Remove ads
soort uit het geslacht Zea Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Maïs (uitspraak: [ˈmajis]) of mais[1] (uitspraak: [mɑjs]) (Zea mays) is een graan afkomstig uit Midden-Amerika en behoort tot de grassenfamilie. De plant werd al ongeveer 10.000 jaar geleden gedomesticeerd door de inheemse volkeren van zuidelijk Mexico.[2] Maïs is een directe domesticatie van de ondersoort Zea mays subsp. parviglumis.
Maïs | ||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||||
Zea mays L. (1753) | ||||||||||||||||||
Maïskorrels | ||||||||||||||||||
Dentkorrels | ||||||||||||||||||
Flintkorrels | ||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||||
Maïs op Wikispecies | ||||||||||||||||||
|
Maïs is een eenhuizige plant. De mannelijke bloeiwijze (de pluim) zit aan de top van de stengel en draagt de helmknoppen, de vrouwelijke bloeiwijze (de kolf) bevindt zich aan de bladoksels en bestaat uit een spil met daaromheen een aantal rijen vruchtbeginsels waaruit de korrels ontstaan. Het stuifmeel wordt via de wind meegevoerd naar andere maïsplanten, waar bevruchting plaatsvindt in afzonderlijke korrels.[3]
Maïs is in veel delen van de wereld een onderdeel van het basisvoedsel. De totale wereldwijde productie van maïs werd geschat op 1,05 miljoen ton in 2019 en overstijgt daarmee de productie van tarwe en rijst.[4] Van al het maïs wordt maar weinig rechtstreeks door de mens geconsumeerd: het meeste wordt gebruikt voor de productie van veevoer, bio-ethanol en bepaalde maïsproducten, zoals maïszetmeel en glucosestroop.
Maïs komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika, waar het gewas duizenden jaren geleden door de oorspronkelijke bewoners veredeld werd tot grotere, voedzamere kolven. Zij zochten steeds de beste, lekkerste en grootste kolven uit om de maïs mee voort te planten. Waarschijnlijk zijn ze ooit begonnen met de teosinte, een klein grasplantje. Columbus, die in 1492 Amerika ontdekte, heeft de maïsplant meegenomen naar Spanje, waar het gewas direct goed gedijde. Voor het koudere klimaat hebben de Europeanen de maïs zelf verder veredeld, waarna de plant het in koudere gebieden ook steeds beter ging doen. In de noordelijke regio's wordt maïs sinds de laatste halve eeuw ook veelal geoogst als silagegewas (snijmais) waarbij het niet volledig afgerijpt gewas wordt gehakseld waardoor het gewas middels de vorming van melkzuurbacteriën kan worden geconserveerd.
Bij maïs zijn de vrouwelijke en mannelijke bloemen van elkaar gescheiden (eenslachtig), maar zitten wel op dezelfde plant (eenhuizig). Aan de top van de plant zitten in de pluim de mannelijke bloemen. Ongeveer halverwege de plant zitten in de oksels van de bladeren één of meer kolven, bestaande uit de vrouwelijke bloemen.
Maïs is een windbestuiver. Vroeger bestonden de rassen uit zogenaamde open bestoven rassen. Tegenwoordig zijn bijna alle maïsrassen hybriden. Afhankelijk van de opbouw wordt gesproken van enkelvoudige (opgebouwd uit twee inteeltlijnen), drieweg- (drie inteeltlijnen) of dubbele (vier inteeltlijnen) hybriden. Door maïsplanten via zelfbestuiving in te telen verkrijgt men inteeltlijnen. Als deze inteeltlijnen elkaar in specifieke combinaties bestuiven, ontstaan er beter groeiende en hoger opbrengende planten. Dit effect noemen we "heterosis". Kruisbestuiving wordt verkregen door de moederplanten te ontpluimen.
