Loading AI tools
stad in het Landkreis Friesland, Nedersaksen, Duitsland Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Varel is een stad in de Duitse deelstaat Nedersaksen. Varel telt 23.984 inwoners[1] en is met een oppervlakte van 113,53 km² de grootste stad van de Landkreis Friesland. Het heeft de status van selbständige Gemeinde.
Gemeente in Duitsland | |||
---|---|---|---|
Situering | |||
Deelstaat | Nedersaksen | ||
Landkreis | Friesland | ||
Coördinaten | 53° 24′ NB, 08° 8′ OL | ||
Algemeen | |||
Oppervlakte | 113,75 km² | ||
Inwoners (31-12-2020[1]) |
23.984 (211 inw./km²) | ||
Hoogte | 9 m | ||
Burgemeester | Gerd-Christian Wagner (SPD) | ||
Overig | |||
Postcode | 26316 | ||
Netnummer | 04451 | ||
Kenteken | FRI | ||
Gemeentekernen | 32 stadsdelen | ||
Gemeentenr. | 03 4 55 026 | ||
Website | www.varel.de | ||
Locatie van Varel in Friesland | |||
|
De meeste van deze plaatsen zijn in 1972 na een gemeentelijke herindeling deel van de huidige gemeente geworden.
De laatste keer, dat bevolkingscijfers, uitgesplitst per Ortsteil, beschikbaar kwamen was per 30 juni 2007, via de website van de gemeente. Niet bekend is, of tweede-woningbezitters daarin zijn meegeteld. Nadien is de bevolkingsstatistiek alleen bijgewerkt voor het totaal van de gehele gemeente Varel.
Hoewel deze cijfers niet meer actueel zijn, geven deze een indicatie over de grootte van de diverse stadsdelen. Ze zijn weergegeven, op 100 personen afgerond:
Totaal: 25.029 personen.
Van de te Varel wonende christenen is een overgrote meerderheid sinds de Reformatie van de 16e eeuw evangelisch-luthers.
Varel ligt in Oost-Friesland, bij de zuidkant van de Jadeboezem, ten westen van waar de Jade in de Waddenzee uitmondt. De rivier en de zee zijn door een zijl van elkaar gescheiden. Daar dichtbij ligt de haven van Varel.
De gemeente Varel ligt nabij afrit 8 (kruising met de Bundesstraße 437) en 9 van de Autobahn A29.
De stad heeft een station (Station Varel (Oldb)) aan de spoorlijn Oldenburg - Wilhelmshaven. Aanvullend busvervoer is[2] bijna geheel beperkt tot lijnen, die op schooldagen 's morgens vroeg naar, en in de namiddag weer terug van de scholen rijden. Deze schoolbussen rijden niet 's avonds, in de weekeinden en ook niet in de schoolvakanties. Voor het overige is men op taxivervoer aangewezen, tenzij men fysiek in staat is om een deel van de reisroute te voet of per fiets af te leggen.
Varel is een havenstad. De activiteiten in de, voor grote zeeschepen niet bereikbare haven, beperken zich tot visserij, vooral op garnalen, en toerisme (gebruik als jachthaven).
Bij de stad staat een fabriek, waar in 2021 1.300 mensen werken, en die vliegtuigonderdelen voor o.a. Airbus produceert. De op één na grootste werkgeefster is de koekjesfabriek van het merk Bahlsen.
Een bekende onderneming te Varel (2 km ten zuiden van het dorp Jeringhave) het in 1953 opgerichte Porzellan Friesland, dat voor de firma Melitta o.a. porseleinen koffiefilterhouders en serviesgoed maakt. Het bedrijf is sinds 2019 in handen van Goedewaagen te Nieuw-Buinen.
In het bij Varel behorende dorp Altjührden is sedert 1936 de firma Maschal gevestigd, oorspronkelijk een meubelmakerij en na 1959 een groothandel in winkelinrichtingen en -meubilair. In de jaren zestig stapte de firma over op verkoop aan particulieren. Dit bedrijf is een van de grootste meubelwinkels van geheel Duitsland, en er werken meer dan 100 mensen. Het bedrijf bezit te Altjührden een opslag- en verkoopruimte met een oppervlakte van circa 4 hectare.
Voor de economie van de gemeente is verder het toerisme, vooral in de badplaats Dangast van belang. Van afnemend belang is de veeteelt (melkveehouderij) in de talrijke, uit weiland bestaande poldergebieden.
In de gemeente liggen diverse bedrijventerreinen. Op één daarvan is een papier- en kartonfabriek[3] van bovenregionaal belang gevestigd. Daarnaast is er veel lokaal midden- en kleinbedrijf. Te Winkelsheide, aan de A29, ligt het grootste van deze bedrijventerreinen.
In de geologische periode Eoceen, circa 40 miljoen jaar geleden, ontstond ter hoogte van Dangast een jodiumhoudende zandsteenlaag; vandaar, dat de 573 meter diepe minerale bron in deze badplaats niet alleen keukenzout, maar ook jodium bevat.
Vanaf het Mesolithicum is het gebied rond Varel vrijwel voortdurend door kleine groepen mensen, dragers van uiteenlopende culturen, bewoond geweest. Geschat wordt, dat in het begin van de 3e eeuw Germanen, en wel Chauken, zich hier vestigden. In de 7e eeuw veroverden de Friezen het gebied.
