In de wiskunde is een polynoom of veelterm in één variabele (of onbekende) een uitdrukking van de vorm:
- ,
waarin een natuurlijk getal is en elementen zijn van een lichaam/veld.
Een polynoom is dus een uitdrukking waarin slechts twee basisbewerkingen van de rekenkunde een eindig aantal keren voorkomen, namelijk de optelling en de vermenigvuldiging.
Terminologie
- Coëfficiënt
De getallen heten de coëfficiënten van de polynoom.
- Graad
De hoogste voorkomende macht van de variabele, dus met coëfficiënt , heet de graad van de polynoom. Een polynoom van de graad wordt een -de-graadspolynoom genoemd.
Polynomen van de graad 1 heten lineair, en van de graad 2 kwadratisch. De lineaire polynomen, dat zijn de eerstegraadspolynomen, zijn functies met als grafiek een rechte lijn, de tweedegraadspolynomen zijn functies met parabolen als grafiek.
In specifieke vakgebieden worden de termen quartic polynoom, voor de graad vier, en quintic polynoom, voor de graad vijf, gebruikt.
- Term
De uitdrukkingen zijn de termen van de polynoom (veelterm). Elk van de termen apart is een eenterm.
- Constante polynoom
De polynoom met heet een constante polynoom. Een constante polynoom is van de graad 0.
- Nulpolynoom
De polynoom , dus de polynoom zonder term, heet de nulpolynoom. De graad van de nulpolynoom is onbepaald.
- Monische polynoom
Een polynoom waarvan de coëfficiënt van de hoogste macht van gelijk is aan 1 wordt monisch genoemd. Een monische polynoom kan geschreven worden in de vorm:
Algemeen
Polynomen komen voor in veel gebieden van wiskunde en wetenschap. Ze worden bijvoorbeeld gebruikt om polynoomvergelijkingen te vormen, die een breed scala aan problemen tot de kern terugbrengen, van elementaire woordproblemen tot gecompliceerde wetenschappelijke problemen; ze worden gebruikt om polynoomfuncties te definiëren, die voorkomen in omgevingen variërend van elementaire scheikunde en natuurkunde tot economie en sociale wetenschappen. Het zijn relatief eenvoudige gladde functies, wat wil zeggen dat zij continu en willekeurig vaak differentieerbaar zijn. Zij worden onder meer gebruikt als benadering voor ingewikkelder functies, zoals in de calculus en numerieke analyse. In geavanceerde wiskunde worden polynomen gebruikt om polynoomringen en algebraïsche variëteiten te construeren, wat ze maakt tot centrale concepten in de algebra en in de algebraïsche meetkunde.
Etymologie
Het woord 'polynoom' is afkomstig van het Latijnse 'polynomium', dat gevormd is van het Griekse πολυς (polys), dat veel betekent, en het Latijnse nomen, naam, zelf weer afkomstig van het Griekse ὄνομα (onoma).[1] Het is vermoedelijk gevormd naar binomium, een vertaling van ἔκ δὐο ὄνομάτων (ek duo onomátoon), uit Boek X van de Elementen van Euclides dat vertaald kan worden als: uit twee termen (bestaande). Het woord 'polynoom' werd door Vieta gebruikt in zijn Isagoge (1591) als 'polynomia magnitudo' voor een grootheid met meerdere termen.
Coëfficiënten
De coëfficiënten zijn elementen van een ring of lichaam/veld , zoals de natuurlijke getallen, gehele getallen, de rationale getallen, de reële getallen en complexe getallen zijn. Men spreekt dan van polynomen over , , , , of .
Als de coëfficiënten van de polynoom uit een van deze voorbeeldverzamelingen worden gekozen en de variable uit , is de polynomiale functie een holomorfe functie.
Het is ook mogelijk de coëfficiënten en de variabele uit een eindig lichaam / veld te kiezen, genoteerd met of . Het aantal elementen in het eindige lichaam/veld is een priemgetal of de macht van een priemgetal.
De verzameling polynomen die bij een bepaald soort coëfficiënten hoort, is een ring, veeltermring genoemd.
De verzameling van alle polynomen met reële coëfficiënten wordt genoteerd met . De deelverzameling van alle polynomen van graad , samen met de nulpolynoom, wordt genoteerd met . Beide verzamelingen vormen een reële vectorruimte. De coëfficiënten kunnen als coördinaten optreden. De basisvectoren zijn dan de machten van . De ruimte is -dimensionaal.
