Sofia Goebaidoelina studeerde piano en compositie aan het conservatorium van Kazan, daarna compositie aan het conservatorium van Moskou. Al vroeg weigerde Goebaidoelina zich te conformeren aan het door de autoriteiten opgelegde socialistisch-realisme. Bij haar eindexamen werd ze door haar professoren om haar gevaarlijke stijl berispt, maar Dmitri Sjostakovitsj moedigde haar aan om op deze "verkeerde weg" verder te gaan. "In turbulente tijden hebben zijn woorden mij op de been gehouden", zei Goebaidoelina daarover.[1]
Door haar problemen met de Sovjet-autoriteiten werd haar werk niet uitgevoerd. Om aan inkomsten te komen schreef ze muziek voor (teken)films, zoals de Russische versie van Jungle Book.[2] In 1973 probeerde vermoedelijk een KGB-agent haar thuis te wurgen.[3]
In 1975 richtte ze samen met Viktor Soeslin en Vjatsjeslav Artjomov het Astreja-ensemble op dat zich specialiseerde in het improviseren met zeldzame Russische, Kaukasische, Centrale en Oost-Aziatische traditionele muziek- en slaginstrumenten. Dankzij gerenommeerde musici zoals de violist Gidon Kremer, de cellist Mstislav Rostropovitsj, die haar werk uitvoerden in het Westen, werd de Russische componiste buiten de Sovjet-Unie ontdekt en gewaardeerd.[1]
Bekering tot het orthodoxe geloof
De net zo zeer de Sovjet-autoriteiten tartende musicus Maria Joedina was haar peettante. Maria Joedina zei over Goebaidoelina: "Bij Sofia Goebaidoelina betovert de buitengewone puurheid, het geloof in haar creatieve weg, in mensen, in de schoonheid en waarheid van de wereld."[1] Net als Joedina bekeerde Goebaidoelina zich tot het Russisch-orthodoxe geloof. Goebaidoelina zegt: "Ik ben ervan overtuigd dat haast alle kunst religieus is, omdat kunst en religie hetzelfde doel hebben: de verbinding tot stand brengen tussen het ik en iets volkomens."[2]
Kluizenaarsleven in Duitsland (1992-heden)
Na de val van de Sovjet-Unie verhuisde Goebaidoelina naar het Duitse gehucht Appen. In een interview met NRC Handelsblad zegt ze daarover: "Het kwam te laat, ik was al zestig, maar voor mij was dat het geluk. Ik had twintig jaar in de stilte van een dorp gekregen!" [Haar ogen beginnen te stralen.] "De natuur is de enige plek waar ik werkelijk leef. Dat is mijn echte leven, in de natuur, in de stilte."[2] De telefoon neemt ze nooit op, wie haar wil bereiken doet dat via de post.[1]
Haar werk wordt met regelmaat in Nederland uitgevoerd.[2][3] Vooral ensembles als Nieuw Ensemble, Amsterdam Sinfonietta en Asko|Schönberg speelden haar werken. Goebaidoelina prijst het Nederlandse publiek voor zijn oprechte liefde voor muziek, en het vermogen om goed en slecht van elkaar te onderscheiden. Haar laatste werk, Über Liebe und Hass, is in Nederland onder leiding van Valeri Gergiev in première gegaan (2018). Een oudere versie van het stuk was al eerder uitgevoerd, maar daar was ze ontevreden mee. Goebaidoelina droeg het stuk op aan God.[1] In België was er onder andere een uitvoering van Introitus door de Beethoven Academie in deSingel (1997).
