelijk
- m'as-tu vu?
- opzichtig (lett. heb je me gezien?)
- ménage à trois
- duurzame samenleving met drie personen (lett. driepersoons huishouden)
- mer à boire
- onbegonnen werk (de zee om leeg te drinken)
- misère
- bij een kaartspel geen enkele slag ontvangen
- du moment
- vanaf het moment
- moment suprême
- hoogtepunt
- monstre sacré
- ster van film of toneel (lett. heilig monster)
Woorden
- narcotiseur
- anesthesist
- negligé
- (Fr.: négligé) huisjapon
- non-valeur
- nietsnut
- nouveauté
- nieuwigheidje op de markt
- novice
- nieuweling, nieuw ingetredene in een klooster
- nuance
- (kleur)schakering
- numero
- (Fr.: numéro) nummer
- niveau
- peil, hoogte
Uitdrukkingen
- ni Dieu, ni maître!
- geen God, geen meester (uitroep van anarchisten en vrijdenkers)
- noblesse oblige
- adeldom verplicht (tot goede daden)
- nouveau riche
- nieuwe rijke, niet rijk van afstamming
- Nouvelle Vague
- nieuwe stroming rond 1959 in de Franse cinema
Woorden
- occasion
- tweedehands auto die te koop is (vaak op de Engelse manier uitgesproken, maar het is geen Engels woord)
- oculair
- (fr.: oculaire) ooglens
- odeur
- geur
- œuvre
- gezamenlijk werk van een kunstenaar
- okkasie
- (in Vlaanderen) hetzelfde als occasion
- opticien
- brillenmaker
- ordinair
- (Fr.: ordinaire) laag-bij-de-gronds (in het Frans: alledaags)
- outillage
- uitrusting
- ouvreuse
- dame in de bioscoop die de zitplaatsen aanwijst
Uitdrukkingen
- van origine
- oorspronkelijk
Woorden
- palissade
- omheining van palen gemaakt
- panache
- durf, zelfverzekerdheid (gezegd van een sportsman)
- pantalon
- lange broek
- papier-maché
- (Frans papier-mâché) hard papierdeeg
- parachute
- valscherm
- paraplu
- (Frans parapluie): regenscherm
- parasol
- zonnescherm
- pardon
- vergeving, (als uitroep:) neem mij niet kwalijk
- parlement
- volksvertegenwoordiging
- parvenu
- omhooggeklommen persoon
- passage
- doorgang
- passant
- voorbijganger
- passé
- voorbij
- passe-partout
- passende omlijsting (van een afbeelding)
- patronage
- bescherming door een ander persoon
- pavane
- langzame dans van Italiaans-Spaanse oorsprong
- peloton
- kleine gevechtseenheid, groep wielrenners
- péage
- tol op de snelweg
- peignoir
- ochtendjas
- perfide
- verdorven, gemeen
- permanent
- (bnw) blijvend, (znw) permanente haargolf
- persiflage
- komisch bedoelde imitatie
- petitionnement
- (Fr. pétitionnement) verzoekschrift
- pièce touchée
- aangeraakt stuk, waarmee verplicht gezet moet worden
- pied-à-terre
- vaste stek, optrekje (lett. voet-aan-de-grond)
- pirouette
- snelle draai op één voet bij het dansen of kunstschaatsen
- pistoletje
- (Fr.: pistolet) langwerpig hard broodje
- pince-nez
- knijpbril (lett. neusknijper)
- plafond
- zoldering, (fig.) hoogst bereikbare
- plaque
- tandplak
- pochet
- zakdoekje in borstzak, lefdoekje
- politesse
- (beleefdheid) in kringen van de studentencorpora gebezigde uitroep, als er onwelvoeglijke taal wordt gebruikt
- polonaise
- dans in optocht met de handen op de schouders van de voorgaande danser
- populair
- (Fr.: populaire) algemeen bekend/geliefd
- poulain
- beschermeling
- ponteneur
- verbastering van "point-d'honneur", in "op zijn ponteneur staan", op zijn eer gesteld zijn, respect opeisen.
- ponton
- drijvende bak, bruggeschip
- porte brisée
- openslaande deur
- portefeuille
- bewaarmap, beurs, beheerstaak
- porte-manteau
- kapstok, mengwoord
- portemonnee
- (Fr.: porte-monnaie) geldbeurs
- premier
- eerste minister, minister-president
- première
- eerste (vertoning)
- presse-papier
- een voorwerp dat op een bureau op papieren geplaatst kan worden, om te voorkomen dat ze wegwaaien
- prestige
- aanzien
- prêt-à-porter
- confectiekleding (lett. klaar om te dragen)
- privé
- tot de persoonlijke levenssfeer behorend
- profiteur
- voordeeltrekker
- promenade
- wandelplaats
- prostituee
- (Fr.: une prostituée) lichte vrouw, hoer
- punaise
- duimspijker
Uitdrukkingen
- parti pris
- vooringenomen
- partir, c'est mourir un peu
- Vertrekken is een beetje doodgaan
- pas de deux
- balletdans voor twee personen (lett. stap van twee)
- pièce de résistance
- hoofdschotel, muziekstuk waarmee de muzikanten veel last hebben (lett. stuk van weerstand)
- pièce touchée
- (in de schaaksport) aanraken is zetten
- pied-de-poule
- zich herhalend motief op bedrukt textiel
- plus royaliste que le roi
- koningsgezinder dan de koning, vgl. "Roomser dan de paus."
