Jan, Jans en de kinderen is een wekelijkse gagstrip van telkens één pagina, oorspronkelijk van de hand van Jan Kruis (1933-2017). De eerste aflevering verscheen eind 1970 in het damesblad Libelle. Centraal in de strip staan de dagelijkse belevenissen van de fictieve Nederlandse familie Tromp en hun huisdieren.
Snelle feiten Land van oorsprong, Oorspronkelijke taal ...
De meeste van de eenpaginastrips zijn op zichzelf staande humoristische verhaaltjes, maar soms wordt er ook een vervolgverhaal in verschillende wekelijkse afleveringen verteld.
De naam van de strip is wel in verband gebracht met Jan, Jannetje en hun jongste kind, een boek uit 1842 van E.J. Potgieter.[1] In werkelijkheid kende Kruis dit boek van Potgieter niet op het moment dat hij met Jan, Jans en de kinderen begon. Hij zocht gewoon een goed pakkende, deels allitererende titel en koos voor Jan, Jans..., wat het deels autobiografische karakter dat hij in de strip legde weerspiegelde. Hugo Brandt Corstius verwees in 1977 naar Potgieters boek toen hij in een column in Vrij Nederland een schilderij besprak waarop Kruis de koninklijke familie had uitgebeeld. Kruis schreef hierop een brief aan Corstius omdat hij dacht dat die de naam van zijn strip verkeerd had weergegeven.[2]
Terwijl de personages en samenlevingsvormen in andere bekende familiestrips (zoals De familie Doorzon, Sjors en Sjimmie en De familie Fortuin) vaak onorthodox zijn, valt op dat in Jan, Jans en de kinderen juist een doodgewoon typisch Nederlands gezin centraal staat, als model voor de middenklasse.
Jan Kruis baseerde zich toen hij in 1970 met de strip begon op zijn eigen toenmalige gezinssituatie. Zijn twee dochters Leontine en Andrea waren op dat moment ongeveer zo oud als de twee hoofdpersonages Catootje en Karlijn. Het gezin Kruis had net als het gezin Tromp een teckel, een grote rode kater en een rode auto die in de strip te zien is.[3]De vader van het gezin Tromp stond tot op zekere hoogte model voor Jan Kruis zelf, hoewel hij er heel anders uitziet; net als Kruis zelf heet hij echter Jan.
Situatie van de hoofdpersonages
De familie bestond oorspronkelijk uit vader Jan, moeder Jans en de dochters Karlijn en Catootje. In 1993 kwam er nog een nakomertje, de baby Gertje. Het huisgezin wordt gecompleteerd door de rode kater, de teckelLotje, en later ook de pony Kobus en de Siamese poesLoedertje. Daarnaast spelen ook onder meer Catootjes vriendje Jeroen, nicht Hanna, opa Gerrit en later Moeps Pepernoot een min of meer vaste rol in de verhalen.
Het gezin verhuist al snel na het begin van de strip van een huurflat naar een doorzonwoning. Zeven jaar later (in aflevering 284) verhuizen ze van Rotterdam naar een boerderij in een rustig landelijk dorpje in Drenthe, waar de verhalen zich tot begin 2021 afspelen.[4][5] Het gezin Kruis woonde in werkelijkheid gedurende de eerste jaren van de strip in een eengezinswoning in IJsselmonde, en Kruis is ook in het echt met zijn gezin van Rotterdam naar Drenthe verhuisd.[2] In maart 2021 – in een verhaallijn rondom de coronapandemie die op dat moment op haar hoogtepunt was – verhuist het gezin een derde maal, nu van hun boerderij naar een regulier woonhuis. Vader Jan is namelijk als gevolg van de coronacrisis werkloos geraakt.
De familie Tromp heeft aan het begin nog geen auto, maar krijgt die vrij snel (zie ook #Cameo's).
Maatschappelijke thema's
Veel van de verhaaltjes zijn eenvoudige gags. Geregeld komen er echter op een ludieke manier ook belangrijke maatschappelijke thema's aan bod. Dit gebeurt bijvoorbeeld vaak in de dialogen tussen de volwassen hoofdpersonages. Verder gebruikte Kruis vooral de grote rode kater als een soort spreekbuis van hemzelf. Een aantal van de strips zijn dan ook uitsluitend monologen van deze kater.
