Remove ads
architect (1470-1540) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lodewijk van Bodegem, ook Lodewyck van Bodeghem, Loys van Boghem of Lowys van Beughem, (Brussel, ca. 1470 - aldaar, 1540), was een architect en producent van natuursteen. Hij was hofarchitect in Brussel en heeft de bijzondere Nicolaas van Tolentijnkerk gelegen in Bourg-en-Bresse nagelaten.
Afgaand op de naam was de familie Boghem afkomstig uit Sint-Martens-Bodegem. Loys' vader Lieven bezat groeven met Ledesteen en Brusseliaanse steen, vooral in Stuivenberg. Bij diens dood in 1498-1499 werd Lowys regeerder van de Leliebroeders, wat erop wijst dat hij tot de stedelijke elite behoorde. Hij nam de erfpacht op de steengroeven over en verwierf tijdens zijn leven hij nog 28 ha bijkomende grond, alleen al volgens de bewaarde documentatie (in de buurt van Laken, maar ook in Sterrebeek en Kraainem). Ook zijn broer Dierick zat in de zaak.
Op 30 augustus 1496 verloofde Lowys zich met Anna van Aelst ("Tote"). Ze kregen meerdere kinderen, waaronder een zoon Frans. Hun huis was in de Lakensestraat, waar ze ook de Middelste Lakenpoort pachtten. Loys van Boghem stierf in zijn geboortestad in 1540.
Met zijn steengroeven en steenhouwersatelier leverde Lodewijk van Bodegem onder meer:[1]
Op 3 maart 1524 sloot hij een contract met André Nonon uit Dinant voor het leveren van zwartmarmeren steen voor een grafmonument in Sint-Jacob-op-Koudenberg.
Van Bodegem was meester in het Brusselse ambacht van de Vier Gekroonden, meer bepaald bij de steenbickeleren (lid in 1482, gezworene in 1497). Met Laurens Keldermans en Hendrik van Pede breidde hij het Paleis van Nassau uit (1503). Het drietal ging blijkbaar vaak op stap en verwondde in herberg De Borse op de Markt een sergeant van de ammanie, Jan Hinckaert. Dankzij de tussenkomst van de graaf van Nassau kwamen ze er vanaf met een zware boete.
Van 1507 tot 1524-1525 was hij (met onderbrekingen) gezworen landmeter in het hertogdom Brabant. Keizer Karel V benoemde hem op 13 mei 1512 tot meester-metser van Brabant en de Landen van Overmaas, in opvolging van de overleden Antoon II Keldermans. Hij zou deze functie van hofarchitect behouden tot zijn dood. Zijn eerste opdracht was het overnemen van de werken aan het Broodhuis, waarvan hij de binnenindeling ontwierp (1512-14). Na twee jaar moest hij dit overlaten aan zijn vriend Van Pede om zich ten volle te concentreren op een buitenlandse opdracht van de tante van de keizer, aartshertogin Margaretha. Ze belastte hem met haar levensproject, de bouw van de Nicolaas van Tolentijnkerk van Brou (Bourg-en-Bresse). Hij tekende de plannen en superviseerde van 1512 tot 1532 de uitvoering. Het verfijnde beeldhouwwerk was mogelijk dankzij de steenhouwersloods die hij voor het project opzette en de vaklieden die hij uitzocht en opleidde. Het resultaat was een voor de Jura volstrekt originele kerk in Brabantse gotiek, harmonieus versmolten met Italiaanse invloeden. Zijn werkplaats produceerde de flamboyante sculpturen voor de kerk (praalgraven en Altaar der Zeven Vreugden van Maria, naar ontwerpen van Jan van Roome). In 1526 vervoegde Conrat Meit de beeldhouwers om de beeltenissen van het hertogelijk koppel te vervaardigen. Antoine du Saix noemde hem "de geleerde meetkundige en architect".[2]
Tussen zijn Franse zomers door inspecteerde Van Bodegem grote werken in Brussel (Broodhuis, toren van de Sint-Guidokerk in Anderlecht). Onder zijn andere architecturale activiteiten zijn gekend:
Boghems Franse getijdenboek uit 1526 wordt bewaard in de bibliotheek van het Brugse Grootseminarie.[3] Het draagt zijn devies (Jusques à la fin) en zijn wapen, wat mogelijk op een verheffing in de adelstand duidt. Zijn zoon Frans was het in elk geval.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.