Maïs behoort tot de monocotylen of eenzaadlobbige planten. Het reservevoedsel zit bij de maïskorrel dus opgeslagen in het endosperm. Er wordt onderscheid gemaakt in dent en flint. De dentkorrel is te herkennen aan het deukje in de top van de korrel. Een maïskorrel van het denttype bestaat voor 80% uit koolhydraten (zetmeel en suikers), 10% eiwit, 4,5% olie, 3,5% vezels en 2% mineralen. Het zetmeel bestaat hoofdzakelijk uit twee polysachariden, waarvan amylopectine met 75 à 80% van de hoeveelheid polysachariden de belangrijkste is. Amylose is de andere belangrijke polysacharide. Bij de kleefmaïs bestaat het zetmeel in de korrel hoofdzakelijk uit amylopectine.
Maïs wordt op verschillende manieren als voedsel gebruikt:
Daarnaast wordt maïs gebruikt als grondstof voor biobrandstof zoals bio-ethanol en biodiesel. Ook wordt maïs gebruikt bij vergisting voor de productie van biogas.
In Nederland wordt in de landbouw meer dan 200.000 ha snijmaïs geteeld, in België meer dan 220.000 ha die vooral bestemd is als veevoer in de rundveehouderij. Omdat het klimaat eigenlijk te koel is voor maïs, worden de korrels hier niet rijp. Er zijn echter wel vroege tot zeer vroege rassen ontwikkeld, die voor de teelt van korrelmaïs gebruikt kunnen worden. Als regel wordt er geoogst tussen half september en half oktober, als de korrel hard deegrijp is. Bij een door nachtvorst vrijwel geheel bevroren gewas dient niet te lang met oogsten gewacht te worden. In verband met de stikstofreductie moet de snijmais voor 1 oktober geoogst zijn, omdat er daarna nog een vanggewas ingezaaid kan worden. Er kan echter ook een vanggewas als onderzaai gelijk met de snijmais ingezaaid worden en dan mag er later geoogst worden. In het algemeen wordt het gehele gewas met blad, stengel en kolven verhakseld met een maïshakselaar en ingekuild. Maïs kan echter ook in de vorm van korrelmaïs, natte korrelmaïs met spil (CCM = Corn Cob Mix) zowel voor varkens als voor rundvee en voor maïskolvensilage (MKS) voor rundvee geoogst worden.
In 1970 bedroeg de oppervlakte aan snijmaïs in Nederland 6.400 ha, maar in 1994 was dit toegenomen tot 230.000 ha, een aanzienlijk deel van het Nederlandse landbouwareaal.[5] Mede door de grotere mestgift die toegestaan was op maïsakkers nam daardoor ook de oppervlakte aan fosfaatverzadigde gronden toe.
De drogestofopbrengst aan snijmaïs bedraagt in Nederland tussen de 10 en 23 ton/ha.
Ook wordt in België en Nederland suikermaïs (Zea mays convar. saccharata) voor de verse consumptie geteeld. De korrels worden in het zogeheten melkrijpe stadium geoogst. Het optimale oogststadium wordt bereikt als de kolfkwast donkerbruin verkleurd is, de korrels tot bijna boven in de kolf warmgeel van kleur en nog niet ingedeukt zijn. Er kan onderscheid gemaakt worden in extra zoete en normaal zoete suikermaïs. Normaal zoete suikermaïs heeft een vrij laag suikergehalte en wordt in België en Nederland weinig geteeld. Extra zoete suikermaïs kan, doordat de omzetting van suiker naar zetmeel genetisch geblokkeerd is, wel tot 20% suiker bevatten. De genetische blokkade bij extra zoete maïs berust op een ander gen dan dat van normaal zoete maïs. Daarom mogen extra zoete maïs en normale suikermaïs niet bij elkaar staan en ook niet in de buurt van snijmaïs, omdat bij bestuiving de blokkade van suiker naar zetmeel wordt opgeheven.