Belangrijke thema's die geregeld terugkeren zijn genderongelijkheid en emancipatie. Hoewel de man-vrouwrolverdeling in de eerste jaren nog "klassiek" is, met Jan als de kostwinner en Jans als de huisvrouw, worden de rollen later omgedraaid; Jans krijgt een kantoorbaan en begint zelfs aan een politieke carrière, terwijl Jan nu het hele huishouden doet. Verder bevatten de strips vaak moralistische elementen. Aspecten van de samenleving die op het moment dat de strips verschenen soms nog min of meer taboe waren (zoals homoseksualiteit) worden op een luchtige manier aan de orde gesteld in de vorm van discussies tussen de verschillende hoofdpersonages. De strip bevat op geen enkele manier erotische elementen. Het thema seks komt wel af en toe aan de orde, in de vorm van ongemakkelijke gesprekken tussen Catootje en haar vader. Ook het multiculturalisme komt ter sprake, bijvoorbeeld in enkele afleveringen uit 1977 waarin Karlijn een paar verhaaltjes lang een allochtone vriend heeft.[4]
De strips zijn altijd met hun tijd meegegaan, hoewel de hoofdpersonages niet of nauwelijks ouder zijn geworden. Het huishouden van de familie Tromp is gedurende de eerste paar jaar typisch dat van een doorsnee Nederlands gezin in de jaren 1970. Ook komen in deze periode geregeld tv-programma's ter sprake die op dat moment populair waren, zoals Toppop en Bonanza. Qua kleding en kapsel zijn de personages vervolgens altijd met hun tijd blijven meegaan. Omstreeks de eeuwwisseling deden zaken als het internet en de euro hun intrede in de verhalen. Ook wordt in de verhaaltjes soms verwezen naar de actualiteit van dat moment.
In aflevering 391 (later verschenen in bundelalbum 9) is te zien hoe de hoofdpersonen er in het jaar 2000 uit zouden hebben gezien indien ze sinds hun introductie in 1970 wél zouden zijn verouderd. Gertje is niet opgenomen in dit vooruitzicht, omdat hij op het moment dat het stripje werd getekend nog niet bestond in de serie.
Mensen
Gezin Tromp
Jan: de vader in het gezin. In de loop der tijd evolueert hij van een traditioneel-conservatieve kostwinner tot een moderne vader. Eerst werkte hij bij een oliemaatschappij, later onder meer als schrijver.
Jans: de moeder in het gezin. Zij maakt eveneens een evolutie door van traditionele huisvrouw tot moderne moeder. Ze heeft een tijdje een politieke carrière nagestreefd met een partij uitsluitend voor vrouwen, maar gaf dit op toen Gertje geboren werd. In deze periode ging ook haar karakteristieke knot eraf; in de jaren 00 volgde een tweede metamorfose. Ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum heeft Jans haar knot teruggekregen.
Gertje: zoontje van Jan en Jans, wordt pas later geboren.
Familie, vrienden en kennissen
Jeroentje wordt op een dag door Catootje meegenomen uit school, waarna ze hem voorstelt aan haar ouders. Sindsdien is hij het beste speelkameraadje van Catootje. Ze houden vol dat ze verloofd zijn.
"Opa" (echte naam Gerrit Tromp): de vader van Jan Tromp. Hij is op veel gebieden nog uiterst conservatief. Vooral Catootje, die hij meestal Catelootje noemt, heeft een speciaal plekje in zijn hart.
Moeps Pepernoot: een oude jeugdvriendin van opa Tromp. Ze ontmoeten elkaar opnieuw op latere leeftijd, na het overlijden van haar echtgenoot. Jan Kruis heeft ooit een korte tijd een strip over Moeps Pepernoot gemaakt, maar dat personage lijkt in niets op de Moeps uit de Jan-Jans-strips.
Gijs: de oudere broer van Jan Tromp. Hij is een onzichtbaar personage, er wordt alleen soms over hem gesproken. In een verhaal dat is gebundeld album 12 (1982) beweert Jan dat Gijs niet alleen een eigen zaak heeft, maar ook met de belastingen "rommelt".
Harold: een klasgenoot van Jeroentje en Catootje. In album 12 komt hij samen met zijn vader in de straat wonen. Hij heeft vaak dure nieuwe dingen die hij cadeau krijgt van zijn vader om diens afwezigheid af te kopen.
Thomas: een van de vriendjes van Karlijn. Na haar oude vriendjes Mike, Ho-Wang en Arend-Jan blijft het een tijdje stil totdat Karlijn Thomas ontmoet.
Germaine: een vriendin en klasgenoot van Karlijn die in album 35 verscheen. In album 33 is zij een gespreksonderwerp. Karlijn vond haar in het begin een verwaand meisje, maar later zijn ze vriendinnen geworden.
