Loading AI tools
stad in Duitsland Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Minden is een stad en gemeente in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen en de Kreisstadt van de Kreis Minden-Lübbecke. De gemeente telt 81.592 inwoners (31 december 2020)[1] op een oppervlakte van 101,08 km².
Stad in Duitsland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Deelstaat | Noordrijn-Westfalen | ||
Kreis | Minden-Lübbecke | ||
Regierungsbezirk | Detmold | ||
Coördinaten | 52° 17′ NB, 8° 55′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 101,12 km² | ||
Inwoners (31-12-2020[1]) |
81.592 (807 inw./km²) | ||
Hoogte | 42 m | ||
Burgemeester | Michael Jäcke (SPD) | ||
Overig | |||
Postcodes | 32300-32499 | ||
Netnummers | 0571, 05734, 05704 | ||
Kenteken | MI | ||
Gemeentenr. | 05 7 70 024 | ||
Website | minden.de | ||
Locatie van Minden in Minden-Lübbecke | |||
|
(Het getal achter de naam van het stadsdeel is het aantal inwoners per 31 december 2017)
Minden is in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd. Dat geldt ook voor de dom, die uit de tijd van Karel de Grote dateert en na het bombardement van 28 maart 1945 in zijn oude staat werd herbouwd. Het stadhuis werd op die dag eveneens verwoest, en is grotendeels vervangen door nieuwbouw. Midden in de binnenstad, die van 1648-1873 een Pruisische vesting was, is een groot winkel- en parkeerplein met de naam Scharn. Hier is van 2018-2025 een groot stadsvernieuwingsproject in uitvoering. Beter bewaard bleef het vroeg 19e-eeuwse kazernegebied en het hoger gelegen deel van de binnenstad, waar zich onder meer de Alte Münze en een als museum gebruikte rij vakwerkpanden in de stijl van de Wezerrenaissance bevindt. Ook elders in de binnenstad is deze stijl te vinden, bijvoorbeeld in het monumentale Haus Hagemeyer uit 1592. Aan de noordoostkant van de binnenstad en langs de Wezer ligt de Fischerstadt, waar delen van de oude stadsmuur bewaard gebleven zijn.
Totaal aantal inwoners 31-12-2017: 83.960[2]
Minden ligt aan de Wezer, even ten noorden en stroomafwaarts van de Porta Westfalica, waar de rivier tussen het Wiehengebergte aan de westzijde en het Wezerbergland aan de oostzijde doorbreekt. De stad ligt daarmee nog net in de Noord-Duitse Laagvlakte. De streek rond de stad wordt het Mindener Land genoemd. De bruggen over de Wezer bieden uitzicht op Porta Westfalica, de zuidelijke buurgemeente.
De ontsluitende wegen (geen autosnelwegen) zijn de Bundesstraßen B61 en B65, die elkaar ongelijkvloers kruisen ten zuiden van de stad. De B61 leidt van Minden noordwaarts naar Petershagen, Sulingen, Bassum en Bremen. Zuidwaarts loopt de B61 door de Weserauentunnel naar Porta Westfalica en Bad Oeynhausen, waar aansluiting is op de Autobahn A2 en de Autobahn A30. De B65 loopt westwaarts naar Lübbecke via Ostercappeln naar Osnabrück, en oostwaarts naar Stadthagen.
De binnenstad ligt op de west- of linkeroever van de rivier. In het stadsdeel op de oost- of rechteroever bevindt zich het station dat aan de spoorlijn tussen Osnabrück en Hannover ligt. Het station heeft een fietsenstalling, waar men ook een fiets kan huren. Minden heeft een uitgebreid net stads- en streekbussen. De meeste hebben hun eindpunt niet bij het spoorwegstation, maar bij een apart busstation aan de westkant van de Glacisbrücke.
Minden ligt aan enkele langeafstandsfietsroutes.
Ten noorden van het stadscentrum kruist het Mittellandkanaal de 13 m lager stromende Wezer. Ten gerieve van de scheepvaart op beide waterwegen is een geavanceerd systeem van waterwerken ontstaan, het Wasserstraßenkreuz Minden. Zie ook: Kanaalbrug Minden.