1974: de Internationale compositiewedstrijd van Rome
1987: de Prijs van Monaco
1991: de Premio Franco Abbiato
1991: de Heidelbergse kunstenaarsprijs
1992: de Russische staatsprijs
1995: de 'Ludwig Spohr prijs' (Brunswijk)
1998: de Japanese 'Praemium Imperiale'
1999: De Sonning-Prijs (Kopenhagen)
2000: De Stockholm Concert Hall Foundation's Honorary Medal of Gold
Stufen (De opstappen), voor orkest - uit de cyclus Marienleben van Rainer Maria Rilke (1972; 1986; 1992)
Concerto voor fagot en strijkers (1975)
Stunde der Seele (Hour of the Soul) - "Percussio di Pekarski" gedicht van Marina Tsvetajeva, voor percussie, mezzo-sopraan, en groot orkest (1976)
Revuemusik, voor orkest en jazzband - tekst: Afanasy Fet
Introitus concert voor piano en kamerorkest(1978)
Offertorium, concert voor viool en orkest (1980; 1982; 1986) (opgedragen aan Gidon Kremer)
Stimmen... Verstummen symfonie in 12 delen (1986) (opgedragen aan Gennadi Rozjdestvenski)
Pro et contra, voor groot orkest (1989)
Und: Das Fest ist in vollem Gang (And: The Feast is in Full Procession) (И: Празднество в разгаре) voor viool en orkest (1993) (opgedragen aan David Geringas)
Figures of Time (Фигурй времени) voor orkest (1994)
Muziek, voor dwarsfluit, strijkers en slagwerk
Concert, voor altviool en orkest (1996)
Im Schatten des Baumes (В тени под деревом) voor koto, baskoto, zheng, en orkest (1998)
Two Paths: A Dedication to Mary and Martha, voor 2 solo violen en orkest (1998)
The Rider on the White Horse voor groot orkest en orgel (2002) (opgedragen aan Valeri Gergiev)
The Light of the End voor groot orkest (2003)
Under the Sign of Scorpio variaties op 6 hexaakkoorden voor bajan en groot orkest (2003)
Die Leier des Orpheus (De lier van Orpheus), voor viool, slagwerk en strijkers (2005)
Vioolconcert nr. 2 "In tempus praesens", voor viool en orkest (2006/2007; geschreven voor en opgedragen aan Anne-Sophie Mutter)
Glorious Percussion, concert voor slagwerk (percussie) en orkest (2008)[4]
Fachwerk, bajanconcerto, opgedragen aan Geir Draugsvoll (2009)
Dialog: Ich und Du, vioolconcert nr. 3, geschreven voor Vadim Repin (2018)
The Wrath of God voor groot orkest (2020)
Werken voor harmonieorkest
Stunde der Seele symfonisch gedicht voor groot harmonieorkest en mezzosopraan (of: alt) van Marina Tsvetajeva (1974)
Oratoria, Cantates en gewijde muziek
Night in Memphis cantate voor mezzosopraan, mannenkoor en kamerorkest op Oud-Egyptische teksten (Russische vertaling: Anna Achmatova en Vera Potapowa) (1968; 1988; 1992)
Rubaijat[5], cantate voor bariton en kamerensemble naar verzen van de Oud-Perzische dichters Omar Khayyám, Hafiz en Khakani (1969)
Laudatio pacis, oratorium in negen delen voor sopraan, alt, tenor, bass, spreker, 3 gemengde koren en groot orkest (zonder strijkers) - tekst: Johannes Amos Comenius (1975) - (samen met: Marek Kopelent en Paul-Heinz Dittrich; de delen 2, 4 en 8 zijn van S. Goebaidoelina)
Alleluja voor gemengd koor, knapensopraan, orgel en groot orkest (1990) - tekst: uit de Russisch-orthodoxe liturgie
Lauda voor alt, tenor, bariton, verteller, koor, en groot orkest (1991)
Jetzt immer Schnee, cantate voor kamerkoor en kamerensemble - tekst: Gennadi Aigi
Johannes-Passion voor sopraan, tenor, bariton, bas, 2 koren, orgel, en groot orkest (2000)
Johannes-Ostern voor sopraan, tenor, bariton, bas, 2 koren, orgel, en groot orkest (2001)
Hörst Du uns, Luigi? Schau mal, welchen Tanz eine einfache Holzrassel für Dich vollführt (Слышишь ли ты нас, Луиджи? Вот танец, который танцует для тебя обыкновенная деревянная трещотка) voor 6 percussionisten (1991)
Gerade und ungerade (Чет и нечет) voor 7 percussionisten, cimbalom inbegrepen (1991)
Рано утром перед пробуждением (’s Morgens vroeg voor het wakker worden), voor drie 17-snarige Japanse baskoto's en vier 13-snarige Japanse koto's (1993)
Glorious Percussion door Anders Loguin, Anders Haag, Mika Takehara, Eirik Raude en Robyn Schulkowsky met het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Andrew Litton (video niet meer beschikbaar)