Polynoomvergelijkingen
Wordt de polynoom gelijkgesteld aan 0, dan ontstaat de vergelijking . De graad van de vergelijking is de graad van de polynoom. Een tweedegraadsvergelijking heet ook vierkantsvergelijking. Derdegraadsvergelijkingen, vierdegraadsvergelijkingen, vijfdegraadsvergelijkingen en zesdegraadsvergelijkingen hebben voldoende speciale eigenschappen om ze afzonderlijk te bestuderen.
Rationale functie
Een breuk van twee polynomiale functies heet een rationale functie.
Classificatie
De graad van een term is de som van de exponenten van de onbepaalden in die term, en de graad van een polynoom is de hoogste graad van de termen met een coëfficiënt ongelijk aan nul. Een polynoom van de graad heet ook een "-degraadspolynoom."
Een polynoom zonder variabele bestaande uit een constante term ongelijk aan 0 heet een constante polynoom. De graad van een constante polynoom is 0. De graad van de nulpolynoom 0 (die helemaal geen termen heeft) wordt over het algemeen behandeld als niet gedefinieerd (zie hieronder).
De volgende uitdrukking bijvoorbeeld is een term:
De coëfficiënt is −5 , de variabelen (of onbepaalden) zijn en . De exponent van is twee en de exponent van een, zodat de graad van de gehele term gelijk is aan .
Veeltermen van graad een, twee of drie zijn respectievelijk lineaire veeltermen, kwadratische veeltermen en kubische veeltermen. Voor hogere graden worden de specifieke namen in het algemeen niet gebruikt, De namen voor de graden kunnen worden toegepast op de polynoom of op de termen ervan. De term in is bijvoorbeeld een lineaire term in een kwadratische polynoom.
Van de nulpolynoom wordt aangenomen dat hij helemaal geen termen heeft. In tegenstelling tot constante polynomen, is de graad niet nul. In plaats daarvan wordt de graad van de nulpolynoom ofwel expliciet ongedefinieerd gelaten, of als negatief gedefinieerd ( of ). De nulpolynoom is ook uniek, omdat het de enige polynoom is met een oneindig aantal wortels. De grafiek van de nulpolynoom is de -as!
Een echte polynoom is een polynoom met echte coëfficiënten. Wanneer de polynoom wordt gebruikt om een functie te definiëren, is het domein niet zo beperkt. Een echte polynoomfunctie is echter een functie van de reële getallen naar de reële getallen die wordt gedefinieerd door een echte polynoom. Evenzo is een integerpolynoom een polynoom met gehele coëfficiënten, en een complex polynoom is een polynoom met complexe coëfficiënten.
Criterium van Eisenstein
Het criterium van Eisenstein geeft er een voldoende voorwaarde voor, dat een polynoom met gehele coëfficienten irreducibel is. Een polynoom die aan het criterium voldoet, is irreducibel over de rationale getallen, en daarmee ook over de gehele getallen.
Nulpunten van een polynoom
Volgens de hoofdstelling van de algebra is een polynoom vastgelegd door zijn nulpunten, dat mogen complexe nulpunten zijn, en een constante:
- ,
waarin de getallen de nulpunten zijn van de polynoom.
Omgekeerd zijn die nulpunten de oplossingen van de vergelijking die ontstaat door de polynoom gelijk aan nul te stellen. Zo ontstaat een algebraïsche vergelijking met één onbekende van de volgende vorm:
Hierin is elke een constante die de -de graads coëfficiënt wordt genoemd. De graad van de polynoom, dit is de grootste waarde van waarvoor geldt dat , wordt ook de graad van de vergelijking genoemd.
Een speciaal geval vormen de polynomen met gehele coëfficiënten. Een nulpunt van zo'n polynoom wordt een algebraïsch getal genoemd. Een getal dat niet algebraïsch is, maar wel reëel, heet een transcendent getal.
De getallen zijn de nulpunten van de polynoom, of de wortels van de bijbehorende algebraïsche vergelijking. Het aantal keren dat de betrokken factor in de ontbinding voorkomt, heet de multipliciteit van het nulpunt, en het aantal nulpunten van een veelterm is, als elk nulpunt even vaak wordt meegeteld als zijn multipliciteit, dus gelijk aan de graad.