Bij het Wasserstraßenkreuz Minden, waar twee belangrijke waterwegen, het Mittellandkanal en de Wezer, elkaar kruisen, bevindt zich een grote binnenhaven met een containerterminal en andere moderne faciliteiten, die nog voortdurend worden vernieuwd en uitgebreid. De haven heeft ook een groot emplacement voor goederentreinen. Rondom deze haven ontstond al sinds de bouw ervan (rond 1915) een gebied voor zware industrie, waaronder een, inmiddels niet meer bestaande, scheepswerf.
Belangrijke ondernemingen in de stad zijn onder andere:
In de dienstensector zijn vermeldenswaard:
In de landelijke delen van de gemeente zijn nog veel landbouwbedrijven.
Al vanaf de derde eeuw v.Chr. hebben op de plek waar Minden nu ligt, mensen, na het begin van onze jaartelling zeker Germanen, gewoond. Hier bevond zich een voorde in de Wezer. De plek was een schakel in een oude oost-west verlopende handelsroute, die in de middeleeuwen ook het oostelijke uiteinde van de Westfaalse Hellweg was.
In de Frankische kroniek Annales regni Francorum wordt Minda in het jaar 798 voor het eerst schriftelijk vermeld.Karel de Grote hield er toen een vergadering met zijn rijksgroten. De omgeving van de stad was in de jaren 775-779 door de heilige en missionaris Sturmius gekerstend. Karel de Grote stichtte er rond 800 het Bisdom Minden. In 977 kreeg Minden van de bisschop, die het stadsbestuur aan een door hem benoemde functionaris met de speciale titel wichgraf delegeerde, markt-, munt- en tolrecht. Vanaf ongeveer 1220 had dit bisdom ook wereldlijke macht. Zie daarvoor: Vorstendom Minden.
In 1062 werd de stad bij een stadsbrand verwoest. Ook de Dom moest hierna herbouwd worden. In 1168 kwam Minden in de schijnwerpers van de Europese machtspolitiek te staan. Hendrik de Leeuw, hertog van Saksen, neef en rivaal van keizer Frederik I Barbarossa, trad in de Dom van Minden in het huwelijk met Mathilde Plantagenet, dochter van Hendrik II van Engeland. Uit dit huwelijk werd onder anderen de latere Keizer Otto IV geboren.
Vanaf circa 1230 wist de koopliedenstand van Minden van de bisschop meer invloed, onder meer volledige stadsrechten, af te dwingen. In 1258 werd een vaste brug over de Wezer en in 1260 het stadhuis gebouwd. In 1295 was de stad, blijkens een bewaard gebleven oorkonde, lid van de Hanze. Minden verkreeg ook het stapelrecht. Met name in de graanhandel waren de Mindenaren zeer succesvol. De bisschop van Minden verhuisde in 1307 naar een kasteel in het noordelijker gelegen Petershagen. In 1529 werd, na woelingen tussen katholieken en mensen, die zich na de Reformatie tot het lutheranisme hadden bekeerd, een nieuw type stadraad met 36 leden ingevoerd. Het jaar daarop werd vanaf de kansel van de Martinikerk de protestantse kerkorde van kracht verklaard. Minden was nu een lutherse stad. Van 1584-1639 en van 1669-1684 vonden in de stad veel heksenprocessen plaats. Ongeveer 170 vrouwen vonden hierdoor een gruwelijke dood.
In de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) was Minden van 1625-1634 in handen van de katholieke, keizerlijke troepen en van 1634-1648 in handen van de protestantse Zweden[3].
Van 1648 onder Frederik Willem I van Brandenburg, die de vesting liet bouwen, tot 1873 was Minden, zoals bij de Vrede van Münster was bepaald, in het Hertogdom Brandenburg en uiteindelijk in het Koninkrijk Pruisen komen te liggen. De stad werd een Pruisische vesting met bijbehorende vestingwerken. Pas na de ontmanteling van deze versterkingen kon de stad verder groeien. In 1711 werd het stadsbestuur hervormd.
