Loading AI tools
geslacht uit de familie wilgenfamilie Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Populier (Populus), ook wel poppel of peppel, is een geslacht van loofbomen uit de wilgenfamilie (Salicaceae).
Populier | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Canadapopulier (Populus ×canadensis) | ||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Geslacht | ||||||||||||||||
Populus L. (1753) | ||||||||||||||||
Mannelijke bloeiwijze van de canadapopulier | ||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||
Populier op Wikispecies | ||||||||||||||||
|
De snelgroeiende populieren kunnen tot 40 m hoog worden. De maximale leeftijd van de populier ligt op ongeveer tweehonderd jaar. Voor een goede groei hebben de bomen veel licht nodig.
De bladeren zijn afwisselend geplaatst. Eindknoppen zijn groter dan de zijknoppen. In de herfst kleuren de bladeren goudgeel tot geel of grijzig bruin. Populieren uit de secties Populus en Aegiros hebben bladstengels die zijdelings afgeplat zijn, zodat ze gemakkelijk heen en weer wiegen in de wind. Evenals wilgen, hebben populieren een krachtige, oppervlakkige en verspreide wortelgroei. De wortels kunnen door zachte muren en gaatjes in muren groeien. Ook wegen en leidingen kunnen opgedrukt worden door de wortel van de populier.[1]
Alle populieren behalve P. lasiocarpa zijn tweehuizig (er zijn aparte mannelijke en vrouwelijke planten). De bloem is een hangend katje dat voor het uitlopen van het blad verschijnt. Mannelijke bloemkatten hebben vele (vijf tot veertig) meeldraden bijeen, de kleur is vaak rood. Ze vallen spoedig af als ze hun werk hebben gedaan (stuifmeel afgeven). Dit geschiedt door windbestuiving.
De vrouwelijke katjes blijven na de bestuiving tot in mei en juni hangen. Dan springt de doosvrucht open en komt het 3 × 1 mm grote zaad vrij. Het is omgeven door donzig zaadpluis[2] en voert ver op de wind mee.[3] Lang niet alle pluis bevat een zaadje. Om te ontkiemen heeft het zaad een vochtige bodem nodig zoals rivieroevers. Populieren worden vruchtdragend na circa vijftien jaar.
Populierenhout is wit tot grijsachtig van kleur. Het wordt voor veel doeleinden gebruikt. In Nederland worden er klompen van gemaakt. In Spanje wordt het hout gebruikt voor het maken van sinaasappelkistjes. Verder wordt populierenhout gebruikt voor kratten, pallets, papier, triplex, kasten en lucifers. Leonardo da Vinci schilderde de Mona Lisa op een paneel van populierenhout. Om het lage gewicht (dichtheid) werd het in de middeleeuwen veel gebruikt om pijlen van te maken.
Populieren kunnen aangetast worden door een vrij groot aantal schimmels, bacteriën en insecten. Populieren vormen een belangrijke voedselbron voor rupsen.
De bekendste schimmels zijn populierenroest van het geslacht Melampsora, met name Melampsora larici-populina en schimmels van het geslacht Marssonina. Van Melampsora larici-populina komen vijf fysio's voor, E1, E2, E3, E4 en E5. Een andere bladziekte is bladvlekkenziekte (Marssonina brunnea), waarbij op de bladeren olijfgroene of bruinzwarte vlekken ontstaan.
Bacteriekanker (Xanthomonas populi) vormt bastkankers op de stam en takken, waarbij takken afsterven.
Van belang zijnde insecten zijn de wilgenhoutvlinder, de hoornaarvlinder, de grote en kleine populierenboktor en de populierenwespvlinder.
Het geslacht Populus omvat zo een 100 verschillende soorten. Traditioneel worden deze onderverdeeld in zes secties op basis van blad- en bloemkenmerken.[4] Deze indeling werd in 2004 nog eens bevestigd, evenals het vermoeden van netwerkevolutie en introgressie tussen de secties. Soorten gevormd door hybridisatie kunnen in verschillende secties geplaatst worden.[5] Bastaardvorming is nog steeds veelvoorkomend in het geslacht, ook tussen de verschillende secties.[6]
In de Benelux komen van nature alleen de ratelpopulier (P. tremula) en de zwarte populier (P. nigra) voor. De laatste echter zeer weinig. Wel zijn op grote schaal populieren aangeplant in allerlei gekweekte vormen, zie het artikel populierenteelt.