In 1124 wordt Varel voor het eerst in een document, een lijst met bezittingen van het klooster te Rastede, vermeld. De Sint-Julianavloed van 1164 was de eerste van vele in de geschiedenis opgetekende watersnoodrampen. Ze veroorzaakte deels blijvende overstromingen en het ontstaan van de zee-inham de Jadeboezem[5]. In deze tijd maakte Varel deel uit van de gouw Rüstringen, en was een van de kwartierhoofdsteden van deze gouw. Geleidelijk ging de heerschappij in de streek over op semi-onafhankelijke Friese hoofdelingen, maar rond 1350 won het Graafschap Oldenburg steeds meer aan invloed. In 1386 volgde een eerste onderwerping aan graaf Koenraad II van Oldenburg; in 1481 zou de Oldenburger heerschappij met de dood van Hayo, de laatste hoofdeling, definitief zijn geworden. Van 1577 tot 1647 heerste tijdelijk de Delmenhorster zijlinie van het Huis Oldenburg over de stad. Daarna nam Anton I van Aldenberg (1633-1680), als vazal van de graven van Oldenburg, het bestuur van Varel en de Heerlijkheid Kniphausen op zich. Toen het Graafschap Oldenburg in 1667 door vererving Deens werd, bleef Anton I als stadhouder voor de Deense koning aan het bewind. Anton I, die ook enige tijd eigenaar was van Kasteel Doorwerth bij Arnhem, was van groot belang voor het stadje Varel. Hij liet het oude kasteel tot een modernere residentie ombouwen, en stichtte het weeshuis.
Via Charlotte Sophie van Aldenburg ging het bezit en de titel van Rijksgraaf van Aldenburg over in het bezit van de Nederlandse Bentincks. De Bentincks bleven stadhouder, ook toen in 1773 de landsheerlijkheid van de Deense koningen overging op Frederik August van Oldenburg (1711-1785), de eerste heer van het Hertogdom Oldenburg. In 1804 is er voor het eerst sprake van een, door rijksgraaf Von Bentinck gestichte, kuurinrichting in de badplaats Dangast.
In 1806 werden de Rijksgraven van Aldenburg-Bentinck gemediatiseerd. Het Verdrag van Fontainebleau van 11 november 1807 droeg de soevereiniteit van Varel en Kniphausen over aan het koninkrijk Holland. De toetreding van het hertogdom Oldenburg tot de Rijnbond, leidde ertoe dat Varel per 14 december 1808 deel werd van Oldenburg. De Bentincks hebben hun grondbezit en hun overgebleven feodale rechten in Varel in 1854 verkocht. Het slot werd in 1871 afgebroken en alleen de bewaard gebleven slotkerk geeft nog aan waar dat stond. In het midden van de 19e eeuw volgde industrialisering: rond 1840 werden twee textielfabrieken opgericht, van 1842-1866 was er een ijzerverwerkende industrie met hoogoven en rond 1854 werd de haven vernieuwd; in 1867 kreeg Varel een spoorverbinding met o.a. Bremen. In 1856 en 1858 verkreeg Varel in twee stappen stadsrecht. Vanaf 1860 begon een stadsvernieuwing, o.a. door de sloop van het kasteel op de kerk na, en de aanleg van een nieuw marktplein.
Van 1839 tot 2009 was er, omdat de kleigrond daar als grondstof daarvoor zeer geschikt was, in het Ortsteil Borgstede een belangrijke industrie van bakstenen en dakpannen. Van 1905-1929 had Varel een autofabriek[6] (Hansa).
Tussen 1907 en de Tweede Wereldoorlog was Dangast een geliefd reisdoel voor kunstschilders, die er vele naakten en zeegezichten schilderden. De bekendsten onder hen waren Erich Heckel en Karl Schmidt-Rottluff, behorende tot de groep Die Brücke, die er van 1907 tot 1910 vaak verbleven. Ook na de oorlog bleef Dangast een geliefde verblijfplaats voor kunstenaars, zie verder het artikel over Dangast.
In de nazi-tijd werd ook te Varel bij de Kristallnacht ( 9 november 1938) een anti-joodse pogrom gepleegd. In 1941 werd voor de Kriegsmarine een nieuwe kazerne voltooid. In 1945 viel Varel nagenoeg onbeschadigd in Britse handen. De Britse bezettingsautoriteiten lieten circa 3.000 displaced persons in de kazerne onderbrengen, totdat dezen een onderdak in gewone huizen hadden gevonden. Doordat ook veel Heimatvertriebene zich in het gebied van de huidige gemeente vestigden, steeg het bevolkingscijfer tijdelijk met 75% tot meer dan 30.000. In 1962-1964 werd in Varel een nieuw stadhuis gebouwd (in de jaren 1980 gerenoveerd).
Van 1957 tot 1993 heeft ten zuiden van de stad winning van aardolie plaatsgevonden. Van 1961 tot 2007 had de Bundeswehr in Varel een kazerne.
Vanaf de jaren 1960 groeide Varel uit tot een welvarend regionaal centrum. Van 1974 tot 1980 werd Dangast tot een moderne, toeristische badplaats uitgebouwd. In 1983 werd Dangast tot kuuroord uitgeroepen.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.