In 1759, tijdens de Zevenjarige Oorlog, vond ten westen van het stadscentrum, in de huidige stadsdelen Hahlen, Kutenhausen, Todtenhausen, en in het iets noordelijker Stadtteil Minderheide, de Slag bij Minden plaats. Twee jaar eerder hadden de Fransen Minden veroverd. In de winter van 1758 hadden de geallieerden (onder andere Groot-Brittannië en Pruisen) de stad bevrijd, maar in de zomer van 1759 was Minden weer in Franse handen gevallen. Na de Slag bij Minden op 1 augustus werd de stad definitief Brandenburg-Pruisisch.
Een klein deel van de stad, de zogenaamde Domfreiheit rondom de Dom van Minden, was een apart, door het rooms-katholieke Domkapittel bestuurd gebied, tot aan de verovering door Napoleon Bonapartes Fransen in 1806. Na de Volkerenslag bij Leipzig (1813) werd Minden weer Pruisisch.
Na de Napoleontische tijd werd de vesting gemoderniseerd en veel Pruisische militairen werden, ten koste van de woon- en werkmogelijkheden van veel andere inwoners, in nieuwe kazernes e.d. in de stad gehuisvest. Hun door de bekende architect Karl Friedrich Schinkel (of door een van diens leerlingen) ontworpen en tussen 1829-1834 gebouwde kazerne met bakkerij en proviandmagazijn drukt nog steeds een stempel op de binnenstad. In 1823 werd het stedelijke stapelrecht afgeschaft en was de scheepvaart op de Wezer vrijgegeven voor alle oeverstaten. De plattelandsgebieden in deze regio, waaronder bijvoorbeeld Minden-Hahlen, waren arm in de 19e eeuw. Om het jaarlijks wegtrekken van de jonge mannen als hannekemaaiers naar Nederland tegen te gaan, richtte de overheid van Pruisen ook in het nu bij Minden horende dorp Hahlen een huisnijverheid van sigarenmakerijen op. Geleidelijk werd de stad in de 19e en vroege 20e eeuw gemoderniseerd. In 1879 werden de meeste vestingwerken ontmanteld. In 1915 werd het Mittellandkanaal voor de scheepvaart opengesteld.
Van 1914 tot 1918 was in stadsdeel Minderheide een krijgsgevangenenkamp voor onder andere Engelse, Franse en Russische soldaten, die in de Eerste Wereldoorlog gevangen genomen werden. De gevangenen werden in het algemeen slecht behandeld. Ze moesten vrijwel voor niets dwangarbeid verrichten, onder meer bij het graven van het Mittellandkanaal en bij het ontginnen van bos, heide en veen. Na de vrijlating van de gevangenen maakte het kamp plaats voor een terrein voor paardenrennen en motorraces; in 1936 werd het een vliegveld van de Luftwaffe, en na de Tweede Wereldoorlog was hier tot plm. 1991 een kazerne voor Britse troepen.
Afgezien van onlusten in 1922 verliep de periode van de Republiek van Weimar en van Hitlers Derde Rijk in Minden niet anders dan elders in Duitsland. In december 1941 werden veel joden uit Minden naar de concentratiekampen gedeporteerd. Circa 90% van hen kwamen daar om het leven.
In de Tweede Wereldoorlog werd de stad, die vanwege de waterwegen- en spoorwegknooppunten van strategisch belang was, van december 1943 tot maart 1945 regelmatig door de geallieerden gebombardeerd. Daarbij vielen honderden doden. De materiële schade, vooral in het historische stadscentrum, was zeer groot. De Canadese troepen veroverden Minden op 5 april 1945. Tot 1947 was Minden een belangrijk bestuurscentrum van de Britse bezettingsautoriteiten.
De wederopbouw duurde tot 1957. De architect Werner March, die in de nazi-tijd nog het Olympiastadion (Berlijn) had ontworpen, leidde de herbouw van het oude raadhuis en de Dom van Minden. Wel raakte de stad een aantal regionale ambtelijke instanties kwijt aan onder andere Herford en boette zo aan belang in.
