Nucleïnezuurstructuur
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedia
De nucleïnezuurstructuur is de ruimtelijke moleculaire architectuur van een DNA- of RNA-molecuul. DNA en RNA zijn allebei biologische polymeren van nucleotiden. Een belangrijk verschil is dat DNA uit twee nucleotidestrengen bestaat, die in een stabiele helixstructuur met elkaar zijn vervlochten, terwijl RNA normaal gesproken enkelstrengs is, waardoor het soms met zichzelf kan basenparen in een ruimtelijke vouwing. Net als bij de eiwitstructuur zijn er ook bij nucleïnezuren vier niveaus van ruimtelijke organisatie te onderscheiden.
De structuren die nucleïnezuren aannemen zijn van groot belang voor hun moleculaire functie. Transfer RNA vouwt zich bijvoorbeeld in een karakteristieke secundaire vorm (klaverblad) en een tertiaire vorm (L-structuur). Alleen wanneer het tRNA juist is gevouwen kan het zijn functie vervullen. In vivo zijn nucleïnezuren vaak gebonden door eiwitten of andere nucleïnezuren. Voorbeelden zijn de nucleosomen, telomerasen of ribosomen.
Omdat een basenpaar altijd dezelfde geometrie heeft, is de driedimensionale structuur van DNA niet afhankelijk van de primaire sequentie. Een genoom kan dus evolueren zonder dat de stabiele dubbele helix daarbij veranderd.[1] Eiwitten hebben daarentegen een ruimtelijke structuur die sterk beïnvloed wordt door de volgorde van aminozuren in de polypeptideketen. RNA is een tussenvorm: het heeft helicale elementen maar vertoont ook een ingewikkelde tertiaire structuur.[1]