Top Qs
Tijdlijn
Chat
Perspectief

Lijst van burgemeesters van Maastricht

Wikimedia-lijst Van Wikipedia, de vrije encyclopedie

Remove ads

Dit is een lijst van burgemeesters van de stad Maastricht vanaf circa 1350 tot heden. Tot de komst van de Fransen in 1794 had het tweeherige Maastricht een Luikse en een Brabantse burgemeester. Vanaf 1815 is Maastricht een Nederlandse gemeente in de provincie Limburg en is de burgemeester de hoogste gezagdrager binnen de gemeente.

Het burgemeesterschap in Maastricht

Samenvatten
Perspectief
Thumb Thumb
Schoorsteenstukken in het Stadhuis van Maastricht met allegorische voorstellingen van de dubbele jurisdictie (Theodoor van der Schuer, 1704-1705

De tweeherigheid van Maastricht, ook wel dubbele jurisdictie genoemd, bracht met zich mee dat de magistraat (het stadsbestuur) samengesteld moest zijn uit evenveel bestuurders van Maastrichts-Luikse, als van Maastrichts-Brabantse geboorte (nativiteit). De inhoud van de functies en de aantallen varieerden in de loop der eeuwen, maar het aantal bestuurders met de Luikse nativiteit bleef steeds gelijk aan dat met de Brabantse. Zo waren er in de 17e en 18e eeuw behalve de twee burgemeesters (een van Luikse en een van Brabantse zijde), ook twee hoogschouten, twee stads-pensionarissen, twee peymeesters (belasting-inners) en twee secretarissen. Verder waren er tweemaal zeven schepenen en tweemaal vier gezworenen.[noot 1] Gezamenlijk vormden ze de Indivieze (= ongedeelde) Raad, het volledige stadsbestuur. De magistraatsleden behoorden tot een beperkt aantal regentenfamilies, die de verschillende ambten onder elkaar verdeelden.[1]

De eerste vermelding van burgemeesters (magistri) dateert uit 1249, maar de eerste namen worden pas een eeuw later vastgelegd. Tussen 1379 en 1428 hadden ook de Maastrichtse ambachten invloed op de burgemeesterskeuze, maar in laatstgenoemd jaar werd dat teruggedraaid.

Tot de taken van de burgemeesters behoorde het administratieve toezicht op de levensmiddelenvoorziening, het vaststellen van de prijzen, en het beheer van en toezicht op de stadszegels en -sleutels. In het stadsbestuur waren zij het die met voorstellen kwamen en zij brachten als eerste hun stem uit. Verder hadden ze een belangrijk aandeel in de Lage rechtspraak. Tot 1567 stonden ze in geval van oorlog aan het hoofd van de burgerlijke milities.[2] Aanvankelijk werden de burgemeesters voor één jaar aangesteld. Eind 16e eeuw ging men geleidelijk over tot een aanstelling voor twee jaar.

In 1409 werd vastgelegd dat de beëdiging der burgemeesters door de beide heren (of hun vertegenwoordigers) moest plaatsvinden op de zondag na Sint-Maarten (11 november). In 1413 verschoof die datum naar Sint-Remigiusdag (1 oktober). Vanaf 1430 nam de hertog van Bourgondië in het Maastrichtse bestel de plaats in van de hertog van Brabant, en vanaf 1482 was dat de vorst van de Habsburgse Nederlanden, zonder dat er voor de stad iets veranderde. Dat was wel het geval in 1632, toen de stad werd veroverd door Frederik-Hendrik en de protestantse Staten-Generaal van de Nederlanden in de rechten van de Brabantse hertog traden. Voortaan moesten alle ambten van Brabantse zijde, ook dat van burgemeester, door protestanten worden ingevuld. Dat die een minderheid vormden in het overwegend katholieke Maastricht, maakte geen verschil (pariteitsbeginsel). Aan Luikse zijde veranderde er in 1632 niets, dus een katholiek kon na 1632 nog steeds burgemeester van Luikse zijde worden, mits hij de Luikse nativiteit had.[3]

