Trip (ook: Trip van Zoudtland, Laman Trip, Sibenius Trip en Van Vierssen Trip) is een Nederlands geslacht van kooplieden die in de 17e en 18e eeuw tot de Amsterdamseregentenklasse ging behoren en waarvan takken begin 19e eeuw in de Nederlandse adel werden opgenomen.
De stamreeks begint met Gerrit Jansz. Trip die zich in 1495 in Zaltbommel vestigde.[2] Via Emmerik en Dordrecht kwam een aantal leden in Amsterdam terecht.
Twee achterkleinzonen van Gerrit Jansz. Trip, de gebroeders Elias (1570-1636) en Jacob Trip (1576-1661), vestigden zich vanuit Dordrecht in Amsterdam en vormden in 1634 een handelsfirma die haar fortuin maakte met onder andere wapenhandel. Ook waren de Trippen betrokken bij de ijzerhandel en legden zich toe op het vervoer van Zweeds koper uit de mijnen die werden geëxploiteerd door Louis de Geer.
In de 17e eeuw gingen leden van het geslacht onderdeel uitmaken van het Amsterdamse regentenpatriciaat en verwierf de familie een vooraanstaande plaats te midden van het Amsterdamse en Hollandse regentenpatriciaat. Het paleisachtige Trippenhuis werd in 1660-1662 gebouwd voor Louis of Lodewijk (1605-1684) en Hendrick Trip (1607-1666), zonen van Jacob Trip. Het gebouw bleef tot begin 19e eeuw in handen van de familie Trip. Hierna deed het onder meer dienst als onderkomen van het Rijksmuseum.
Na 1800 raakte de Amsterdamse familie bijna uitgestorven.[bron?]
In 1815 werd Jean Louis Trip van Zoudtland (1750-1822) benoemd in de ridderschap van Brabant waardoor hij en zijn nakomelingen tot de Nederlandse adel gingen behoren en zij het predicaat jonkheer en jonkvrouw mochten gaan voeren. In 1817 en 1818 werden twee leden van de familie verheven in de Nederlandse adel. Niet-adellijke takken werden in 1963 vermeld in het Nederland's Patriciaat.
Elias Trip (1570-1636), groothandelaar in geschut, ijzer en koper, bewindhebber V.O.C. Hij trouwde in 1592 met Maria de Geer (1574-1609) uit Luik en in 1611 met Alijdt Adriaensdr (1589-1656) uit Dordrecht. Vervolgens vestigde hij rond 1615 zich in Amsterdam toen hij werd benoemd als bewindhebber van de Vereenigde Oostindische Compagnie. Zijn achterneef Pieter Trip (1579-1655), getrouwd met de weduwe Christina de Graeff (1601-1679), was zijn belangrijkste compagnon. Over de kinderen uit zijn eerste huwelijk valt niet veel te melden, maar de dochters uit zijn tweede huwelijk trouwden allen met een lid van de familie Coymans
Maria Trip (1619-1683); trouwde in 1641 met Balthasar Coymans (1589-1657), die 30 jaar ouder was, en daarna met Pieter Ruysch, geschilderd door Rembrandt. Firmant firma Balthasar Coymans en Broeders
Adriaan of Adrianus Trip (1621-1684), trouwde met Adriana de Geer, telg uit de adellijke familie De Geer. Koopman in ijzer, koper en geschut in de Zweedse stad Norrköping. Hij zou in 1646 verhuisd zijn naar Zweden, sinds 1653 Zweeds burger zijn en daar in de adelstand zijn verheven.[3] Het lukte hem de omvangrijke schuld van den Zweedse staat aan het handelshuis Trip te regelen; in het jaar van zijn terugreis naar Nederland ontving hij een schenking van enige boerderijen in het noorden van Halland. Hij of een naamgenoot was betrokken bij de turfexploitatie in Oost-Groningen; zie verder Tripscompagnie.
