Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De president van Turkije is het staatshoofd van de Republiek Turkije. De president is ook het hoofd van de uitvoerende macht en opperbevelhebber van het militaire apparaat. Mustafa Kemal Atatürk, die diende van 1923 tot 1938, was de eerste president. De huidige president is Recep Tayyip Erdoğan, die op 28 augustus 2014 geïnaugureerd werd als de 12e president van Turkije.
President van de Republiek Turkije | ||||
---|---|---|---|---|
Türkiye Cumhuriyeti Cumhurbaşkanı | ||||
In gebruik sinds: Periode: 1923 – heden | ||||
Zegel van de President van Turkije | ||||
Kantoor | ||||
Aanspreekvorm | Sayın cumhurbaşkanı (Informeel) Ekselans (diplomatisch) | |||
Residentie | Presidentieel Complex | |||
Ambtstermijn | 5 jaar, eenmaal herkiesbaar | |||
Geschiedenis | ||||
Eerste | Mustafa Kemal Atatürk | |||
Ontstaan in | 29 oktober 1923 | |||
Huidige | Recep Tayyip Erdoğan | |||
Sinds | 28 augustus 2014 | |||
Overig | ||||
Salaris | € 151.724 (per jaar) | |||
Website | tccb.gov.tr | |||
|
De woon- en werkplaats van de president is het Presidentieel Complex in de stad Ankara.
Tussen 1950 en 2017 was het presidentschap deels een ceremonieel ambt. Na het referendum van 2017 heeft de president zowel ceremoniële als uitvoerende status. Sinds het referendum van 2007 wordt de president rechtstreeks door het volk gekozen.
De grondwet van Turkije kent aan de president een aantal machten toe, in Artikel 104:[1]
In het geval van een tijdelijke afwezigheid van de president op grond van ziekte, reizen in het buitenland of soortgelijke omstandigheden, fungeert de voorzitter van het vice-president als waarnemend president en oefent de bevoegdheden van de president uit, totdat de president opnieuw beschikbaar is voor zijn functies. In het geval waarbij het presidentschap onbezet is, door overlijden of ontslag, vervult de parlementsvoorzitter deze functie tot de verkiezing van een nieuwe president.
Politiek in Turkije | ||
---|---|---|
President (lijst) Grote Nationale Assemblee Verkiezingen Bestuurlijke indeling Geschiedenis |
Sinds het referendum in 2007 is het kiessysteem voor presidenten ingrijpend veranderd. De president Turkije wordt rechtstreeks door het volk gekozen. De grondwet van Turkije staat elke politieke partij met een parlementaire fractie (die ten minste 5% van de stemmen hebben behaald bij de laatste parlementsverkiezingen) toe een presidentskandidaat te benoemen. Ook is het mogelijk een kandidaat te benoemen die meer dan honderdduizend handtekeningen heeft weten te verzamelen.
De presidentsverkiezingen worden tegelijkertijd gehouden met de parlementsverkiezingen. Bij de presidentsverkiezingen wordt de kandidaat die de absolute meerderheid van de geldige stemmen heeft kregen benoemd tot president. Indien bij de eerste stemronde geen absolute meerderheid wordt verkregen, wordt er een tweede stemming gehouden. Hierbij doen alleen de twee kandidaten mee die bij de eerste ronde de meeste stemmen hebben behaald. Als een van die twee kandidaten om welke reden dan ook niet meer in staat is om aan de tweede ronde deel te nemen, dan wordt de tweede stemronde uitgevoerd door de lege plek te vervangen door een kandidaat van de eerste ronde in overeenstemming met de rangorde in de eerste stemming. Mocht er slechts één kandidaat overblijven voor de tweede stemronde, dan wordt deze stemming gehouden als een soort referendum. De kandidaat moet dan de goedkeuring krijgen van de meerderheid van het volk. Als een dergelijke kandidaat de meerderheid van de stemmen niet weet te behalen, worden alleen de presidentsverkiezing hernieuwd. Zolang de presidentsverkiezingen niet zijn voltooid, loopt de ambtstermijn van de zittende president door totdat de nieuwe president het ambt bekleedt.
Om de president van Turkije te worden moet de kandidaat aan de volgende eisen voldoen:
De president werd vroeger gekozen door het Turkse parlement. Dit systeem zorgde ervoor dat de presidentsverkiezingen moeizaam verliepen, onder andere door een quorum van 367 parlementsleden (66,7%) dat vereist werd. Na een boycot van de oppositiepartijen bij de verkiezingen van Abdullah Gül in 2007 werd het quorum net niet gehaald. Dit leidde tot de ontbinding van de regering en werden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Dit was voor de regeringspartij een aanleiding om het systeem te veranderen. Via een referendum in 2007 wordt de president tegenwoordig rechtstreeks gekozen door het volk. Bijna zeventig procent van het volk stemde voor die constitutionele veranderingen.