De inname van Maastricht door het Franse revolutionaire leger in november 1794 en de inlijving bij Frankrijk in mei 1795, maakten een einde aan het tweeherige bestel. Na een overgangsperiode had Maastricht vanaf 1800, net als elke Franse stad, één burgemeester (maire genoemd), bijgestaan door een mede-burgemeester (adjoint). Tussen 1815 en 1821 (?) was er een college van drie of vier burgemeesters, waarvan de voornaamste 'eerste burgemeester' werd genoemd. Sinds de invoering van de Gemeentewet (1851) is de burgemeester de voorzitter van de gemeenteraad en hoofd van de politie, aangesteld door de Kroon.

Onderstaande namenlijst is voor wat betreft het gedeelte tot 1800 grotendeels gebaseerd op de lijst samengesteld door de Maastrichtse bibliothecaris, archivaris en publicist Herman Eversen (1835-1883).[4] De lijst werd pas na zijn dood door zijn zoon Jos. Eversen gepubliceerd in De Maasgouw, december 1884-januari 1885. Zie ook: Bronnen.

Remove ads

Lijst van burgemeesters per eeuw

14e eeuw

Meer informatie Ambtsperiode, Naam burgemeester van Luikse zijde ...

15e eeuw

Meer informatie Ambtsperiode, Naam burgemeester van Luikse zijde ...

16e eeuw

Meer informatie Ambtsperiode, Naam burgemeester van Luikse zijde ...

17e eeuw

Meer informatie Ambtsperiode, Naam burgemeester van Luikse zijde ...

18e eeuw

Meer informatie Ambtsperiode, Naam burgemeester van Luikse zijde ...

19e eeuw

Meer informatie Ambtsperiode, Naam burgemeester ...

20e eeuw

Meer informatie Ambtsperiode, Naam burgemeester ...