Louis Trip, heer van Warffumborg (1654-1698), trouwde in 1679 met Johanna Margaretha de Geer (1648-1680), telg uit de adellijke familie De Geer. In 1695 kocht hij samen met de jurist Michiel van Bolhuis, het eiland Rottumeroog. Het eiland werd in 1706 verkocht aan Donough MacCarthy.[4]
mr. Adriaan Joseph Trip, heer van Vreedenburg (1686-1748), raad van Groningen
Jan Lucas Trip, heer van Vreedenburg (1726-1786), artilleriemeester en majoor van Stad en Lande
jhr. Jean Louis Trip, heer van Zoudtlandt (door koop in 1811) (1750-1822), drossaard van Zevenbergen, burgemeester van Hattem
jhr. Otto Ernst Gelder Trip van Zoudtlandt (1774-1816), luitenant-kolonel bij de gardes van den Koning van Engeland, adjudant bij het Nederlands Hoofdkwartier 1815
jkvr. Anna Wilhelmina Johanna Sara Trip van Zoudtlandt (1831-1911), laatste telg van de tak Trip van Zoutlandt
jhr. mr. Adriaan Joseph Trip (1755-1833), lid provinciale staten van Groningen, later van Drenthe
mr. Jacob Elias Trip (1688-1719)
mr. Lucas Trip (1713-1783), burgemeester van Groningen, lid van de Staten-Generaal, van gedeputeerde staten van Groningen, van de Generaliteitsrekenkamer, van de provinciale Rekenkamer en van de Raad van State; trouwde in 1738 met Beerta Sibenius (1718-1776), stamouders van de niet-adellijke tak Sibenius Trip
mr. Johan Sibenius Trip (1740-1797), procureur-generaal Hoge Justitiekamer te Groningen
dr. Jacob Trip (1749-1803), kapitein-ingenieur
mr. dr. Beerend Trip (1786-1853), advocaat
Abrahamina Johanna Trip (1812-1888); trouwde in 1836 met dr. Wolter Robert baron van Höevell (1812-1879), Nederlands koloniaal hervormer en Indisch specialist van de liberalen in de Tweede Kamer
Cornelia Francisca Trip (1814-1862); trouwde in 1843 met haar zwager mr. dr. Jacob Diederik baron van Höevell (1814-1885), rector Latijnse school te Dordrecht
mr. Jan Sibenius Trip (1830-1910), procureur-generaal Hooggerechtshof in Nederlands-Indië
Hindrietta Ferdinande Trip (1792-1840); trouwde in 1816 met mr. Berend Wichers (1790-1876), president provinciaal Gerechtshof van Groningen, lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, lid gemeenteraad van Groningen
Joseph Trip (Norrköping, 1656-1716), lid van de Admiraliteit van Amsterdam en van Harlingen, lid van gedeputeerde staten van Groningen, secretaris en raadsheer te Groningen. Hij werd in 1675 student in Groningen. Hij trouwde met Beerta Elisabeth Gockinga (1657-1711), en was de stichter van de Groningse tak.[5] Hij woonde in Wildervanck.
Scato Trip (1686-1721), lid Staten-Generaal voor Groningen, lid Raad van State
Hindrik Jan Trip (1715-1780), gouverneur van Coevorden 1770, luitenant-generaal 1772
Rolijna Maria Trip (1740-1823); trouwde in 1765 Willem Carel Hendrick des H.R.Rijksgraaf van Randwijck (1730-1803), luitenant-generaal infanterie, commandant van Groningen en Nijmegen
mr. Scato Trip (1742-1822)
jhr. mr. Herman Trip (1776-1846), wethouder van Groningen, lid provinciale staten van Groningen
jhr. mr. Willem Laman Trip (1809-1873), lid van de ridderschap van Groningen, verkreeg bij KB in 1870 naamstoevoeging van Trip tot Laman Trip, stamvader van de tak Laman Trip
jhr. Herman Laman Trip (1840-1928), generaal-majoor infanterie, lid Hoog Militair Gerechtshof, adjudant i.b.d. van Koningin Wilhelmina
jhr. Willem Laman Trip (1877-1972), kolonel titulair infanterie, oud-adjudant en particulier secretaris van Prins Hendrik, adjudant i.b.d. van Koningin Wilhelmina en H. M. de Koningin
jhr. ir. Rutger Egbert Laman Trip (1905-1985), lid Electriciteitsraad
