Mahasiddhas (Sanskriet: maha = groot, siddhas = meesters, die siddhi belichamen of cultiveren) zijn een soort excentrieke yogi's of tantristen en zijn belangrijk binnen het tantrische hindoeïsme en het Tibetaans boeddhisme. Een Siddha is een persoon die sadhana beoefent en fysieke of psychische en spirituele gaven wil behalen. Het waren de Mahasiddhas die de innerlijke tantra's opstelden. Hun historische invloed in de Himalaya- en Indo-Arische regio was omvangrijk en bereikte mythische proporties, wat werd vastgelegd in hun hagiografieën. De Mahasiddhas worden gezien als de oprichters van veel Indische en boeddhistische tradities en geslachten.
De exacte genealogie en historische data van de Mahasiddhas zijn niet zeker. Men schat dat dit ongeveer tussen het jaar 750 en 1150 n.Chr. moet liggen.[1]
Er wordt in zowel de hindoeïstische als de Tibetaans boeddhistische tradities aangenomen dat er 84 Mahasiddhas zijn, met een zekere overlapping in de beide lijsten. Het aantal komt overeen met het nummer van siddhi of occulte krachten waaraan wordt vastgehouden in de Dharmische religies. In Tibetaanse kunst worden ze vaak samen als een duo afgebeeld, zoals in de thangkaschilderingen waar ze ook wel gezamenlijk in randdecoraties rond een centraal figuur worden gebruikt.
Dowman, Keith, Masters of Mahamudra: Songs and Histories of the Eighty-four Buddhist Siddhas, Albany, NY: State University of New York Press, 1986, ISBN 0-88706-160-5