Sinds het begin van dit millennium wordt er in Nederland energiemaïs verbouwd. Deze maïs kan iets later zijn dan gewone snijmaïs, maar dient wel af te rijpen tot meer dan 30% droge stof van de gehele plant. Bij een energiemaïsras is de methaangasopbrengst per ha dé maatstaf.
In een mestvergister wordt mest van een rund of varken gedaan en deze wordt gemengd met een akkerbouwproduct (co-vergisting, dit is vaak energiemaïs). Tijdens het vergisten ontstaat er biogas. Biogas kan gebruikt worden als brandstof of om elektriciteit mee op te wekken.
Zie ook: Biologische zaaitabel
Siermaïs is maïs die gebruikt wordt in de bloemsierkunst. Hiervoor worden verschillende rassen gebruikt, waaronder aardbeienmaïs en Amero.
Siermaïs kiemt na 10 tot 14 dagen bij 19-22 °C. De rassen die als siergewas worden gebruikt, dienen zo vroeg mogelijk gezaaid te worden, omdat de afrijping anders te wensen kan overlaten. Dit geldt in het bijzonder voor aardbeienmaïs. Voor de buitenteelt kan tussen eind april tot en met juni gezaaid worden.
Veredelingsbedrijven hebben inmiddels een hele reeks genetisch gemodificeerde rassen gekweekt en op de markt gebracht. Zo zijn maïsrassen resistent gemaakt tegen de Europese maïsboorder (Ostrinia nubilalis) en zijn rassen van maïs ongevoelig gemaakt voor bepaalde herbiciden (voor het bedrijven van monocultuur).
Over genetisch gemodificeerde maïs is veel discussie. Zo zou uit een onderzoek zijn gebleken dat de sinds januari 2006 in de EU toegelaten genetische gemodificeerde maïsrassen met de 'MON863'-gencombinatie (event) groeistoornissen en leverschade en nierschade veroorzaakte bij ratten.[6] De publicatie van dit onderzoek in het wetenschappelijk tijdschrift Food and Chemical Toxicology werd echter een jaar later door de redactie weer ingetrokken na kritiek van andere wetenschappers dat het onderzoek ondeugdelijk was uitgevoerd (Séralini-affaire).
De gentechbedrijven hebben een monopoliepositie op de markt, waardoor de maïsproducenten voor hun productie sterk afhankelijk worden van een klein aantal bedrijven. Monsanto produceert naast genetisch gemodificeerde gewassen ook onkruidbestrijdingsmiddelen. Hierbij wordt ingespeeld op de monopoliepositie die het bedrijf heeft, door de maïs door middel van genetische modificatie resistent te maken tegen de eigen onkruidverdelger Roundup. Deze actie heeft op veel verzet gestuit, omdat een maïsproducent op deze manier verplicht is om ook zijn bestrijdingsmiddelen bij Monsanto in te kopen, als hij deze maïssoort aanschaft. Alhoewel er zeer veel maïshybriden zijn die niet genetisch gemodificeerd zijn en deze voor alle boeren beschikbaar blijven. Men is dus niet van deze modificaties afhankelijk.
Maïs behoort tot de groep C4-gewassen, een groep planten die met een beperkte ademhaling een zeer hoge koolstofopname hebben. Eén hectare maïs absorbeert 22 à 44 ton CO2 per jaar, en produceert 16 à 32 ton zuurstof per jaar. Dit is aanzienlijk meer dan wat 1 hectare bos per jaar aan zuurstof kan leveren. Alleen komt de opgeslagen koolstofdioxide na vervoedering weer in het milieu, meestal binnen een jaar. Bij bossen wordt de koolstofdioxide langer vastgelegd en komt pas vrij bij afbraak of verbranding van het hout. Dit komt doordat koolstofopname door planten een kortcyclisch proces is, in tegenstelling tot koolstofopname die gepaard gaat met fossilisering, zoals bij steenkool- en aardolievorming. (Zie ook koolstofkringloop).
Ondersoorten:
Verwante soorten:
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.