Loading AI tools
voorwerp om mee te snijden Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een mes is een scherp stuk gereedschap om mee te snijden. De meest gangbare vorm is een recht lemmet met één scherpe zijde en een handvat (heft). In de geschiedenis van de mens speelt het mes een belangrijke rol; met een mes was men in staat zich tegen de grotere roofdieren te beschermen en werden vele bewerkingen van huiden, dierkarkassen en houten voorwerpen mogelijk. Hoewel de toenmalige messen van steen waren en eigenlijk niet meer dan scherven met een scherpe rand, is het principe altijd hetzelfde gebleven: een wig die een object in tweeën splitst. Messen kunnen ook zijn ingebouwd als roterende schijven zoals in bijvoorbeeld keukenmachines of versnipperaars.
De mens begon simpele gereedschappen te maken in het Stenen tijdperk. Eerst gebruikte hij materialen als hout, beenderen en horens. Later ontdekte men de mogelijkheden van het hardere vuursteen. Als een steenklopper een mes ging maken nam hij een stuk vuursteen en een klopsteen. Met behulp van de klopsteen sloeg hij steenschilfers van een groot stuk vuursteen.
Het paleolithicum, ook wel de oude steentijd genoemd, omvat de tijd van 2,5 miljoen jaar tot tienduizend jaar geleden. De oudste stenen voorwerpen uit die periode zijn gevonden in Ethiopië en Tanzania. In dit tijdperk werd voor het eerst de scherpe rand van steenschilfers gebruikt als gereedschap.
Het mesolithicum duurde van 10.000 tot 5000 v.Chr. en valt samen met het einde van de ijstijd. Er kwamen steeds meer gereedschappen bij, speciaal toegespitst op een bepaalde taak, zoals naalden, haken, pijlpunten en voorwerpen die mogelijk te maken hadden met het geloof. Ook maakte men voor het eerst werktuigen die nodig waren voor de landbouw.
Het neolithicum is het tijdperk van 5000 tot 3000 v.Chr. De mens ging vee houden en landbouw bedrijven. Het mes werd veel gebruikt in het dagelijkse leven, onder andere voor het prepareren van geslachte dieren, om er gewassen mee van het land te halen en bij het bereiden van eten.
In de bronstijd, van 3000 tot ongeveer 1000 v.Chr., werd de legering brons het materiaal voor hoogwaardige snij- en andere gereedschappen. Brons werd vooral gebruikt voor bijlen, speer- en pijlpunten en messen. Brons was veel minder breekbaar dan steen. Door handel konden volkeren in Europa aan het koper en tin komen om hun brons mee te vervaardigen. In Europa verschenen de eerste echte messen in de urnenveldperiode (midden bronstijd), met een metalen lemmet met een enkele snede, bevestigd aan een handvat van brons, hout of gewei. Voor die tijd werden dolken gebruikt, met een symmetrisch twee-snijdend lemmet.
Rond 1000 v.Chr. gebruikte men in het Midden-Oosten al ijzer. De Hallstatt-cultuur verspreidde rond 800-500 v.Chr. het gebruik van ijzer in Europa. Gedurende deze periode werden brons en ijzer naast elkaar gebruikt. In de late ijzertijd had ijzer het brons voor messen volledig vervangen. Metalen messen bleven echter schaars en er werd nog steeds veel gebruikgemaakt van vuursteen afslagen als snijgereedschap.
Met de komst van de Romeinen werd ijzer, en dus ook messen, in veel grotere hoeveelheden geproduceerd en ontstond een grotere variatie aan messen voor specifieke doeleinden.
Tegenwoordig maakt men ook wel messen van keramiek.
Een mes kan bestaan uit de volgende onderdelen:
Vroeger had men alleen maar een klopsteen en een vuursteen nodig om een mes te maken, later werd dat minder eenvoudig.
Er zijn grofweg twee manieren om een lemmet te maken. Bij de “stock-removalmethode” maakt men het lemmet uit een strip metaal, dat in de juiste vorm wordt gezaagd, dan wordt gevijld of geschuurd en als laatste een hardingsproces doorgaat, waarbij het lemmet steeds afwisselend wordt verhit en gekoeld. Bij de tweede methode wordt een staaf of blok metaal door een smid eerst in de juiste vorm gesmeed en vervolgens gevijld of geschuurd.
