De naam Kolping is geïnspireerd op het werk van Adolph Kolping, een Duitse priester die leefde van 1813 tot 1865. Hij was van de St. Jozefgezellen. Een vereniging die tot doelstelling had met name de rooms-katholieke jeugd tussen 17 en 25 jaar ontspanning en geestelijke- en lichamelijke vorming te geven. Vanuit zijn standplaats Elberfeld in Duitsland verspreidden de gezellenverenigingen zich over de wereld, ook in Nederland. Onder de paraplu van de St. Jozefgezellenvereniging werden veel clubs opgericht, zoals toneelclubs, gespreksgroepen en ook voetbalclubs.
De kerk had een groot aandeel in de oprichting van de club. Toen de mogelijkheid zich voordeed om een terrein te huren, zei de kerk, in de persoon van Pastoor Brouwer, haar medewerking toe in de oprichting van een rooms-katholieke voetbalclub.
Het eerste competitiejaar bestond de rkvv K.G.B. uit eerst drie en later vier seniorenteams. Het veld lag achter het zogenaamde brandspuithuisje. Er stonden soms tot 1000 toeschouwers langs het veld. In het eerste jaar eindigde men op de tweede plaats van de D.H.V.B., de Diocesane Haarlemse Voetbal Bond (in die tijd hadden de katholieken nog hun eigen voetbalbond).
In het seizoen 1933/34 werd er verhuisd naar een terrein aan de Hoofdstraat. Dit complex lag op landerijen die aan de kerk waren geschonken door weduwe mej. G. Roozeboom, en werd daarom De Rozeboom genoemd, met een o minder in de naam.