Voor reële polynomen geldt, net als voor complexe polynomen, dat zij complexe nulpunten hebben. Iedere reële polynoom van oneven graad heeft ten minste één reëel nulpunt en de niet-reële, de complexe nulpunten komen steeds in complex toegevoegde paren voor. Er is geen algoritme waarmee voor willekeurige polynomen van een graad groter dan 4 de nulpunten met wortels uit getallen kunnen worden geschreven.
Voorbeeld
De ontbinding van de polynoom is:
De drie nulpunten van zijn en .
Symmetrische functies
De coëfficiënten van een polynoom kunnen uitgedrukt worden in de wortels van de polynoom. Het functionele verband tussen een coëfficiënt en de wortels van een -de-graadspolynoom is op het teken na een elementaire symmetrische polynoom in de wortels van .
Voorbeeld
Voor een derdegraadspolynoom met wortels geldt:
De coëfficiënten zijn:
Elk is op het teken na een elementaire symmetrische polynoom in de wortels .
Afgeleide
Differentiëren van een polynoom verlaagt de graad van de polynoom met 1. Bijvoorbeeld differentiëren van van de graad 3 geeft de afgeleide polynoom van de graad 2.
Volgens de stelling van Marden zijn de nulpunten van de afgeleide van een derdegraads polynoom in , waarvan de nulpunten niet op één lijn liggen, gelijk aan de brandpunten van Steiners ingeschreven ellips van de driehoek die door die nulpunten wordt gevormd. De coëfficiënten van de polynoom mogen hierin complex worden genomen.
Deling van polynomen
In het algemeen kan een polynoom gedeeld worden door een polynoom waarvan de graad lager is dan die van . De rest bij deling is een polynoom , of 0 wanneer precies door is te delen. Algemeen geldt:
- ,
waarin de polynoom de quotiëntpolynoom is.
De daadwerkelijke deling van een polynoom door een andere polynoom van lagere, of eventueel gelijke graad, kan door staartdelen.
Als de graad van is en de graad van , geldt dat de graad van gelijk is aan en de graad van ten hoogste gelijk is aan . In het geval dat , gaat de deling precies op, en is het product van en . Voor de graden geldt , met de graad van .
Voorbeeld
x+1 / 4x³+5x²+3x+2 \ 4x²+x+2 4x³+4x² ——————— x²+3x+2 x²+ x ——————— 2x+2 2x+2 ———— 0
Dus is .
Factor- en reststelling
Men kan eenvoudig controleren of een polynoom een factor heeft. Substitueer in , dan moet gelden . Is , dan is de rest bij de deling van door , immers:
- ,
waarin de rest een constante is. Substitutie van geeft:
Dit resultaat heet de reststelling voor polynomen. Op deze reststelling zijn in het tientallige stelsel de negenproef en de elfproef gebaseerd.
De elfproef berust op het feit dat in het tientallig stelsel 10 modulo 11 congruent is met −1. Dit wordt gebruikt om aan te tonen dat modulo 11 het getal 4532 congruent is met 0, dus deelbaar is door 11. Immers is een factor van , want
- ,
dus is
Hornerschema
Het Hornerschema is een algoritme om efficiënt een veelterm in een punt te evalueren of om een polynoom snel te delen door een lineaire polynoom.
Karakteristieke polynoom
Het is mogelijk voor de variabele een matrix te substitueren. Bij iedere matrix hoort een karakteristieke polynoom . Substitutie van de matrix in levert de nulmatrix op: .
De karakteristieke polynoom van een vierkante -matrix is
Waarin
- Det de determinant voorstelt
- de -eenheidsmatrix
De nulpunten van de karakteristieke polynoom zijn de eigenwaarden van de matrix. Dit vindt toepassingen in de sterkteleer, de kwantummechanica, trillingen, de akoestiek enz.