Oorspronkelijk was de ambtstermijn van de president zeven jaar. Sinds een referendum hierover in 2007 is de ambtstermijn ingekort tot vijf jaar, dezelfde als de maximale zittingsduur van het parlement. De president mag zich één keer herkiesbaar opstellen.
Als het presidentschap vacant wordt, moeten er binnen 45 dagen nieuwe presidentsverkiezingen worden gehouden. Als blijkt dat binnen een jaar ook de parlementsverkiezingen plaats moeten vinden, dan zullen die verkiezingen vervroegd worden naar dezelfde dag als de vroege presidentsverkiezingen. Als blijkt dat de parlementsverkiezingen meer dan een jaar later plaatsvinden, dan dient de nieuw verkozen president tot het einde van de parlementaire zittingsperiode. Vervolgens worden er zowel presidentiële als parlementsverkiezingen gehouden. Dit telt niet mee voor de limiet van de president voor twee termijnen.
Bij de aanvang van het presidentschap neemt de president de volgende eed af voor het parlement:
"In mijn hoedanigheid als president van de Republiek zweer ik op mijn eer en goede naam voor de grote Turkse natie en voor de geschiedenis van de bescherming van het bestaan en de onafhankelijkheid van de staat, de ondeelbare integriteit van land en volk, en de soevereiniteit van de natie zonder beperking of voorwaarde; zich te houden aan de grondwet, de rechtsstaat, democratie, de principes en de hervormingen van Atatürk, en het principe van een seculiere republiek, niet af te wijken van het ideaal dat allen genieten van de mensenrechten en fundamentele vrijheden in vrede, voorspoed en in een geest van nationale solidariteit en rechtvaardigheid; de glorie en de eer van de Republiek Turkije te behouden en versterken en zonder vooringenomenheid de functies te vervullen die ik heb aangenomen."
Vroeger kon de president alleen ter verantwoording geroepen worden wegens hoogverraad. Na het referendum van 2017 kon de president ook ter verantwoording geroepen worden voor andere beschuldigingen. Volgens de grondwetswijzigingen van 2017, kan het parlement een onderzoek instellen naar de president, de vicepresident en de leden van het kabinet op een voorstel van de meerderheid van de parlementariërs. Een onderzoek wordt dan uitgevoerd door een commissie van vijftien leden uit het parlement, elk benoemd door de partijen in verhouding tot hun vertegenwoordiging in het parlement. De commissie moet de resultaten van het onderzoek binnen twee maanden aan de parlementsvoorzitter overhandigen. Als het onderzoek niet binnen deze periode is voltooid, kan de tijd van de commissie nog met een maand worden verlengd. Binnen tien dagen na indiening van het rapport bij de parlementsvoorzitter moet het rapport onder alle leden van het parlement worden verspreid en tien dagen na de verspreiding ervan moet het verslag in het parlement besproken worden. Na goedkeuring van een twee derde van het parlement bij een anonieme stemming, kan de persoon of personen, over wie het onderzoek werd uitgevoerd, berecht worden voor het Constitutioneel Hof. De berechting hoort binnen drie maanden afgerond te worden. Hierbij is het mogelijk dat een eenmalige extra periode van drie maanden toegekend worden voor de berechting.
De president over wie een onderzoek is ingesteld, kan geen nieuwe verkiezingen aanvragen. De president in kwestie wordt uit zijn ambt ontheven. De bepaling van dit artikel is ook van toepassing op de strafbare feiten waarvoor de president naar verluidt tijdens zijn ambtstermijn heeft gewerkt.
Vóór het referendum van 2017 was de president niet verantwoordelijk voor zijn acties en bevelen, behalve voor afzetting wegens hoogverraad. Alle presidentiële decreten, met uitzondering van die decreten waarbij de president bevoegd was om zelfstandig te opereren, moesten worden ondertekend door de premier en de betrokken minister, in overeenstemming met de bepalingen van de grondwet. De premier en de ministers waren verantwoordelijk voor deze decreten. Tegen de decreten en bevelen die de president op eigen initiatief had ondertekend, kon geen beroep worden gedaan bij een gerechtelijke autoriteit zoals het Turkse Constitutionele Hof. De enige verantwoordingsplicht die de president had, was een afzettingsprocedure wegens hoogverraad op initiatief van ten minste een derde van het aantal leden van het parlement, waarbij ten minste driekwart van de parlementariërs het besluit ondersteunde.
De officiële residentie van de president is het Presidentieel Complex in Ankara. Voor het jaar 2014 verbleven de presidenten in het paleis Çankaya Köşkü.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.