21e eeuw

Meer informatie Ambtsperiode, Naam burgemeester ...
Remove ads

Zie ook

Bronnen, noten en verwijzingen


  1. In feite waren er drie schouten en drie schepenbanken, omdat ook de Vroenhof zijn eigen hooggerecht bezat. Zie ook Lijst van schouten en schepenen in Maastricht.
  2. Arnout vanden Swaen (ook: "Arnoldus de Cigno") woonde in 1388 in het huis "De Zwaan" in de Grote Staat (platea Sancti Georgii). Mogelijk was zijn echte naam Van Elderen. Zijn echtgenote wordt aangeduid als Maria de Elderen.[11]
  3. Theodricus Anthonii (Theodoricus Thonis) vervulde tussen 1399 en 1428 zeven termijnen als Luiks burgemeester van Maastricht. In 1411 tevens vermeld als Luiks schepen te Maastricht.
  4. Anthonius Yserman (Anthonys Ysermans) vervulde tussen 1404 en 1427 vijf termijnen als Luiks burgemeester van Maastricht. In de periode 1417-1424 tevens vermeld als Luiks hoogschout te Maastricht.
  5. Schaepkens van Riemst noemt hem Arnold van Hees.[12]
  6. Domicellus is het verkleinwoord van dominus (heer) en wordt in middeleeuwse documenten gebruikt om (jongere) zonen van een (adellijk) heer mee aan te duiden. Vanaf ca. 1450: joncker of jonkheer (jhr.).
  7. Magister, voluit Artium Liberalium Magister (meester in de vrije kunsten), is een middeleeuwse academische titel. Ook meyster of meister. Later, in een iets andere betekenis, mr.
  8. Tevens vermeld als Brabants schepen en vice-hoogschout (1485; 1503-1516) en schepen van de Vroenhof.
  9. De Latijnse tekst luidt: qui obiit in profesto Servacii.[13]
  10. Jacobus (Jacques) Happart. Vermeld als Brabants schepen (1411) en Brabants vice-hoogschout (1413-1419/1426?). Gehuwd met Margaretha Roedts. Mogelijk dezelfde als de schepen en schout van Heer (1423-ca. 1467) en/of de broer van Olof Happard, schepen van Sint Pieter.
  11. Lambert van den Bossche was heer van Kanne en Mopertingen.[14]
  12. Arnoldus (of Aart) Proenen woonde blijkbaar in de Maastrichter Brugstraat (in vico pontis).
  13. Johannes (Jan) Clut/Clutte/Cluet, soms met toevoeging "in 't Gruythuys". Tot 1465 vijfmaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als Brabants schepen (1457, 1477).
  14. Waarschijnlijk dezelfde als de in 1469 benoemde Jan Heutz. De Gosewijnstoren was een middeleeuwse woontoren op de hoek van de Maastrichter Brugstraat en de (toenmalige) Kersenmarkt.[15]
  15. Joncker Jan van Mulcken was tussen 1485 en 1523 tienmaal Luiks burgemeester; in 1497 tevens schout van Sint Pieter[16]
  16. De heren van Mheer (Meer/Mere) bezaten een refugiehuis in Maastricht, de Poort van Mheer in de Bredestraat[17]
  17. Woonde in 1506 in het huis "den Arenberch" in de Grote Staat, tegenover de Heilige Geestkapel.[18]
  18. De heren van Schaloen (Schaluyn/Schloyn), ook heren van Hulsberg genoemd, bezaten een refugiehuis in Maastricht, de Poort van Schaloen aan de Bredestraat nr. 11[19]
  19. De Latijnse tekst luidt (mogelijk met fouten i.v.m. onduidelijke transciptie): Hic Franciscus jam iterum consul anno humane salutis 1556 tertio nonis mai vesperi hora circiter decima magno respublica suorumque iuctu vita functus est, qui propituis sit D. op. max misericors dominus. Johannes Munschs scriba civitatis huius juratus patri suo piissymmis votis prosequitur.[23]
  20. De Latijnse tekst luidt: Hic Strijthaegen non voluit jurare propter differentiam quod erat inter schultetes(?) ducis et episcopi. Mr. Meert Dreesens surrogatus fuit in locum Strithaegen.[23]
  21. Bij brieve dd. 25 april 1568 gaf Philips II aan Jacques Boonen, Guiliaume Boxhoren, Franchois de Halewin en Charles de Sweveghem opdracht tot vernieuwing van de raad, die hij het jaar daarvoor verboden had. Dientengevolge had op 22 augustus de vernieuwing plaats, maar werd uitgesteld tot 29 Januari 1570. Er blijkt nergens uit dat de bisschop bij deze vernieuwingen commissarissen heeft gezonden; op 9 juni 1574 presenteerde mr. Johan Wilten, kanselier, en mr. Matthijs Wijsshoeft, raad van Z.G., brieven waarbij zij gevolmachtigd werden de vernieuwing van de raad met des konings commissarissen te doen.[23]
  22. De heren van Oost (ook Holsit genoemd) bezaten een refugiehuis in Maastricht, de Poort van Oost aan de Kapoenstraat nrs. 3-5. De familie leverde meerder schepenen en schouten in Maastricht en omgeving.[24]
  23. Tweemaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als Brabants schepen (1584).
  24. Tevens gezworene (1604, 1610) en Brabants schepen (1607-1615).[25]
  25. Tevens gezworene (1610, 1613, 1616), Brabants schepen (1612) en rentmeester van de Vroenhof (1615).[25]
  26. Tevens Brabants schepen (1600-1620) en gezworene (1608, 1622 en 1624).[26]
  27. Schaepkens van Riemst vermeldt dat Coecken in 1626 als burgemeester een akte ondertekende.[28]
  28. Luiks schepen (1610-ca. 1646). Gezworene in 1613, 1622 en 1629.[29]
  29. Oud-burgemeester Franciscus de Grati spande zich ook later in voor de belangen van zijn stad. In 1655 wist hij tijdens dienstreizen naar Luik en Den Haag toestemming te verkrijgen voor de bouw van het nieuwe stadhuis. Ook zou hij de eerste contacten met de architect Pieter Post hebben gelegd. De Grati declareerde 3.310 gulden aan reis-en verblijfskosten.[30]
  30. Gaspar van Hoogendorp/Caspar van Hogendorp (ca. 1629 - voor 1692). Tweemaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als Brabants schepen van Maastricht en secretaris van het Brabants en Vroenhofs hooggerecht (1679-1691).[32]
  31. Mogelijk dezelfde als de Frans Servaas de Hildernisse die omstreeks deze tijd schepen van Heer was.
  32. Tot 1708 vijfmaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als schepen van de Vroenhof (1706-1721).
  33. Andreas Mattheus (Andries Matthijs) Hesselt van Dinter. Tweemaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als schepen van de Vroenhof (1710-1732).
  34. Tweemaal Brabants burgemeester. Tevens vermeld als secretaris van het Brabants (en Vroenhofs) hooggerecht (1710-1732).
  35. In 1714 en 1716 vermeld als Luiks schepen te Maastricht.[35]
  36. Philippus Josephius Kerens (1726-1793), zoon van Philippus Kerens († 1761), beiden advocaat, schepen en burgemeester van Maastricht. In de periode 1774-1793(?) tevens vermeld als Luiks vice-hoogschout te Maastricht.
  37. André Charles Membrede (1758-1831), jurist en politicus, o.a. lid van het Franse Lagerhuis, voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, twee maal burgemeester van Maastricht (1788-1789, 1815-1818) en gouverneur van Antwerpen. In 1780 en 1783 tevens vermeld als Luiks schepen te Maastricht.