Domein van de coëfficiënten
Een polynoom is volledig bepaald door z'n coëfficiënten. Als het niet om de corresponderende functie gaat, is niet aan de orde welke waarden kan aannemen; de polynomen corresponderen een-op-een met eindige rijen getallen (de coëfficiënten). Dan bestaat de rol van de variabele er slechts in de notatie als som van gewogen machten van mogelijk te maken, en zo op natuurlijke wijze de regels voor het optellen en vermenigvuldigen van de polynomen in te voeren. Vooral voor het vermenigvuldigen is deze notatie handig, men hoeft niet een speciale regel voor het vermenigvuldigen van eindige rijen getallen toe te passen.
Er zijn ook polynomen met andere coëfficiënten dan reële getallen, of met coëfficiënten die beperkt zijn tot een deel van de reële getallen. Als de verzameling waaruit de coëfficiënten worden gekozen een commutatieve ring is, vormen de polynomen ook een commutatieve ring.
Bij een gegeven commutatieve ring kan men de coëfficiënten kiezen uit een deelring (eventueel de ring zelf) en als domein van de polynomiale functies een deelverzameling van de ring (eventueel weer de ring zelf) nemen. De afbeelding die aan een polynoom de bijbehorende polynomiale functie toevoegt, is dan lineair. De afbeelding is dan en slechts dan injectief, als alleen de polynoom die identiek nul is, een functie oplevert die de nulfunctie is (een functie die bij ieder argument uit het domein de waarde 0 oplevert). Dit is niet het geval als het domein van de polynomiale functies eindig is en een deelverzameling van de deelring, men kan dan eenvoudig een polynoom construeren die niet identiek nul is, maar waarbij wel de erdoor vastgelegde functie bij elk argument nul oplevert (nulfunctie). Er zijn dan bij een polynomiale functie (wat trouwens iedere functie dan is) oneindig veel corresponderende polynomen.
Dit onderstreept de verschillen tussen een polynoom als uitdrukking en een polynoom als functie. Let wel, als het domein een oneindige verzameling is, is er wel een een-op-een correspondentie tussen de uitdrukkingen en de functies.
Polynoom versus polynomiale functie
Een voorbeeld van het onderscheid tussen polynoom en bijbehorende polynomiale functie is het volgende. Beschouw polynomen met coëfficiënten uit het eindige lichaam , dit is de verzameling waarbij optellen en vermenigvuldigen plaatsvindt modulo 5.
Zowel als zijn polynomen over . Het zijn duidelijk twee verschillende polynomen. Als (polynomiale) functies met als domein en bereik zijn ze echter aan elkaar identiek, want voor iedere uit geldt, rekenend modulo 5, dat .
Twee van elkaar verschillende polynomen kunnen dus eenzelfde bijbehorende polynomiale functie hebben.
Veeltermen in meer variabelen
Er zijn ook veeltermen in meer dan één variabele. Een veelterm in variabelen ( tot ) van de orde , is dan een uitdrukking van de volgende vorm, of daartoe herleidbaar:
- ,
waarin ten minste een van de coëfficiënten ongelijk is aan 0. Men spreekt wel van multinomiale functies. Zo'n veelterm kan ook geschreven worden als:
- ,
waarin slechts eindig veel coëfficiënten ongelijk aan 0 zijn. De hoogste voorkomende macht heet de graad van de variabele . Het getal heet de graad van de term . Het maximum van de graden van de afzonderlijke termen heet de graad van de polynoom.
Specifiek voor een polynoom in één variabele is de hoofdstelling van de algebra van toepassing, die zegt dat de polynoom is te schrijven als het product van een constante en een aantal keer het verschil tussen en een andere constante. Deze stelling is niet eenvoudig uitbreidbaar naar een polynoom in meer variabelen.
Voorbeelden
De volgende veelterm in drie variabelen en is van de orde drie. Alle coëfficiënten zijn geheel en de producten staan in volgorde van opklimmende orde, of graad:
is te vereenvoudigen tot . Een willekeurig gekozen polynoom in meer variabelen is meestal niet zo mooi te ontbinden.
Curiosum
De uitkomst van polynomen kan tot schijnbaar vreemde resultaten leiden. Een daarvan is een curiosum over polynomen, dat een veelterm geeft, dat in de 26 variabelen t/m over de natuurlijke getallen met graad 25 behalve negatieve waarden, alleen alle priemgetallen als positieve waarden aanneemt.[2]
Speciale polynomen
Enkele speciale typen polynomen hebben een eigen naam, waaronder:
Toepassingen
Wikiwand in your browser!
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.