jkvr. Anna Maria Jacoba Laman Trip (1917-2002); trouwde in 1947 Jacob Frans Drijfhout van Hooff (1912-1993), schout-bij-nacht, directeur-generaal Loodswezen
jhr. Albert Dominicus Laman Trip (1881-1960), oud-hofmaarschalk van Koningin Wilhelmina, luitenant-kolonel Koninklijke marechaussee, kamerheer i.b.d. van H. M. de Koningin
jkvr. Française Jacqueline Laman Trip (1921-1988); trouwde in 1944 met mr. Carel baron de Vos van Steenwijk (1919-1999), onder andere lid provinciale staten van Noord-Holland, directeur Europese Investeringsbank
jhr. ir. Willem Laman Trip (1877-1943), administrateur Landbouw Hogeschool te Wageningen; trouwde in 1908 met zijn schoonzus Maria Elisabeth verLoren van Themaat (1877-1958), lid van de familie Verloren
jkvr. Antonia Catharina Laman Trip (1879-1970); trouwde in 1904 met prof. mr. dr. Hendrik verLoren van Themaat (1874-1966), burgemeester van Baflo en daarna van Velsen, hoogleraar aan de Universiteit te Stellenbosch
jhr. mr. Herman Laman Trip (1881-1928); trouwde in 1914 met jkvr. Agathe Henriëtte Maria de Beaufort (1890-1982), historica en letterkundige
jhr. Wihem Laman Trip (1845-1894), lid gemeenteraad van Vlissingen, burgemeester van Leerdam, daarna van Doesburg
jhr. mr. Hendrik Richard Adriaan Laman Trip (1882-1962), burgemeester van Doorwerth
jhr. mr. Hindrik Jan Trip (1811-1876), lid raad en wethouder van Groningen, lid provinciale staten van Groningen
jhr. mr. Hector Livius van Vierssen Trip (1838-1922), naamstoevoeging bij KB van 1873 van Trip tot Van Vierssen Trip, stamvader van de tak Van Vierssen Trip
jhr. mr. dr. Gustaaf Willem van Vierssen Trip (1874-1960), oud-vicepresident arrondissementsrechtbank te Rotterdam, voorzitter Raad van Beroep directe belastingen
jhr. dr. Hector Livius van Vierssen Trip (1906-1993), chirurg, stamvader van de Canadese tak; publiceerde in 1989 The Trip family. An outline of five centuries. Short history of the earlier Trips and an autobiography
jhr. mr. Hendrik Jan van Vierssen Trip (1877-1954), vicepresident van het Hooggerechtshof van Nederlands-Indië
Hindrik Rudolph Trip (1719-1762), griffier Stad en Lande van Breda, uit wie niet-geadelde takken
Hendrik Rudolph Trip (1757-1837), ontvanger Directe belastingen
Hendrik Rudolph Trip (1779-1865), luitenant-generaal artillerie, directeur-generaal van Oorlog, adjudant-generaal van Koning Willem I, lid (vanaf 1839) en voorzitter (1845-1849) van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Ridder Militaire Willems-Orde
Jacobus Trip (1627-1670), advocaat, trouwde met Elisabeth Bicker en daarna Margaretha Munter (1639-1711)
Jan Trip (1664-1732), sinds 1724 heer van Berkenrode[6], onder andere burgemeester van Amsterdam en directeur van de Sociëteit van Suriname; trouwde in 1690 met Margaretha Cesilia Nijs (1671-1699), en hertrouwde in 1713 met Elisabeth Thiellens (1652-1724), vrouwe van Berkenrode
Sara Maria Trip (1693-1721) trouwde met de weduwnaar Jan Corver (1688-1719)
Jacobus Trip (1695-1729), trouwde met Elisabeth Thielens en 2. Agatha Maria Pancras
Johanna Elisabeth Trip (1719-1750) trouwde in 1738 met Pieter Clifford, eigenaar van de Hartekamp
Lucas Trip (1666-1734), burgemeester van Amsterdam in 1720, 1732, 1734. Eigenaar van de buitenplaats Meervliet bij Velsen. Trouwde met Elisabeth Calkoen
Dirck Trip (1734-1763); trouwde met Jacoba Elisabeth van Strijen (1741-1816), bewoonde Herengracht 516 en 518; zijn weduwe hertrouwde Carel George van Wassenaer Obdam