- poste restante
- geadresseerde haalt het poststuk op het postkantoor op
- pourriture noble
- edele rotting (van druiven in de wijn)
- prêt-à-porter
- confectie
- puissant rijk
- zeer rijk
- pur sang
- raszuiver (lett. zuiver bloed)
Woorden
- quarantaine
- afzondering ter voorkoming van ziekteoverdracht (lett. periode van veertig dagen)
- querulant
- ruziezoeker
- quiche
- hartige vlaai
Uitdrukkingen
- quantité négligeable
- verwaarloosbare hoeveelheid
- quatre-mains
- pianostuk voor vier handen
- qui s'excuse, s'accuse
- wie zich verontschuldigt, beschuldigt zichzelf
- op zijn qui-vive zijn
- bedacht zijn op een plotselinge gebeurtenis (lett. wie leeft?, wie is daar?)
Woorden
- raccordement
- verbindend baanvak, niet gebruikt voor personenvervoer
- ragout
- dikke hartige saus
- rapaille
- uitschot, schurk
- rapport
- verslag
- ratatouille
- gemengde gestoofde groenten met een tomatensaus
- ravage
- puinhoop
- ravissant
- allerliefst, bekoorlijk, verrukkelijk
- rayon
- district, gebied waarin iemand werkzaam is; kunstzijde; afdeling in bv. een winkel
- rebel
- opstandig persoon, opstandeling
- recalcitrant
- (Fr.: récalcitrant) weerbarstig, koppig, dwarsliggend
- reçu
- (z.nw.) ontvangstbewijs (verkl.w.: reçuutje), (b.nw.) welkom in bepaalde kringen
- reduit
- laatste wijkplaats binnen een fort of vesting
- regie
- (Fr.: régie) beheer, leiding
- regisseur
- (Fr.: metteur en scène) ensceneur en oefenmeester bij het toneel
- rembours
- terugbetaling (Fr.: remboursement)
- remplaçant
- vervanger
- renaissance
- tijdperk op de middeleeuwen volgend (lett.: wedergeboorte)
- rendez-vous
- afspraak
- renonce
- geen enkele kaart van een kleur
- rentree
- terugkeer (Frans: rentrée)
- repertoire
- (Fr.: répertoire) lijst van muziek- of toneelstukken
- repoussoir
- beeld op de voorgrond van een schilderij, om de dieptewerking te vergroten
- reprise
- het opnieuw uitvoeren van een toneelstuk of de hervertoning van een film, muziekterm
- retirade
- openbare wc
- retouche
- bijwerking, verbetering
- retour(tje)
- vervoersbewijs voor een heen- en terugreis
- revanche
- wraak
- revenu
- opbrengst van een voorstelling
- rigide
- streng, stijf, onverbiddelijk
- risee
- (Fr.: risée) iemand om wie iedereen lacht, bespot persoon
- rouge
- (Fr.: fard) kunstmatig aangebrachte blos of lippenstift
- routine
- gewoonte, sleur
- royement
- schrapping
Uitdrukkingen
- raison d'être
- reden van bestaan
- reculer pour mieux sauter
- een stapje terug doen om een beter resultaat te bereiken
- (onder) rembours verzenden
- een postale verzending door de ontvanger laten betalen
- (op zijn) retour zijn
- achteruitgaan, terugvallen in populariteit (van een artiest)
- rien de plus facile
- makkelijk zat
- rite de passage
- inwijdings- of overgangsritueel
- le roi est mort, vive le roi
- de koning is dood, leve de (nieuwe) koning.