In de jaren 1970 vond een grootscheepse stadsvernieuwing plaats. Er kwamen autovrije winkelstraten, grote warenhuizen en parkeergarages, twee extra Wezerbruggen en een nieuw busstation. Daarbij zijn een aantal oude vakwerkhuizen gesloopt; iets waar de tegenwoordige Mindenaren nu spijt van hebben.
In 1973 werden een aantal omliggende dorpen bij de gemeente Minden gevoegd. Na de aftocht van de Britse troepen in 1994 werd een exercitieterrein in een stadspark omgevormd.
De huidige situatie van de stad, waarbij vele grote winkels zijn gesloten en hele winkelcentra, zoals de Obermarktpassage, grotendeels leeg kwamen te staan, hebben geleid tot een in 2014 begonnen nieuwe reeks stadsvernieuwingen. Zo moet op de rechter Wezeroever een grote, multifunctionele sport- en evenementenhal komen, waar ook de succesvolle handbalclub GWD Minden de thuiswedstrijden kan spelen.
De stad beschikt over een schouwburg met 535 zitplaatsen, het Stadttheater. Een goede naam heeft het cabaretgezelschap Mindener Stichlinge, alsmede (tot het jaar 2000) het stedelijke kinderkoor. De stad heeft een befaamd jazz-clublokaal waar ook Amerikaanse artiesten zoals Dizzy Gillespie hebben opgetreden.
In de stad is sinds 1953 een internationale literaire organisatie gevestigd met de naam Europäische Autorenvereinigung "Die Kogge" . Deze was in 1924 te Bremen opgericht maar werd onder het nationaalsocialisme direct na de machtsovername door Hitler verboden. Die Kogge kent, indien mogelijk, jaarlijks twee onderscheidingen aan schrijvers toe: een literatuurprijs, gedoteerd met een geldprijs (t/m 2001) en een zogenaamde ere-ring. Driemaal[4] is deze erering aan een Nederlander uitgereikt.
De stad had een grote sporthal, de Kampa-Halle, die een capaciteit van 4.500 toeschouwers had. Hier speelde de bekende handbalclub GWD Minden zijn thuiswedstrijden. De hal is per 31 december 2019 wegens onvoldoende brand- en bouwkundige veiligheid gesloten en in 2020 gesloopt. De gemeente hoopt, dat rond 2023 als vervanging een multifunctionele sport- en evenementenhal geopend kan worden.
In de stad zijn veel watersportclubs. Verder wordt er op nationaal clubniveau aan stijldansen als jurysport gedaan, en heeft de stad diverse tennisclubs van enige betekenis.
Volgens een legende zou hertog Widukind na zijn overgave aan Karel de Grote in 785 tegen de Frankenkoning, terwijl zij de handen schudden, gezegd hebben: Diese Burg soll nun min und din sin. De woorden min en din, met de betekenis: van mij en van jou zouden de oorsprong van de stadsnaam Minden zijn. Dit tafereel is sinds 2010 in een speelwerk aan de gevel van het rond 1900 in historiserende stijl gebouwde Schmiedingsche Haus aangebracht.
In Minden is ook het Bundesbahn-Zentralamt gevestigd. Dit onderdeel van de DB (de Duitse spoorwegen) is verantwoordelijk voor de aanschaf van nieuw materieel of ontwikkeling van nieuwe materieel bij de DB. Het Bundesbahn-Zentralamt heeft in 1952 samen met treinfabrikant Westwaggon uit Köln-Deutz een geheel nieuw draaistel ontwikkeld voor sneltreinrijtuigen. Deze draaistellen worden nog steeds gebruikt bij spoorwegmaatschappijen in heel Europa, en worden op de markt gebracht als "Minden-Deutz" draaistellen.
Het Rampenloch (Hellingengat) is een straat aan de westkant van de binnenstad in Minden, die vanouds bekend is als prostitutiegebied. De geschiedenis van de prostitutie in Minden is zeer goed gedocumenteerd en is tot in de Middeleeuwen terug te volgen, waarbij het Rampenloch een centrale rol speelt. Anno 2022 is alle bedrijvigheid verdwenen en is de straat met hekken ontoegankelijk gemaakt.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.