Cornelis Trip (1695-1753), heer van Goudriaan en Langerak, vroedschap en burgemeester van Amsterdam, directeur van de Sociëteit van Suriname 1733-1748, woonde op Herengracht 52, 54, 56, 97 en op Keizersgracht 71, 73 en op 127
Lucas Trip (1720-1752), schepen en directeur van de Sociëteit van Suriname (1749-1751); woonde op de Herengracht bij de Korsjessteeg, Herengracht 539, 609 en Keizersgracht over de Gouden Ketting
Jacobus Trip (1671-1728), raad bij de Admiraliteit van Amsterdam
Margaretha Trip (1699-1778); trouwde in 1720 met Harmen Hendrik van de Poll (1697-1772), directeur van de Sociëteit van Suriname (1727-1750), burgemeester van Amsterdam, werd in 1748 geremoveerd uit de vroedschap; ze bewoonden Herengracht 473 en 619
Jan Trip (1702-1772), bewindhebber van de West-Indische Compagnie; trouwde in 1722 met Elisabeth Johanna Schilthouwer (1705-1738), en hertrouwde in 1739 met Margaretha Agatha van de Poll (1704-1777)
Jacobus Trip (1723-1756), kapitein der burgerij; trouwde in 1748 met Maria Catharina Berewout (1725-1773)
mr. Jan Trip (1753-); trouwde in 1775 met Anna Maria Schuijt (1757-1805)
Johanna Frederica Trip (1776-1802); trouwde in 1801 met Willem Karel de Perponcher Sedlnitsky (1775-1857), luitenant-generaal, ridder 4e klasse in de Militaire Willems-Orde
Jacob Trip (1575-1661); trouwde in 1603 met Margaretha de Geer; beiden geschilderd door Rembrandt. . Het gezin Jacob Trip bleef op Dordrecht georiënteerd. Jacob en Margarita trouwden in Dordrecht, ze werden er begraven en hun zeven kinderen werden er gedoopt, waarvan er vijf ook in Dordrecht trouwden.
Jacob Trip (1604-1681), in 1651 door zijn broers uitgekocht voor 200.000 gulden; trouwde in 1634 met Johanna Godin (1606-1648); zij woonden eerst in de Sint Antoniesbreestraat en vanaf 1652 op de Oude Turfmarkt
Louis Trip (1605-1684), trouwde in 1631 met Emerentia Hoefslager (1614-1673); zij woonden eerst in de Sint Anthoniesbreestraat, samen met zijn broer Hendrik opdrachtgever en bewoner van het Trippenhuis
Jacob Trip (1636-1664), trouwde in 1658 met Margaretha Trip (1637-1711)
Louis Trip (1638-1655), vermoedelijk geportretteerd door Ferdinand Bol[8]
Margaretha (1640-1714), geschilderd door Bartholomeus van der Helst en door Ferdinand Bol, trouwde in 1659 met Samuel de Marez (1632-1691)
Anna Maria Trip (1652-1681), geschilderd door Ferdinand Bol, trouwde met Wouter Valckenier (1650-1707)
Hendrik Trip (1607-1666); trouwde in 1633 met Cecilia Godin (1607-1637) en in 1646 met Johanna de Geer (1629-1691); hij woonde sinds 1644 op de Oude Turfmarkt en was samen met zijn broer Louis opdrachtgever en bewoner van het Trippenhuis; het echtpaar, maar ook de kinderen, zijn geschilderd door Ferdinand Bol
Margaretha Trip (1637-1711), trouwde in 1658 met Jacob Trip (1636-1664) en hertrouwde als weduwe in 1674 met Jan Munter (1634-1713)
Matthias Trip (1648-1695), bewoonde het Trippenhuis tussen 1662 en 1683 en trouwde in 1683 met Margaretha Trip, afkomstig uit Dordrecht[9]; ze bewoonden Keizersgracht 643 bij de Reguliersgracht
Marie Trip (1687-1732), trouwde in 1711 met de weduwnaar Gerard Bicker (II) van Swieten (1683 of 87-1753)
Johanna Trip (1689-1710), trouwde in 1709 met Joan Corver (1688-1719), broer van Gerrit Corver. Hij trouwde daarna met haar nicht Sara Maria Trip
Jacob Trip (1650-1695), bewindhebber van de VOC, bewoonde het Trippenhuis, eigenaar van Meer en Berg in Heemstede[10]
Louis Trip (1653-1707); trouwde met Anna Nuyts (1652-1719) en bewoonden het Trippenhuis. Hij werd in de Westerkerk begraven; zij in de Oosterkerk