Agaatslakken zijn hermafrodiet, hetgeen wil zeggen dat zij zowel mannetje als vrouwtje zijn. Om zich voort te kunnen planten heeft de slak meestal een andere slak nodig, maar dat is niet altijd het geval. De Achatina achatina bijvoorbeeld plant zich voort middels zelfbevruchting.[2]
Agaatslakken zijn planteneters, maar het dieet varieert per soort.[3]
De Afrikaanse reuzenslakken vormen een deelgroep van de agaatslakken. Deze van origine Afrikaanse slakken gelden als de grootste landslakken ter wereld.[2] Enkele soorten:
Achatina achatina, de tijgerslak. Deze slak onderscheidt zich van de andere Afrikaanse reuzenslakken door een relatief puntig en conisch gevormd slakkenhuis, bruine kleur met een typisch streeppatroon waar de naam 'tijgerslak' naar verwijst. Achatina achatina geldt als de grootste van alle landslaksoorten en de allergrootste ooit geregistreerd is Gee Geronimo.
Archachatina marginata, de West-Afrikaanse reuzenslak, welke zich onderscheidt door een minder conisch gevormd huis en een afgeronde apex. Het kleurpatroon van het huis is minder scherp en geeft de indruk van een weefwerkje.
Achatina fulica, de grote agaatslak. De vorm van het huis van de grote agaatslak zit tussen die van de voorgaande twee in. Het is relatief egaal gekleurd, maar de kleur van het huis varieert afhankelijk van het dieet.