Loading AI tools
elektrisch potentiaalverschil Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Elektrische spanning – ook bekend als het elektrische potentiaalverschil – is het verschil in potentiële elektrische energie tussen twee punten per eenheid van lading. In het SI-stelsel wordt dit uitgedrukt in volt (V). Als symbool voor de elektrische spanning wordt het symbool U gebruikt.
Een elektrische spanning kan veroorzaakt worden door:
De arbeid die in een statisch elektrisch veld verricht zou moeten worden om een lading ter grootte van een punt met potentiaal naar een punt met een hogere potentiaal te bewegen, is het product van de lading en het potentiaalverschil:
Een elektrische spanning kan worden gemeten met een voltmeter, die direct het potentiaalverschil tussen twee punten in een systeem bepaalt. De meting heeft eigenlijk alleen zin als de spanning in de tijd constant is, tenzij de voltmeter een registratie in de tijd geeft. Als referentie wordt soms de potentiaal van "massa" (bijvoorbeeld het metalen chassis, of de aarde) in een systeem gebruikt, die per definitie op nul volt wordt gesteld.
Een analoge voltmeter bestaat uit een weekijzermeter of een draaispoelmeter voorzien van een voorschakelweerstand. De meting is in feite een meting van het magnetisch veld veroorzaakt door de elektrische stroom door een spoel. Volgens de Wet van Ohm () is de spanning evenredig met de door de weerstand lopende stroom , en is de aanwijzing een maat voor de te meten spanning.
Het aansluiten van het meetinstrument beïnvloedt altijd de meting in meer of mindere mate. Voor een nauwkeurige meting moet de meter zo weinig mogelijk stroom aan het te meten circuit onttrekken, dus een grote inwendige weerstand hebben; in het ideale geval zou die oneindig groot zijn.
Men kan de grootte van een periodiek in de tijd variërende elektrische spanning zichtbaar maken met behulp van een oscilloscoop. Dit instrument gebruikt de te meten spanning, na die eventueel versterkt te hebben, om een curve weer te geven die het verloop van de spanning in de tijd geeft. Ook kan een oscilloscoop het verloop van een spanning gedurende een klein tijdsinterval vastleggen en zichtbaar maken.
Symbool | Voluit | Decimaal | Voorbeelden |
---|---|---|---|
µV | microvolt | 0,000 001 V | Ontvangers van radio- en televisiesignalen |
mV | millivolt | 0,001 V | Audio- en videosignalen, zenuwen. |
V | volt | 1 V | Huishoudelektronica, draagbare apparaten, motorvoertuigen |
kV | kilovolt | 1000 V | Distributie van elektriciteit, treinen, trolleys |
MV | megavolt | 1 000 000 V | Hoogspanningslijnen, bliksem |
De effectieve waarde van de wisselspanning op het lichtnet bedraagt in Europa meestal 230 volt. In sommige andere delen van de wereld is dit 110 volt. Omdat het lichtnet in drievoud is uitgevoerd, hetgeen driefasenspanning genoemd wordt, kan door gebruik van alle fasen zogenaamde krachtstroom van 400 volt verkregen worden, bijvoorbeeld voor zwaardere apparatuur. Hiervoor zijn speciale meerpolige aansluitingen nodig. Normale huishoudens zijn doorgaans slechts op één fase aangesloten.
De Nederlandse elektrische treinen gebruiken 1500 volt gelijkspanning (nominaal, in de praktijk 1800 V). De Belgische treinen gebruiken 3000 V. In de toekomst zal het treinverkeer in Europa steeds meer overgaan op 25000 volt wisselspanning. De redenen hiervoor zijn de nadelen van (een relatief) lage gelijkspanning over lange trajecten. Gelijkspanning gaat gepaard met grote energieverliezen in de leidingen. Metrotreinen rijden veelal op 750 volt gelijkspanning, trolleybussen en trams op 600 volt.
Elektrische spanningen komen op zeer veel plaatsen voor. Voorbeelden zijn:
In de natuur kan ook spanning bestaan tussen een geladen wolk en de Aarde (statische elektriciteit). Deze spanning kan zich ontladen, zodat bliksem ontstaat.
De elektrische aarde is de belangrijkste potentiaalreferentie: de elektrische potentiaal van de aarde is per definitie nul volt. In een moderne auto heeft het metalen chassis de nulpotentiaal.
Een opgeladen batterij, accu of condensator, een draaiende generator of dynamo, een zonnecel waar licht op valt leveren allemaal een elektrische spanning. Zolang deze spanning weinig of niet verandert als de bron wordt belast met een weerstand (bijvoorbeeld een lampje), spreekt men wel van spanningsbron. Naast de spanningsbron waarbij de afgegeven spanning onafhankelijk van de belasting (zo veel mogelijk) constant wordt gehouden, bestaat als tegenhanger de stroombron waarbij de stroom (zo veel mogelijk) constant wordt gehouden, waarbij de afgegeven spanning nauwelijks belangrijk is. In de elektronica wordt veel gebruikgemaakt van de 'constante spanningsbron', de zogenaamde gestabiliseerde voeding en van de 'constante stroombron'.
