Hij werd op 11 december 1735 in de Evangelische Lutherse Gemeente gedoopt als Hendrik Harman Hess, zoon van de kleermaker Ludewig/Lodewig/Ludwig Hess en Ette Margaretha Adrians.
Hij was in eerste instantie kleermaker, maar werd rond 1754 door zijn broer Joachim Hess, een organist en orgelbouwer, overgehaald het vak van orgelbouwer in Gouda te gaan uitoefenen. Hess legde op 17 januari 1755 in Gouda de poorterseed af. De jonge Hess leverde (voor zover bekend in de 18e eeuw) een twaalftal orgels, waaronder die van de Augustijnenkerk in Dordrecht, de Gasthuiskerk te Schiedam en de Oudshoornse kerk te Alphen aan den Rijn. Niet alle orgels van Hess zijn bewaard gebleven, Zo werd het orgel van de Dordtse Augustijnenkerk steeds weer afgebroken en opgebouwd in andere Nederlandse steden (Rotterdam, Putten en Muiden). Hij werkte ook mee aan het onderhoud aan andermans orgels, zoals dat in de Laurenskerk in Rotterdam.
Zijn bekendheid dankt Hess voornamelijk aan de vele huisorgels die hij ontwierp en maakte. Hij werkte de orgels weg in kabinetten en bureaus in Lodewijk XV-stijl en Lodewijk XVI-stijl. Hess maakte zich deze specialisatie eigen door het werk van zijn knechten te bestuderen, waaronder dat van de Oostenrijker J.J. Mitterreither. Er zat destijds een groot verschil tussen zijn orgels en de Amsterdamse huisorgels. De 'Goudse' orgels gebruikten in de windlade drukkracht in plaats van trekkracht. Dat principe zou later door andere orgelbouwers worden overgenomen. Na zijn dood zette de mede-eigenaar van zijn zaak het werk voort.
Hess was een vooraanstaande burger in Gouda. Van 1760 tot 1768 was hij getrouwd met Petronella van Hambergen, in daaropvolgende jaar trouwde hij met Neeltje van Oosterhout en in 1783 met Margaretha Fek. Hij vergaarde tijdens zijn leven, mede dankzij zijn huwelijken, een aardig vermogen en bezat onder andere panden aan de Hoogstraat, Kromme Gouwe en Turfmarkt in Gouda. Ook zijn broer Joachim, naast orgelbouwer ook publicist, hield hem hoog in aanzien. Hess was woonachtig in Leiden toen hij tijdens een verblijf in Gouda plotseling overleed. Hij werd op 31 juli 1794 begraven in de Sint-Janskerk in Gouda.
Bronnen, noten en/of referenties
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter (1859-1943), Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 282, tekst overgenomen uit boekwerk Henri Viotta
- Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9, deel 4, pagina 245, met een bijdrage uit A.J. Gierveld: Het Nederlandse huisorgel in de 17e en 18e eeuw
- Toetsinstrumenten.org
- P.H.A.M. Abels [et al.] "Duizend jaar Gouda, een stadsgeschiedenis", Hilversum, 2002
- PKN Rijnwaarden[dode link]
Henri Viotta, Lexicon der Toonkunst, deel II, 1881, pagina 71, noemt hem Hans Heinrich Hess.