De bewezen stamvader van dit geslacht is Gerard van Vladeracken, die 1370 en 1389 schepen van 's-Hertogenbosch was.[2] Generaties lang waren de Vladerackens heren van Geffen. Jan van Vladeracken bouwde hier rond 1500 een kasteel.[3] In 1503 reisden hij en Jan van Kessel naar Schoonhoven om daar met Keizer Maximiliaan I te overleggen over de terugbetaling van het geld dat de 's-Hertogenbosch had voorgeschoten in de oorlog tegen Gelre.[4]
In 1628 ging de heerlijkheid Geffen over op Roelof van Staeckenbroeck.[5] Het geslacht is uitgestorven in de lijn van de tweede zoon van Christophorus van Vladeracken.[6]
Het geslacht voerde molenijzers in zijn wapen, dat terug te vinden is op die van de gemeente Geffen.[7]
Variant 1: "Gevierendeeld: I en IV in goud drie rode rozen; II en III in zilver drie rode molenijzers."
Variant 2: "Gevierendeeld: I en IV in zilver drie groen gepunte rode vierbladen; II en III in zilver drie rode molenijzers."[8]
Gerard van Vladeracken; schepen van 's-Hertogenbosch (1370, 1389)[2]
Jan van Vladeracken; heer van Geffen (omstreeks 1503)[4]
Gerard van Vladeracken; heer van Geffen (tot 1556)[5]
MAChristophorus van Vladeracken (1524-1601); bastaard van Gerard van Vladeracken, humanist en rector van de Latijnse School in 's-Hertogenbosch[6]