Het potentiaalverschil wordt gedefinieerd als de hoeveelheid arbeid die per ladingseenheid verricht moet worden om een elektrische lading van het eerste punt naar het tweede punt te verplaatsen. Een equivalente definitie is de hoeveelheid arbeid die een eenheidslading kan verrichten die van het tweede naar het eerste punt stroomt.
'Spanningsverschil' is een veel gebruikt onjuist woord voor potentiaalverschil of spanning. Het is in theorie wel een bestaanbaar begrip, maar dan als bijvoorbeeld de ene batterij een spanning van 9 V levert en de andere een van 1,5 V. Die beide batterijen hebben dan een spanningsverschil van 7,5 V.
Een elektrische spanning tussen twee punten veroorzaakt een elektrisch veld en daarmee een kracht op een elektrische lading. Deze kracht is meestal niet erg groot, maar kan bijvoorbeeld wel veroorzaken dat droog en goed gewassen haren overeind gaan staan, doordat deze door gelijke lading onderling worden afgestoten. De haren worden hierbij aangetrokken door de gebruikte kam, die door het kammen een andere elektrische lading heeft gekregen dan het haar. Hiervoor is niet - zoals vaak wordt gedacht - de wrijving verantwoordelijk, maar het van en naar elkaar toe bewegen van twee isolators met onderling verschillende elektrostatische eigenschappen. In de twee isolators ontstaat hierbij een tegenovergestelde lading, die onderling een elektrische spanning vormen. De wrijving intensiveert het contact en daarmee de efficiëntie van het vergroten van de spanning.
Bij bovengenoemde toepassingen kan onderscheid gemaakt worden in technologie die gebruikmaakt van gelijkspanning (DC, van direct current) en die gebruikmaakt van wisselspanning (AC, van alternating current). Bij gelijkspanning is het teken van het potentiaalverschil steeds hetzelfde en in toepassingen meestal ook het niveau, terwijl bij wisselspanning het potentiaalverschil steeds van teken wisselt, veelal sinusvormig.
Gelijkspanning wordt veel gebruikt in toepassingen waar een relatief lage stroom voldoende energie levert. Het kan eenvoudig worden geleverd door een batterij en dus ook opgeslagen worden. Vanaf de 19e eeuw is de toepassing van gelijkspanning voor energiedistributie meer en meer verlaten ten gunste van wisselspanning, die als voordeel heeft dat zij met behulp van een transformator naar een ander niveau kan worden omgezet, zonder dat daarbij veel energie verloren gaat en energietransport over grote afstanden met minder verliezen gepaard gaat bij hoge spanningen. Voordeel is ook dat wisselspanning eenvoudiger/efficiënter is te gebruiken voor mechanische tractie door middel van elektromotoren.
Een elektrische spanning in een stroomkring ontstaat alleen over twee punten waartussen een zekere impedantie aan de stroom wordt geboden. Als er stroom loopt door een perfect geleidende draad, zal er geen spanningsverlies te meten zijn over de uiteinden van die draad.
Spanning is een grootheid die zich additief gedraagt. De spanning tussen twee punten A en C (via B) is gelijk aan de spanning tussen A en B plus de spanning tussen B en C (spanningswet van Kirchhoff).
Als de spanning tussen twee punten zonder elektrisch geleidende verbinding hoger wordt dan de doorslagspanning van het materiaal dat zich tussen de punten bevindt, dan ontstaat op een bepaald moment een elektrische doorslag. De spanning wordt zo hoog dat er geleiding plaatsvindt. Veelal is brand of gevaar voor elektrocutie het gevolg. Isolatoren hebben een zeer hoge doorslagspanning. De doorslagspanningen van kunststoffen zijn zeer variabel waardoor niet elke kunststof voor elke isolerende toepassing geschikt is.
Voordat de doorslag plaats kan vinden moet een hoge spanning aanwezig zijn, hoog genoeg om de atomen van een stof te doen ioniseren. Een geïoniseerde stof is wel in staat om elektrische stroom te geleiden, waardoor een geleidingsbrug ontstaat tussen de twee punten. De elektronen vliegen dan door de geleidingsbrug van het ene naar het andere punt, dit is soms te zien als een vonk. Een doorslag wordt ook wel overslag genoemd, een bekend voorbeeld uit de natuur van overslag is bliksem.
Om het verschijnsel elektrische spanning begrijpelijker te maken, heeft men analogieën met intuïtief bekende verschijnselen verzonnen. De Bondgraaf-theorie bestudeert dergelijke analogieën. Zoals alle analogieën gaan ook deze niet in alle situaties op. Ze zijn bijvoorbeeld niet erg nuttig voor het beschrijven van wisselspanning.
De analogie tussen elektriciteit en water (of een andere vloeistof) noemt men de hydraulische analogie.
Indien een temperatuurverschil aangebracht wordt op een materiaal, zal warmtetransport (in de vorm van een warmteflux q) optreden. De optredende q hangt af van het aangebrachte temperatuurverschil, maar ook de 'weerstand' van het materiaal (bijvoorbeeld een muur) speelt een rol. Zo heeft koper een hogere warmtegeleidingscoëfficiënt k (k~400 W/m·K) dan warmte-isolatoren als asbest (k=0,16W/m·K) of argon (k=0,0179 W/m·K). Dit laatste wordt gebruikt als tussenlaag in dubbel glas.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.