Het meest gebruikte materiaal is gewalst staal. Bij voorkeur heetgewalst staal, omdat dit een fijnere structuur heeft dan koudgewalst staal. Staalfabrieken leveren meestal staal in rollen en stroken. Van dit staal wordt een strip afgeknipt of afgezaagd en daaruit de ruwe vorm van het lemmet gezaagd. De vorm wordt daarna verhit tot ongeveer 1100 graden Celsius. In een smeedvorm of matrijs wordt de strip met een machine of met de hand gesmeed.
Hierna wordt het heft gemaakt. Hiervoor bestaat geen vaste methode. Er zijn vele materialen geschikt om een heft van te maken, een paar voorbeelden zijn kunststoffen zoals glasvezel en nylon, gewei van herten, beenderen, houtsoorten, halfedelstenen, leer en zelfs ivoor kan gebruikt worden (tegenwoordig vaak mammoetivoor).
Grofweg zijn er twee fabricagemethoden:
Er zijn vele soorten messen, allemaal met een eigen specialiteit. Van messen waar je een boterham mee kunt smeren, tot messen waar je in de wildernis mee kunt overleven.
Messen worden door gebruik bot, waardoor ze met regelmaat geslepen moeten worden. De snelheid waarmee een mes bot wordt, is voor een groot deel afhankelijk van de staalsoort waaruit het lemmet bestaat. Om een mes te slijpen kan men een machine gebruiken, of een handsteen. In principe doe je niets anders dan een zeer kleine hoeveelheid staal wegnemen waardoor een mooie, nieuwe, scherpe snede overblijft. Fijn schuurpapier op een harde, gladde ondergrond (bijvoorbeeld een glasplaat) kan ook gebruikt worden.
Een aanzetstaal of wetplank kan gebruikt worden om de snede tussen het slijpen door scherp te houden zonder materiaal weg te nemen. Door het gebruik wordt een snede niet alleen bot doordat het minder spits wordt, maar ook omdat op microscopisch niveau de snede iets kan ombuigen. Met een aanzetstaal of wetplank wordt dit weer teruggebogen. Messen die niet regelmatig worden gebruikt, kunnen door corrosie worden aangetast, als ze onbeschermd in een vochtige omgeving worden bewaard. Corrosie tast het metaal aan en het mes verliest daardoor zijn eigenschappen. Probeer corrosie te voorkomen, bijvoorbeeld door een mes dat langdurig niet wordt gebruikt, licht in te wrijven met vaseline of iets dergelijks.
In Nederland vallen sommige soorten messen onder de wapenwet. In Nederland worden de voor de handel bestemde zilveren en gouden messen van een jaarletter en een gehaltestempel voorzien. Het lemmet is bij tafelmessen nooit van edelmetaal omdat dat aangetast wordt door zwavelhoudende stoffen in aardappelen en eieren.
In de christelijke iconografie is een mes het attribuut van Abraham, die Isaak ermee wil offeren. Ook is het mes het attribuut van de apostel Bartolomeüs, die levend wordt gevild.[1]
Het mes was vroeger een moordwapen en geen echt onderdeel van het bestek. Hieruit stamt ook het bijgeloof dat men een mes niet cadeau mag geven. Men moet het kopen. Daarom geeft men het mes samen met een munt. De ontvanger kan dan het mes kopen met de munt.[2][3]
Messen stonden symbool voor mannelijkheid, eer en macht. Als iemand vroeger een eed aflegde tegenover religieuze instanties, werd daarbij ook een mes overhandigd als blijk van goed vertrouwen. Een dergelijke overhandiging vond plaats in Parijs, toen een landeigenaar zijn land doneerde, waar vervolgens de kathedraal Notre Dame op gebouwd werd. Het mes dat de jonge hoveling kreeg diende ook gelijk als cadeau voor zijn vrouw. Een minder bekend, maar beter voorbeeld, omdat het nog steeds bestaat, is het gebroken mes van Stephen de Bulmer. Dit geschenk wordt bewaard in het Durham cathedral.[3][4]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.