Oma Stien: de moeder van Jans. Na een misgelopen huwelijk is ze naar Amerika geëmigreerd, maar ze komt nog af en toe terug naar Nederland om het gezin Tromp op te zoeken.
Ank: een vriendin van Jans die af en toe in beeld verschijnt.
Karla: de beste vriendin van Jans.
Overige menselijke personages
Cora: een vriendin van Karlijn, met name in de beginjaren van de strip
Carla: eigenaresse van Carla's Dierenpension. Ze is soms te zien als het gezin op vakantie gaat
Zwaantje Bonebrood: een zeer eigenzinnige, zwaar rokende en daarnaast erg lelijke schoonmaakster. In haar jeugd heeft ze allerlei mislukte studies gedaan. Ze heeft een tijdlang bij de familie Tromp thuis Jan geholpen met het huishouden, totdat ze door hem de deur uit werd gezet en vervolgens een rechtszaak probeerde aan te spannen (zie de stripjes 1075-1081, verschenen in album 25).
Arie Bonebrood ("Rare Arie"): Zwaantjes vader en een oude schoolgenoot van opa Tromp. Arie en opa Tromp hebben ook een keer naast elkaar in het ziekenhuis gelegen (album 21).
Sientje: het dochtertje van Hanna. Ze is geboren in het huis van de familie Tromp (album 11).
Jean-Pierre: was korte tijd de pianoleraar van Jans, en probeerde haar toen een veel te dure piano te verkopen. Hij is nooit meer teruggekomen nadat opa Tromp en Hanna hem in stripje 955 (verschenen in album 22) als een oplichter ontmaskerden.
Hendrika de Groot dook ooit op als oude klasgenoot van Jan. Zij werd geboren als Henk de Groot en is transgender. Daarnaast is ze werkzaam bij een uitgeverij en hielp Jan in de tijd dat hij schrijver was.
Aisha is een kennis van Jans, die ooit gevlucht is naar Nederland (zie album 56).
Cameo's
Jan Kruis gaf zichzelf, zoals wel vaker wordt gedaan door striptekenaars, af en toe cameo's. Als Karlijn en Catootje een keer staan te liften, komt Kruis in een rode MG voorbij. Hij besteedt, evenals de andere automobilisten, echter geen aandacht aan de meisjes. In de stripjes 66-68 geeft Kruis zichzelf een bijrol als berooide striptekenaar, die noodgedwongen zijn gekoesterde Rooie Marietje aan de familie Tromp verkoopt om zijn schulden bij de Belastingdienst af te kunnen betalen. (Dit kwam overeen met Kruis' werkelijke financiële situatie op dat moment.) Na de overname door Studio Jan Kruis kwamen Jan en Catootje de oorspronkelijke eigenaar weer tegen.
Uitgever Joop Wiggers, striptekenaar Martin Lodewijk en stripfiguur Agent 327 hebben in de begintijd regelmatig cameo's in de achtergrond.
Dieren
De Rode Kater: de kat van het gezin Tromp. In het eerste album noemt Jans hem "Edgar Allen Poes". Hij zit meestal op de bank in de woonkamer en staat bekend om zijn filosofische kijk op het leven. In een aantal strips komt alleen de rode kater in beeld, om een monoloog te voeren.
Lotje: het teckeltje van de familie. Ondanks de vrouwelijke naam is Lotje geen teef, maar een reu. Lotje heeft zich verschillende historische of bekende personen gevoeld, zoals Napoleon en de voetballer Diego Maradona.
Loedertje: een Siamese poes, die op een dag als zwerfkat tevoorschijn komt uit het ventilatiekanaal in het toilet van de familie Tromp. (zie album 5)
Kobus: de witte pony die Catootje cadeau krijgt van Sinterklaas als de familie naar Drenthe is verhuisd. (zie album 7)
Josephine: het hondje van oma Stien. Ze is een vrouwelijk teckeltje en heeft altijd een strik om.
Mops: het hondje van Moeps. Ze is een kleine buldog, maar dat wil ze zelf nooit toegeven omdat ze denkt dat mensen buldogs eng vinden.
Anne-Marie: het hondje dat Jeroentje heeft overgenomen van de familie Tromp. Ondanks zijn naam is hij een reu; hij is transseksueel. Verder is hij een pitbull, hoewel hij steevast volhoudt dat hij een keeshond is.