Woorden
- sabotage
- opzettelijke tegenwerking, vernieling, ondermijning
- saboteur
- iemand die opzettelijk tegenwerkt, vernieler, ondermijner
- saillant
- in het oog springend
- salon
- zitkamer, ontvangkamer, woonkamer
- sangfroid
- koelbloedigheid
- sansculotte
- scheldnaam of geuzennaam voor deelnemers aan de Franse revolutie (1789) uit de lagere stand
- sanitair
- (Fr.: sanitaire) sanitaire voorzieningen, bijvoorbeeld toilet
- scène
- (Fr. scène) deel van een film, toneelstuk of opera, opgewonden en luidruchtig gedrag
- seance
- (Fr.: séance) (spiritistische) bijeenkomst, psychiatrisch gesprek, (paranormale) zitting
- serie
- (Fr.: série) reeks
- sifon
- (Fr.: siphon) spuitfles, afvoerbuis met zwanenhals
- soiree
- (Fr.: soirée) avond op uitnodiging, culturele avondbijeenkomst
- solitair
- afgesloten van de buitenwereld levend
- solitaire
- kaart- of bordspel voor één speler
- sommelier
- wijnkelner
- soubrette
- kamermeisje, operettezangeres
- souffleur
- voorzegger (lett. fluisteraar)
- souper
- (late) avondmaaltijd
- souplesse
- soepelheid, sierlijke lenigheid
- souschef
- onder-afdelingshoofd
- souterrain
- kelderverdieping
- souvenir
- aandenken
- spionage
- (Fr.: espionnage) heimelijk verzamelen van inlichtingen
- stagiair(e)
- praktijkstudent(e) (in het Frans altijd stagiaire)
- stupéfait
- verbijsterd
- succes
- (Fr.: succès) welslagen
- sujet
- persoon (met pejoratieve betekenis)
- superieur
- (b.nw.:) beter van kwaliteit; (z.nw.:) meerdere, hoger geplaatste in rang
- surplace
- op de plek stilstaan voor de sprint bij het baanrennen. Stationair draaien.
- surplus
- overschot, hetgeen wat te veel is
- surprise
- verrassingscadeau
- surseance (van betaling)
- (Fr.: sursis) opschorting
Uitdrukkingen
- sans atout
- zonder troef (bridgeterm)
- sans rancune
- zonder opgekropte haatgevoelens
- sauve-qui-peut
- redde wie zich redden kan
- savoir-faire
- knowhow, hoe te handelen
- savoir-vivre
- weten hoe je je moet gedragen, beschaving
- silence pour les petits enfants
- pas op wat je zegt, er zijn kleine kinderen bij
- s'il vous plaît (s.v.p.)
- als het u belieft
Woorden
- tamboer-maitre
- (Fr. tambour-maître) kapelmeester
- tampon
- prop, plug, tampon
- tantième
- toelage
- timbre
- klank
- tirailleur
- infanterist
- toernooi
- (Fr.: tournoi) serie wedstrijden
- toilet
- wc, wijze van kleden
- tondeuse
- scheerapparaat
- touché
- (de bal) aangeraakt (bij sporten als biljart en volleybal); ook als uitroep, na een raak antwoord
- toupet
- haarstuk
- tourniquet
- draaihekje
- trance
- toestand van geestvervoering
- tranche
- schijf
- transpireren
- (Fr. transpirer) uitzweten, uitwasemen
- trottoir
- stoep
- troubadour
- rondtrekkend muzikant
- trouvaille
- vondst
- truc
- kunstje
- turquoise
- turkoois, blauwgroen
- tutoyeren
- (Fr.: tutoyer) met je en jij aanspreken
- type
- soort, model, snuiter
Uitdrukkingen
- tableau vivant
- levend schilderij
- tenue de ville
- in net pak, mantelpakje of nette jurk gekleed
- tête-à-tête
- intiem gesprek
- toilet maken
- zich aankleden en opmaken
- tour de force
- gedwongen ommezwaai
- Tour de France
- Ronde van Frankrijk
- ton sur ton
- letterlijk tint op tint, gelijkende kleuren in de kleding
- tournée générale
- rondje voor iedereen
- tout court
- zonder meer
- trait d'union
- verbindende factor, verbindingsstreepje
- trompe-l'œil
- gezichtsbedrog
Woorden
- urinoir
- pisbak
- usance
- gewoonte
- utilitair
- (Fr.: utilitaire) het nut beogend
Uitdrukkingen
- L'union fait la force
- Eendracht maakt macht (wapenspreuk van Koninkrijk België)
Woorden
- valies
- koffer
- vapeur
- opvlieger (lett.: damp, stoom)
- variant
- (Fr. la variante) veranderlijke
- vaudeville
- ordinair theater
- vedette
- vooraanstaand artiest
- vernis
- beschermende stof als bovenlaag aangebracht
- vernissage
- opening van een kunsttentoonstelling
- vieux
- Hollandse cognac
- virulent
- heftig
- visagist(e)
- schoonheidsspecialist(e)
- visite
- bezoek
- vitrage
- doorschijnende raamgordijnen
- voile
- sluier
- volontair(e)
- vrijwillig(st)er (in het Frans altijd volontaire)
- vomeren
- (Fr. vomer) braken, overgeven
- vulgair
- (Fr.: vulgaire) ordinair, grof, plat
Uitdrukkingen
- va banque
- alles op alles zettend
- va-et-vient
- komen en gaan
- la vie en rose
- het leven rooskleurig bekijken (lied van Édith Piaf)
- vis-à-vis
- recht tegenover
- volte-face
- totale ommekeer van mening/positie
- wagon
- spoorwagen (eigenlijk alleen goederenwagen)
Woorden
- zelateur, zelatrice
- ijveraar(ster)
Uitdrukkingen
- zich encanailleren
- (Fr. canaille) zich inlaten met gajes