Remove ads
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Joods-christelijke evangeliën zijn evangeliën met een joods-christelijk karakter waarvan alleen fragmenten bewaard zijn gebleven in de geschriften van de kerkvaders. Papias (ca. 65-ca. 130) en Hegesippus (ca. 110-ca. 180) waren de eersten die over joods-christelijke evangeliën schreven. Hun opvattingen zijn echter alleen bewaard gebleven in het werk van latere kerkvaders. De oudst bewaarde geschriften die over deze evangeliën handelen zijn van Ireneüs van Lyon (ca. 140-202), Clemens van Alexandrië (ca. 150-215) en Origenes (ca. 185-253). Van iets latere datum zijn de geschriften van Didymus (ca. 318- 398), Epiphanius (ca. 315-403) en Hiëronymus ( ca. 347-420).
Na Hiëronymus schrijft in de late oudheid alleen Augustinus nog over de evangeliën. Zijn opvattingen over deze evangeliën zijn echter geheel gebaseerd op geschriften van eerdere auteurs. Nog latere auteurs uit de vroege middeleeuwen zoals Gregorius van Tours (ca. 538- 594), Paschasius Radbertus ( 785-865), Sedulius Scotus ( negende eeuw) tot aan Jacobus de Voragine (1129-1298) steunen vrijwel geheel op Augustinus en Hiëronymus.
Meer in het algemeen waren de vroege kerkvaders van mening dat er binnen het vroegchristelijk jodendom slechts één joods-christelijk evangelie, zij het in verschillende versies, bestond. Dat was het evangelie van de Hebreeën. Dat zou oorspronkelijk geschreven zijn in het Aramees of Hebreeuws en gebaseerd op het canonieke evangelie van Matteüs. Dat evangelie van de Hebreeën werd door de kerkvaders toegeschreven aan joods-christelijke groeperingen als de Ebionieten of de Nazoreeërs.
Als bijvoorbeeld Hiëronymus het evangelie beschreef dat nu het evangelie van de Nazorenen heet, deed hij dat meestal in termen als een evangelie van de Hebreeën dat gebruikt wordt door de Nazoreeërs. Als Epiphanius het evangelie dat nu het evangelie van de Ebionieten heet beschreef, gebeurde dat in termen dat deze een valse, verdraaide en verminkte versie van het evangelie van Matteüs hanteerden, maar dit het evangelie van de Hebreeën noemden.
In 1959 verscheen onder redactie van Wilhelm Schneemelcher de derde druk van Neutestamentlichen Apokryphen in deutscher Übersetzung van Edgar Hennecke. Een vertaling in het Engels verscheen in 1963. In de tweede druk was nog door enkele auteurs de opvatting verkondigd dat er twee zelfstandige en van elkaar te onderscheiden joods-christelijke evangeliën waren. Een essay van Hans Waitz in deze tweede druk was het eerste dat pleitte voor drie van deze evangeliën. In de derde druk werd met name door Philipp Vielhauer dat laatste standpunt verder uitgewerkt. Vanaf die periode was met name in de Duits en Engels sprekende wetenschappelijke wereld de overtuiging aanwezig dat er drie te onderscheiden joods-christelijke evangeliën waren; het evangelie van de Hebreeën, het evangelie van de Nazorenen en het evangelie van de Ebionieten. Een minderheid van met name Franse onderzoekers bleef van opvatting dat er slechts twee evangeliën bestonden, het evangelie van de Ebionieten en het evangelie van de Hebreeën/ Nazorenen. Enkele onderzoekers waren van opvatting, dat er slechts één joods-christelijk evangelie kon bestaan. Tot begin eenentwintigste eeuw bleef de hypothese van drie joods-christelijke evangeliën de dominante opvatting.
Vanaf begin eenentwintigste eeuw is door onderzoekers echter toenemende kritiek op de hypothese van drie evangeliën. Een exponent van de kritiek op deze hypothese is Petri Luomanen die een vernieuwde hypothese van twee evangeliën formuleerde.
Een deel van die hypothese komt erop neer dat de Nazoreeërs als georganiseerde ketterse groepering niet hebben bestaan, maar slechts de benaming was voor Aramees/Syrisch sprekende christenen met een joodse achtergrond en opvattingen die niet wezenlijk verschilden van andere Aramees/Syrisch sprekende christenen. De belangrijkste bron van informatie over de Nazoreeërs is de Panarion van Epiphanius. De feitelijk enige bron voor het evangelie van de Nazorenen is Hiëronymus. Epiphanius zou vanwege de door hem beoogde opbouw van zijn boek Panarion en om strategische redenen nog een andere joods-christelijke groep nodig hebben om te beschrijven met andere – maar ook ketters geachte - opvattingen dan de Ebionieten. Die fictieve groep benoemde hij als Nazoreeërs.
In die vernieuwde hypothese worden de fragmenten in het werk van Hiëronymus verdeeld in een verzameling van heel specifieke anti-rabbijnse teksten en een resterend deel dat beschouwd wordt als deel van het evangelie van de Hebreeën, dat op die wijze dan ook gereconstrueerd wordt.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.