Luyten volgde Latijn-Griekse humaniora aan het Sint-Gummaruscollege van Lier en aan het Klein Seminarie van Mechelen. In 1956 ging hij geschiedenis studeren aan de Katholieke Universiteit Leuven, een studie die hij echter niet afwerkte. Daarna werd hij van 1960 tot 1962 leraar geschiedenis aan het Sint-Ursula-instituut in Lier en aan het Sint-Romboutscollege in Mechelen.
Tijdens zijn collegejaren engageerde Luyten zich in de Katholieke Studentenactie en in Leuven behoorde hij tot de leiding van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond, dat hij samen met Wilfried Martens en Mik Babylon de federalistische weg liet inslaan. Ook was hij redactielid van het flamingantische scholierenblad Zeventien.
In 1958 werd Luyten politiek actief voor de Volksunie. Hij werd secretaris van de partijafdeling van het arrondissement Mechelen. Omdat hij als leraar door zijn politiek engagement moeilijkheden ondervond, werd hij professioneel actief bij de Volksunie. Van 1962 tot 1969 was hij journalist bij het partijweekblad "Wij". In 1967 lag hij mee aan de basis van de Vlaamse uitgeverij "De Nederlanden" (60 uitgegeven boekentitels) met het Heelnederlands vormingstijdschrift "Nieuw Vlaanderen". Tussen 1969 en 1981 was hij vormingsmedewerker voor het Lodewijk Dosfelinstituut, het politiek vormingsinstituut van de VU. In 1963 werd Luyten lid van de partijraad van de VU en van 1964 tot 1996 zat hij in het partijbestuur. Hij ontwikkelde de eerste congresteksten over pluralisme, was een tegenstander van regeringsdeelname aan de federale regering en stemde op de partijraad tegen het Egmontpact.
Luyten stond jarenlang als opvolger op de VU-lijsten voor de Kamer van volksvertegenwoordigers. Bij de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement in 1979 haalde hij met bijna 14.000 voorkeurstemmen een behoorlijk resultaat. In 1981 werd hij lid van de Senaat als provinciaal senator voor Antwerpen, wat hij bleef tot in 1985. Vervolgens was hij van 1985 tot 1991 rechtstreeks gekozen senator voor het arrondissement Mechelen-Turnhout. In de periode december 1985-november 1991 had hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook zitting in de Vlaamse Raad. De Vlaamse Raad was de voorloper van het huidige Vlaams Parlement. Als parlementslid hield hij zich vooral bezig met communautaire kwesties.
Ook in zijn gemeente Berlaar was hij zeer lang actief en zetelde hij van 1964 tot 2006 in de gemeenteraad. In 2001 koos hij bij de oprichting resoluut voor de N-VA.
Luyten was een zeer actief volksnationalist en reisde veel om contacten te leggen met andere volksnationalistische bewegingen in het buitenland. Zo voelde hij zich sterk betrokken bij de Baskische en Litouwse ontvoogdingsstrijd en richtte daartoe in 1972 het Vlaams Komitee voor Steun aan Nationale Minderheden op. Deze beide volkeren drukten dan ook hun dankbaarheid uit ten aanzien van Luyten. Op 24 april 2007 werd Walter gehuldigd in Baskenland voor zijn jarenlange inzet voor de Baskische zaak. Tijdens de Franco-dictatuur deelde hij in 1975 samen met zijn collega Willy Kuijpers pamfletten uit aan de kathedraal van Guernica voor een vrij Baskenland. Ze werden door de Guardia Civil opgepakt en onmiddellijk over de grens gezet. Luyten zette samen met zijn Berlaarse dorpsgenoot priester-leraar Ludo Docx het Vlaams Steunkomitee voor Baskische scholen (Flandriatik Ikastolenzat) op. Ze organiseerden grote benefietconcerten met Baskische zangers en groepen in Antwerpen en Brugge. De opbrengst ging naar de uitbouw van het vrije Baskischtalige scholennet ("ikastolas") in Noord-Baskenland (Frankrijk). Ook verzette hij zich tegen de uitlevering van Baskische vluchtelingen aan Spanje.
Bij de onafhankelijkheidsverklaring van Litouwen in februari 1991 hield Walter Luyten zijn toespraak voor het parlement in Vilnius op het moment dat dat door Sovjettanks werd belegerd. Hiervoor kreeg hij in 2006 'The Cross of Commander of the Order for Merits to Lithuania' uit de handen van president Valdas Adamkus. Walter Luyten is daarmee de enige Vlaming ooit die deze onderscheiding te beurt viel.
Hij was ook een fervent bezoeker van Frans-Vlaanderen. Hij organiseerde honderden cultureel-toeristische busreizen naar deze Noord-Franse streek en had er vele vrienden in de plaatselijke autonomistische beweging. Aangezien Luyten een fervent zanger was, duurde het niet lang of hij bracht een parodie uit op het Franse nationaal volkslied “La Marseillaise”.
Luyten was voorstander van een Vlaams-Nederlandse confederatie en was hierdoor actief in de Nederlandse Taalunie. Ook zetelde hij enkele jaren in de raad van beheer van de BRT.[2]
Hij overleed op 73-jarige leeftijd na een slepende ziekte.
Bronnen, noten en/of referenties