Het is een vlakke rit met één beklimming van de 4e categorie. Op 127,5 km is er een tussensprint in Le Hinglé.
Jerome Cousin, Juan Jose Oroz, Luis Ángel Maté, Lieuwe Westra en Julien Simon vormden al bij het begin van de etappe een kopgroep, en kregen een voorsprong die eerst opliep tot een maximum van 5 minuten, en daarna lang rond 4 minuten bleef hangen. Op de enige klim van de dag, de Côte de Dinan, sprong Westra weg van zijn medevluchters, maar werd snel weer teruggepakt. Met nog circa 20 kilometer te gaan en minder dan een halve minuut voorsprong, liet Westra zich terugzakken naar het peloton. 6 kilometer voor de finish werd de rest van de kopgroep teruggepakt.
De ploeggenoten van André Greipel leidden het peloton naar de sprint, maar ook Marcel Kittel ging met zijn team naar de kop. Greipel ging de sprint aan, maar Kittel was hem op de finishlijn net voor. Tom Veelers kwam vlak voor de eindstreep ten val na een botsing met Mark Cavendish.