  1. Ubachs/Evers (2006), pp. 54-55.
  2. Ubachs/Evers (2005), pp. 104-105: 'burgemeester'.
  3. Eversen (1884), pp. 1027-1028, 1030.
  4. Ubachs/Evers (2005), p. 167: 'Eversen, Hermanus Paulus Hubertus'.
  5. Schaepkens van Riemst (1907), p. 350.
  6. Schaepkens van Riemst (1907), p. 204.
  7. Schaepkens van Riemst (1907), p. 212.
  8. Ubachs/Evers (2006), p. 48.
  9. Ubachs/Evers (2006), p. 269.
  10. Ubachs/Evers (2006), p. 270.
  11. Schaepkens van Riemst (1907), p. 154.
  12. Schaepkens van Riemst (1907), p. 520.
  13. Eversen (1885), p. 1031.
  14. Schaepkens van Riemst (1907), p. 113.
  15. Ubachs/Evers (2005), p. 200: 'Gosewijnstoren'.
  16. Schaepkens van Riemst (1907), p. 200.
  17. Ubachs/Evers (2005), p. 351: 'Mheer, Poort van'; p. 417: 'poort'; p. 436: 'refugie'.
  18. Schaepkens van Riemst (1907), p. 157.
  19. Ubachs/Evers (2005), p. 461: 'Schaloen, Poort van'; p. 417: 'poort'; p. 436: 'refugie'.
  20. Ubachs/Evers (2005), p. 200: 'Gouden Bul'.
  21. J. Leunissen (1978): Minnerij, misdaad en magie, pp. 108 - 111'. Corrie Zelen, Maasbree (online tekst). Gearchiveerd op 17 april 2023.
  22. Ubachs/Evers (2005), p. 535: 'Trichter Oploop'.
  23. Eversen (1885), p. 1036.
  24. Ubachs/Evers (2005), p. 387: 'Oost, Poort van'.
  25. Evers (1984), p. 243.
  26. Evers (1984), p. 242.
  27. Schaepkens van Riemst (1908), pp. 74-75.
  28. Evers (1984), p. 243.
  29. Minis/De Heer (1985), p. 22.
  30. Ubachs/Evers (2005), p. 442: 'Rietraet, Lambert'.
  31. Ubachs/Evers (2005), p. 274: 'Kerens, Philippus'.
  32. Eversen (1884), p. 1030.
Remove ads
Loading related searches...

Wikiwand - on

Seamless Wikipedia browsing. On steroids.

Remove ads