Soorten uit deze sectie komen voor in circumpolaire, subarctische en koele gebieden. Zuidelijker komen zij slechts voor in (koele) bergstreken.
Soorten uit deze sectie komen voor in gematigde gebieden in Europa, Noord-Amerika en Azië.
Soorten uit deze sectie komen voor in koele en gematigde gebieden van Noord-Amerika en Azië.
Soorten uit deze sectie komen voor in warme en gematigde gebieden van oostelijk Noord-Amerika en Oost-Azië.
Soorten uit deze sectie komen voor in subtropische tot tropische gebieden in Zuidwest-Azië en Oost-Afrika.
Soorten uit deze sectie komen voor in tropisch en subtropisch Mexico.
Niet voor alle, o.a. ook recent ontdekte soorten in China, is duidelijk tot welke sectie zij gerekend dienen te worden. De volgende soorten zijn nog niet ingedeeld:
Betreft kruisingen tussen populierensoorten uit de sectie Aigeiros (zwarte populieren) en de sectie Tacamahaca (balsempopulieren):
Kruising | Balsemhybride |
---|---|
P. deltoides × P. trichocarpa | P. ×generosa (Henry), Varianten: 'Barn' en 'Donk'. |
P. deltoides × P. suaveolens | P. ×petrowskiana (R.I. Schröd. ex Regel) |
P. trichocarpa × P. deltoides | Populus 'Beaupré' en Populus 'Boelare' |
P. laurifolia × P. nigra 'Italica' | P. ×berolinensis (Siberische balsempopulier) |
P. maximowiczii × P. ×berolinensis | Populus 'Geneva' en Populus 'Oxford' |
P. maximowiczii × P. nigra | Populus 'Rochester' |
P. maximowiczii × P. trichocarpa | Populus 'Androscoggin' |
P. angustifolia × P. deltoides | P. ×acuminata (Rydb.) |
P. angustifolia × P. fremontii | P. ×hinckleyana (Correll) |
P. angustifolia × P. balsamifera | P. ×brayshawii (B. Boivin) |
P. balsamifera × P. deltoides | P. ×jackii (Sarg.) |
P. balsamifera × P. trichocarpa | P. ×hastata {Dode} |
P. fremontii × P. trichocarpa | P. ×parryi (Sarg.) |
Kruising | Hybride |
---|---|
P. alba × P. tremula | P. ×canescens (grauwe abeel) |
P. alba × P. tremuloides | P. ×heimburgeri (B. Boivin) |
P. alba × P. grandidentata | P. ×rouleauiana (B. Boivin) |
P. alba × P. adenopoda | P. ×tomentosa (Carrière) |
P. fremontii × P. nigra | P. ×inopina (Eckenw.) |
P. nigra × P. deltoides | P. ×canadensis (canadapopulier) |
P. ×canadensis × P. balsamifera | P. ×rollandii (Rouleau) |
P. grandidentata × P. tremuloides | P. ×smithii (B. Boivin) |
Bijna elke soort of kruising die commercieel wordt gekweekt kent een aantal rassen. In Nederland toegepaste rassen zijn:
De geliefde broeder van de Heliaden, Phaëton, was enorm gekweld door het feit dat iedereen dacht dat zijn echte vader Merops was, een sterveling. Hij wou en zou zijn vrienden, waaronder enkele met goddelijk bloed, tonen dat hij de zoon van Apollo, de almachtige Zonnegod, was. Getroffen door overmoed, vroeg hij de Zonnewagen aan zijn vader, die hem gezworen had alles te geven. Gevangen door zijn belofte moest Apollo tot grote spijt de Zonnewagen overhandigen. Hij waarschuwde zijn zoon nog dat het heel gevaarlijk was, maar de jongen was vastbesloten. Vol enthousiasme klom hij op de Zonnewagen en begon hij aan de rit. Helaas was hij niet sterk genoeg. De Zonnewagen richtte daardoor enorme schade aan de wereld. De goden riepen Zeus om hulp om te vermijden dat de aarde nog meer verwoest werd. De oppergod zag geen andere optie dan de overmoedige jongen met zijn bliksemschicht te raken en te doen stoppen. Toen Phaëton door Zeus werd neergehaald, treurden de zusters bij zijn lijk, dat in de rivier Eridanos was gevallen. Hun tranen veranderden in barnsteen en zijzelf werden populieren.[9]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.