In de jaren 60 schreef Kruis, die toen al enige tijd actief was als striptekenaar voor diverse jeugdtijdschriften, in opdracht van Hergé voor Kuifje een strip genaamd Gregor. Deze strip doet qua stijl erg denken aan Jan, Jans en de kinderen, en wordt daarom vaak gezien als de rechtstreekse voorloper van Kruis' bekendste strip.
De allereerste Jan, Jans en de kinderen-strip verscheen op 12 december 1970 in Libelle.[6][7] De strip werd al snel steeds bekender. VNU Media (destijds VNU) zag er echter geen heil in om de stripjes gebundeld in albumvorm uit te gaan geven. Dit werd toen alsnog gedaan door de kleine uitgever Joop Wiggers, waarna het een groot succes bleek; er zijn inmiddels miljoenen Jan, Jans en de kinderen-albums over de toonbank gegaan.[8] (zie verder #Albums)
In het begin maakte Kruis Jan, Jans en de kinderen nog helemaal zelf. Later hielp zijn vrouw Els (op wie het personage Jans in de strip is gebaseerd) bij het inkleuren. Per week was Kruis gemiddeld drie à vier dagen kwijt aan het maken van de strip.[9]
In 1999 werd de strip na bijna 30 jaar overgedragen aan Studio Jan Kruis, met diverse tekenaars en schrijvers. Jan Kruis verklaarde in 2012 in een interview bij de overname door Studio Jan Kruis een "dubbelslachtig gevoel" te hebben gehad.[10][9]Van 2013 tot 2020 werden de scenario's geschreven door Peter Weijenberg. Sinds november 2020 schrijft Barbara Stok de gags.[7]
Naast de wekelijkse strips in Libelle zijn er door de jaren vele albums uitgebracht, waarin steeds een aantal van de wekelijkse afleveringen (meestal die van een heel jaar, ongeveer 50) is gebundeld. Inmiddels zijn er 73 albums verschenen.
Tekenfilms
In de jaren 90 werden twee tekenfilms gemaakt die gebaseerd zijn op gags uit de eerste drie albums: Koningskinderen en Kung-pfoe.
Muziek
Willem Wilmink schreef 12 liedjes waarvan de songteksten gebaseerd waren op gags uit de strip. De liedjes zijn op muziek gezet door Harry Bannink en uitgebracht op de cd De tekenaar heeft een man gemaakt (1992).[11] Wilmink schreef ook samen met Jan Kruis de strip- en verhaaltjesbundel Kerstverhalen van Jan Kruis en Willem Wilmink (1991).
Vanaf oktober 2005 werd de musical Jan, Jans en de kinderen opgevoerd, met teksten van Niek Barendsen die ook de rode kater speelt, regie van Gijs de Lange en muziek van Henny Vrienten. Plien van Bennekom speelde Jans in deze musical. De rol van Jeroentje werd hier gespeeld door Alex Klaasen, die ook de rol van veel andere karakters op zich nam.
Spin-off-strips
Vanaf 2009 had Karlijn een tijdlang haar eigen serie in het maandblad Jetix Meiden Magazine, Karlijns Leven. Deze strip omvatte in vijf pagina's het leven van Karlijn met haar vriendjes, vriendinnen en puberproblemen. Voor het weekblad Tina wordt Karlijn, Catootje en de Ouders gemaakt. Ook de rode kater had een tijdlang zijn eigen krantenstrip.
De strip is ook buiten Nederland bekend geworden en in meerdere talen vertaald. In het Duits heet de strip Ulli, Ulla und die Kinder.[12] In het Engels is de strip vertaald als Jack, Jacky and the Juniors.[13]
In april 1999 startte de Stichting Volksgezondheid en Roken (Stivoro) een campagne tegen het meeroken van kinderen. Aan deze campagne verleenden Jan Kruis en zijn stripfiguren hun medewerking. In het bewuste filmpje bezoekt opa Tromp zijn pasgeboren kleinzoon Gertje, maar hij moet van Jan Tromp wel zijn sigaar uitdoen.
Bepaalde elementen, taalvondsten en andere aparte ideeën van Kruis uit de strip zijn een eigen leven gaan leiden. Zo is Sint Pannekoek in sommige plaatsen in Nederland uitgegroeid tot een ware traditie. De standaard begroetingskreet van Jeroentje Hoi, pipeloi en de term je-weet-wel-kater zijn vaste onderdelen geworden van de Nederlandse taal.
Er zijn stickers, schoolagenda’s, badspullen en dergelijke op de markt gebracht met daarop personages uit Jan, Jans en de kinderen. Ook van bekende spelletjes zoals domino zijn varianten bedacht op basis van de strip.[14]