Loading AI tools
Nederlands kunstenaar, ilustrator en lithograaf (1898–1972) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Maurits Cornelis (Mauk[1]) Escher (Leeuwarden, 17 juni 1898 – Hilversum, 27 maart 1972) was een Nederlandse kunstenaar, die bekend is om zijn houtsneden, houtgravures en lithografieën, waarin hij vaak speelde met wiskundige principes. Hij signeerde zijn werk met MCE.
M.C. Escher | ||||
---|---|---|---|---|
(Escher, ca. 1971) | ||||
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | Maurits Cornelis Escher | |||
Geboren | 17 juni 1898 | |||
Overleden | 27 maart 1972 | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Nationaliteit | Nederlands | |||
Beroep(en) | kunstenaar | |||
RKD-profiel | ||||
Website | ||||
|
Zijn gravures verbeelden vaak onmogelijke constructies, studies van oneindigheid en in elkaar passende meetkundige patronen (vlakverdelingen) die geleidelijk in volstrekt verschillende vormen veranderen. Enkele zeer bekende voorstellingen die hij tekende zijn ontworpen rond onmogelijke objecten zoals de Penrose-trap. Pas in de jaren vijftig van de twintigste eeuw kreeg hij in bredere kring erkenning als kunstenaar, vooral in de VS. Kristallografen en wiskundigen ontdekten in zijn werk symmetrieën en thema's uit hun vakgebieden. Eschers grafische werk wordt vanaf 1960 in wetenschappelijke (leer)boeken gebruikt.[2]
In de jaren zestig werd zijn werk – tot zijn verbazing – vanwege de fantastische parallelle werelden door hippies en popsterren omarmd.
Escher werd geboren als de jongste zoon van waterbouwkundig ingenieur George Arnold Escher en diens tweede vrouw, Sara Gleichman.[3] De familie bewoonde een pand in de Grote Kerkstraat te Leeuwarden, een deel van het voormalige paleis van prinses Maria Louise van Hessen-Kassel, waarin nu het museum Princessehof gevestigd is. Een van zijn kunstwerken is op de buitenzijde van dit pand aangebracht. De uit Duitsland stammende familie telde intellectuelen en kunstenaars zoals Eschers jongere neef de componist Rudolf Escher. Binnen het gezin werd hij Mauk genoemd. In 1903 verhuisde de familie naar Arnhem, waar Escher de HBS volgde. Hij was goed in tekenen, maar verder was hij geen goede leerling: hij bleef tweemaal zitten en zijn resultaten waren pover.[4] Zijn vader vond dat Escher een degelijke opleiding moest krijgen, zodat hij enkele maanden bouwkunde studeerde aan de TH Delft. Maar in 1919 ging Escher naar de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten in Haarlem. Al gauw schakelde hij over naar de richting van de sierende kunsten, waar hij les kreeg van Samuel Jessurun de Mesquita, een schilder en graficus uit een Portugees-joodse familie. Escher zou met zijn door hem zeer gewaardeerde leermeester contact blijven houden tot 1944, toen De Mesquita - die op grond van zijn bijna adellijke Portugese stamboom meende van deportatie verschoond te zullen blijven - in het concentratiekamp Auschwitz werd vermoord.
Na het verlaten van de school in 1922 reisde Escher regelmatig en graag naar Spanje en vooral Italië, waar hij de Zwitsers-Russische Giulia 'Jetta' Umiker ontmoette, met wie hij in 1924 trouwde en drie zoons kreeg: George, Arthur en Jan. In deze landen tekende Escher landschappen (die hij zou gebruiken in latere werken) en planten en in Spanje bestudeerde hij de islamitische decoraties.
Escher woonde 12 jaar in Atrani aan de Amalfikust. Diverse tekeningen van Escher zijn van deze plaats gemaakt of op locaties in en rond Atrani geinspireerd. In Atrani hangen op diverse plaatsen waar Escher van geschilderd heeft de tekeningen en uitleg.
Escher en zijn vrouw vestigden zich in Rome tot in 1935, toen het regime van Mussolini voor Escher onaanvaardbaar werd en de familie verhuisde naar Château-d'Œx in Zwitserland. Escher voelde zich evenwel niet thuis in Zwitserland en in 1937 verhuisde de familie naar Ukkel, nabij Brussel.
Op 20 februari 1941 ging het gezin Escher terug naar Nederland en verhuisde naar de Nicolaas Beetslaan 20 in Baarn. In 1943 werd de woning door de Duitsers gevorderd en op oudejaarsdag 1943 verhuisde het gezin naar villa Ekeby, Van Heemstralaan 56. Midden jaren vijftig werd de grond van de villa verkaveld en Escher kocht een kavel en liet een huis bouwen. Na de verkaveling werden de huisnummers gewijzigd en woonde hij, vanaf 1955 op Van Heemstralaan 28, waar hij tot 1970 bleef.[5][6] Deze periode is Eschers productiefste, maar twee operaties weerhielden hem ervan prenten te maken. Tijdens zijn wandelingen door de bossen bij Baarn ontstonden de ideeën voor zijn werken Drie Werelden, Modderplas en Rimpeling.[6] Eschers vrouw verhuisde in 1968 terug naar Zwitserland, waar ze de rest van haar leven zou doorbrengen.
