Beiden werken in of voor een bakkerij en ook het begrip bakkerij heeft twee betekenissen:
Een werkplaats waar men brood, koek enz. in een oven bakt met een aparte ruimte waar men deze waren verkoopt.
Een winkel waar men brood, koek en dergelijke verkoopt zonder ze zelf te produceren.
In België is het beroep bakker beschermd. Men moet er zijn beroepskennis via een examen kunnen bewijzen. Indien men zich als bakker wil vestigen heeft men bovendien een diploma bedrijfsbeheer nodig. Sedert 2007 wordt bakker - banketbakker - door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding als een knelpuntberoep omschreven.[1][2] Is men echter al gedurende enkele jaren bezig als zelfstandig bakker -minimum vijf jaar - dan wordt verondersteld dat men de knepen van het vak kent. Met andere woorden; je bent bakker.
In België kan iemand pas zelfstandig ondernemer zijn met een diploma bedrijfsbeheer. Ofwel door gedane studies ofwel door gevolgde opleiding. Het zijn alleen erkende zelfstandige ondernemers die jongeren het beroep bakker mogen aanleren. Alsnog moet de leerjongen zijn beroepskennis via hetzij middenjury, hetzij erkende jury - erkende opleidingen en andere- kunnen bewijzen.
De bakkerijsector is streng gereglementeerd in België en Nederland: men moet voldoen aan de HACCP-normen, dit zijn hygiënische regels, en ook de producten zijn gereglementeerd.
Een kort overzicht:
Brood: in België is er wetgeving in verband met samenstelling en gewicht, sinds 1 juni 2004 is er geen wettelijke maximum verkoopprijs meer.
Chocolade: In Belgische chocolade moet er een bepaalde hoeveelheid cacaoboter aanwezig zijn (ook andere ingrediënten zijn vastgelegd). De Europese Unie heeft minder strenge regels maar hier is een gedoogbeleid op omdat men deze materie erkent onder de noemer streekproducten.
Streekproducten: Dit zijn producten die beschermd zijn door de wet omdat ze worden gemaakt in een bepaalde streek met bepaalde ingrediënten. De Franse streekproducten vallen bijvoorbeeld onder de "Appellation d'Origine Contrôlée" (AOC).
Dit is maar een klein overzicht van alle Belgische bakkersregels.
Daarnaast bestaat er een uitvoerige structuur aan organisaties rondom het bakkersvak. Zo is er in Nederland het ProductschapGranen, Zaden en Peulvruchten en bestaan er verenigingen als de Nederlandse Brood- en Banketbakkers Ondernemers Vereniging, Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij en het Nederlands Bakkerij Centrum (NBC).
In een moderne bakkerij, zowel in de artisanale of industriële bakkerij, gebruikt men allerhande hulpmiddelen en machines, van een oven tot spatel. Deze zijn voor de duidelijkheid onderverdeeld in twee lijsten:
De bakkerijmachines, dit zijn apparaten die een bepaalde functie kunnen verrichten, dit is een lijst waar ook de opbouw van bepaalde apparaten wordt besproken.
De bakkerijhulpmiddelen, middelen om producten sneller te maken: de lijst hiervan is in de voor het grootste gedeelte een verklarende woordenlijst.
Er bestaan meerdere soorten bakkers:
Ambachtelijke bakker: de bakker vanuit de straat, de kleine zelfstandige
Bake-off: is een bakkerij zoals men vindt in grootwarenhuizen, Panos, en dergelijke
Een andere bekende bakker is Bak-ker-tje Deeg uit de leesboekjes van Joop van den Haak.
In Ermelo is een straat Suikerbakker. Deze heeft echter niets te maken met bakkers, maar is een verbastering van "Struik z'n akker". Iets verderop heet ook een straat "Struikakker"
In Amsterdam is een Suikerbakkersteeg, alsmede een Suikerbakker in Veldhoven.