Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Adventisme is een christelijke stroming van eindtijdbewegingen die in de negentiende eeuw ontstond, tegen de achtergrond van de Second Great Awakening revival in de Verenigde Staten. Het adventisme valt binnen een opeenvolging van gelijk gemotiveerde stromingen onder het restaurationisme. De term adventist verwijst gewoonlijk naar iemand die gelooft in de wederkomst van Jezus Christus. Dit wordt vaak de "tweede advent" genoemd (Engels: The Second Coming). Hierdoor wordt een adventist in de Verenigde Staten vaak "Second Adventist" genoemd. De stroming werd gestart door William Miller, zijn volgelingen worden Millerieten genoemd.
De kerken binnen de adventistische familie worden tegenwoordig beschouwd als conservatief protestants.[1] De grootste bewegingen van de meer dan 200 bewegingen binnen deze stroming zijn die van de zevendedagsadventisten, waardoor adventisme als term vaak naar deze beweging verwijst.
In Nederland vallen gemeentes van zevendedagsadventisten onder de "Nederlandse Unie", die nauwe banden heeft met de Belgisch-Luxemburgse Federatie.
Jehova's getuigen worden soms ook onder adventisme gecategoriseerd.
Enkele kenmerken van de adventistische stroming zijn:
Terwijl de bewegingen binnen de stroming veel gemeenschappelijks hebben, verschilt hun theologie op leerstellingen als de hel (al of niet als plaats van pijniging), de aard van onsterfelijkheid, al of niet opstanding ook voor goddelozen en of het heiligdom in Daniël hoofdstuk 8 verwijst naar een plaats op aarde of in de hemel.[1]
Als vroegste adventist avant la lettre wordt vaak Pelagius genoemd, de Britse ketterse monnik uit de vijfde eeuw na Christus. Amerikaanse adventisten claimen regelmatig de waldenzen, een beweging die in de 12e eeuw in Frankrijk is ontstaan, als adventistische voorlopers. In de vroege periode van de Reformatie floreerden enkele extreem chiliastische sektes. Sommige hiervan hadden ook opvattingen over een materieel Koninkrijk Gods. Johannes Calvijn schreef uitvoerig om deze opvatting te weerleggen.
De Engelse filosoof Thomas Hobbes ontwikkelde een gedetailleerde versie van een materieel, op Gods koninkrijk georiënteerde versie van de christelijke doctrine, in zijn Leviathan. Hij gebruikte dit werk om de ongrijpbare argumenten inzake natuurrecht van zijn politieke opponenten te hekelen. In feite zou Hobbes heel goed als theoloog van de meeste moderne vormen van adventisme kunnen dienen. In de laatste jaren van zijn leven verschoof Isaac Newton zijn aandacht van fysica naar Bijbelse profetieën; zowel hijzelf als zijn discipelen accepteerden een materiële theologie. De Engelse chemicus en unitariër Joseph Priestley hanteerde een radicale, bijna reductionistische theologie om de twee heidense bezoedelingen van het vroege, eenvoudige, joods-christelijke geloof aan te vallen: een geloof in immateriële geesten en het dogma van de Drie-eenheid. Ook hij besteedde veel aandacht aan de apocalyptische boeken van de Bijbel, zij het met minder interesse in de gedetailleerde chronologieën die Newton meende te ontdekken. Thomas Jefferson omarmde Priestley's unitarisme enthousiast en geloofde in een eenvoudige vorm van het christendom, gezuiverd van alle platonische invloeden en immateriële geesten.
In de 17e eeuw en 18e eeuw, die gekenmerkt werden door crises, onrust en oorlogen, kwam er bij verschillende christelijke stromingen en bewegingen weer interesse voor de wederkomst van Christus en werd de leer van het duizendjarig rijk op aarde (her)ontdekt.
Tegen het einde van de achttiende eeuw en het begin van de negentiende eeuw schreven verschillende protestantse bedienaren en geleerden in diverse Europese landen over de Openbaring van Johannes. In Groot-Brittannië lanceerde Edward Irving een adventistische beweging, juist voordat William Miller zijn boodschap begon te prediken in de Verenigde Staten in 1832. De aanhangers van Irving schiepen diverse precedenten voor de Amerikanen, bijvoorbeeld door buitenkerkelijke activiteiten als de "profetieconferenties" te perfectioneren. Margaret MacDonald, een van Irvings discipelen, anticipeerde zelfs op Millers identificatie van de waarschijnlijke datum voor de Wederkomst: 1843.[2]
Exegeten als John Nelson Darby (1800-1882), William Kelly (1821-1906), Charles Henry Mackintosh (1820-1896), Cyrus Ingerson Scofield (1843-1921) en anderen hebben de opname van de Gemeente, de spoedige wederkomst en de aanvang van het duizendjarig rijk geleerd. De adventisten gingen hierin veel verder.
Het adventisme begon als een beweging waarvan de aanhangers lid bleven van hun eigen kerkgenootschap. De belangrijkste leider was William Miller. Hij voorspelde de wederkomst van Christus op 22 oktober 1844. In de Verenigde Staten ondersteunden 50.000 tot 100.000 personen deze zienswijze. Na de "Great Disappointment" ("Grote Teleurstelling") keerden veel aanhangers het adventisme de rug toe. Van degenen die de beweging loyaal bleven, gaven de meesten het geloof in de datum 22 oktober op, maar zij bleven een spoedige "advent" (wederkomst van Jezus) verwachten. Sommigen beweerden dat Jezus niet fysiek maar "spiritueel" was wedergekomen en zij werden daarom spiritualizers genoemd. Een minderheid beweerde dat er wel degelijk iets belangrijks was gebeurd op 22 oktober, maar dat de gebeurtenis verkeerd geïnterpreteerd was. Deze zienswijze ontstond later en wordt door de zevendedagsadventisten nog altijd aangehangen.[1][3]
In 1845 vond van 29 april tot 1 mei de "Albany Conference" plaats, in Albany (New York). 61 gedelegeerde kwamen samen om de toekomst en betekenis van de milleritische beweging te bepalen. Na deze bijeenkomst kwamen de "millerieten" bekend te staan als "adventisten" of "Second Adventists". De gedelegeerden verschilden echter van mening over verschillende leerstellige punten. Er ontstonden vier groepen na de conferentie:
Miller werd geen lid van enige van deze bewegingen en besteedde de laatste jaren van zijn leven aan pogingen ze te verenigen, tot zijn dood in 1849.
Tot het Adventisme worden gerekend[1]:
De Bijbelonderzoekersbeweging die werd gestart door Charles Taze Russell had in het begin adventistische en Milleritische connecties, zoals met Jonas Wendell, George Stetson, George Storrs en Nelson H. Barbour. Na een schisma in 1917[5] ontstonden diverse groeperingen die zich baseerden op de ideeën van Russell. De grootste groepering ervan hernoemde zich in 1931 tot Jehova's getuigen. Deze beweging wordt over het algemeen niet meer tot de Milleritisch-adventistische stroming gerekend, hoewel minimaal één bron dat wel doet.[1] Russell bezocht tussen 1870 en 1874 een adventistische kerk en "werd grondig beïnvloed door het adventistische gedachtegoed".[1]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.