Escher was ook eigenaar van een boerderij met 54 hectare grond gelegen aan de Voorweg in Zoetermeer, geërfd van zijn Haagse moeder. Hij bracht er geregeld tijd door, onder andere gedreven door honger in de Tweede Wereldoorlog. De boerderij werd verkocht aan de pachters in 1954.[7]
In Baarn wordt op meerdere plekken aandacht geschonken aan de graficus Escher. Sinds 1994 bevindt zich boven de ingang van het gemeentehuis een kunstwerk in glas en in de hal is een muurplastiek in zwart-wit. In Baarn werd in het herinneringsjaar 1998 bij Sociëteit 'de Vereniging' aan het Stationsplein het stenen beeld Hommage aan Escher geplaatst. Ook kreeg Baarn in dat jaar de Escherlaan, waarbij de huizen aan deze straat aan de voorgevel een tegel met Eschermotief dragen. Op de rotonde in de Amsterdamsestraatweg staat het beeld Concentrische Schillen. In het Baarnsch Lyceum zijn voorbeelden te zien van toegepast werk van hem.
Escher verhuisde in 1970 naar het Rosa Spier Huis in Laren (NH), een rusthuis voor kunstenaars waar hij een eigen atelier had. Hij overleed in 1972 op 73-jarige leeftijd in Hilversum en werd begraven op de Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Wijkamplaan te Baarn.
Escher had een sterke voorkeur voor technieken waarmee men met een zwart vlak begint en het zwart later weghaalt. Escher gebruikte dan ook houtsnede, houtgravure, lithografie en (in mindere mate) mezzotint. Tijdens zijn HBS-opleiding maakte hij ook enkele lino's.
Van Jessurun de Mesquita erfde Escher een voorliefde voor houtsnede op langshout, maar later (vanaf 1931) gebruikt Escher ook houtgravure (op kopshout), omdat men hiermee gedetailleerder kan werken. Houtsnede zou voor Escher een veelgebruikte techniek blijven.
In 1929 maakte Escher zijn eerste lithografie. Met lithografie kan men ook grijstinten gebruiken, maar het contrast is beperkt. In 1946 waagt Escher zich dan ook aan mezzotint, ook wel 'zwarte kunst' genoemd, omdat hiermee sterker contrast mogelijk is. Mezzotint vergde echter te veel geduld en Escher zou in totaal slechts zeven mezzotinten maken.
Escher bezat een grote technische vaardigheid. Een voorbeeld hiervan is de prent Draaikolken, waarin afbeeldingen van rode en groene vissen het vlak vullen. Beide kleuren werden afgedrukt met hetzelfde blok hout, maar bij het afdrukken van de ene kleur werd het blok 180 graden gedraaid ten opzichte van de afdruk van de andere kleur.
In het begin was techniek belangrijk voor Escher (en dat zou ook zo blijven), maar op een gegeven ogenblik was technische vaardigheid niet meer het hoofddoel. Escher wilde dan de wonderlijke ideeën in zijn hoofd uitdrukken in prenten, en techniek was hiervoor slechts een middel.
In Eschers vroegste werk vinden we vooral landschappen, waarvoor hij inspiratie vond in Italië, en ook wat stillevens en portretten. Pas vanaf zijn veertigste maakte Escher "Escheriaanse" prenten. Hieronder volgt een opdeling van de onderwerpen die typisch zijn voor Escher. De opdeling is artificieel, dekt niet alle prenten, heeft overlappingen en er zijn ook andere opdelingen gepubliceerd.
Andere voorbeelden van prenten waarin regelmatige vlakvulling wordt gebruikt zijn Lucht en water I, Lucht en water II en Dag en nacht. Escher maakte veel prenten met regelmatige vlakvulling en het bleef lange tijd een vruchtbare bron van inspiratie.
Zijn gravures verbeelden vaak onmogelijke constructies, studies van oneindigheid en in elkaar passende geometrische patronen die geleidelijk in volstrekt verschillende vormen veranderen. Vele van de werelden die hij tekende zijn ontworpen rond onmogelijke objecten zoals de Neckerkubus en de Penrose-driehoek. Escher ging vaak uit van regelmatige betegelingen van veelhoeken die door uit- en instulpingen mensen, dieren en andere figuren voorstelden.
Maurits Cornelis was de 13 jaar jongere broer van de geoloog Berend George Escher, wiens belangstelling vooral lag bij de kristallografie. De kristallografe Caroline MacGillavry bracht Escher verder in contact met de wetenschappelijke wereld en organiseerde tentoonstellingen van zijn werk op wetenschappelijke congressen. Haar publicaties over Escher maakten hem bekend in de VS. De meetkundige Donald Coxeter maakte een studie van Eschers werk.
Natuurkundige Stephen Hawking stelde in 2012 dat het heelal zou kunnen lijken op een pentekening, cirkellimiet IV, van Escher.[10][11]
Sinds 16 november 2002 is het voormalige tot museum verbouwde Paleis Lange Voorhout in Den Haag gewijd aan de werken van Escher onder de naam Escher in Het Paleis.
Onder meer
Een expositie over de magische wereld van Escher in Rio de Janeiro is de best bezochte tentoonstelling van 2011 geweest met meer dan 573.000 mensen.[14]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.