Loading AI tools
vaststaand beeld Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een stereotype is een vaststaand beeld van bijvoorbeeld een groep mensen dat niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid, of een deel van de werkelijkheid buiten proportie vergroot. Dit vormt dan een vooroordeel, een vooringenomen gedachtegang en kan leiden tot discriminerende denkbeelden en gedragingen. Voorbeeld van een vooringenomen uitspraak is "Alle ... zijn zo", hier is sprake van een ecologische fout.
Het woord stereotype ontleent zijn betekenis aan de samenstelling van de Oudgriekse woorddelen stereos en typos. Hierbij staat stereos voor ‘vast’; typos betekent 'slag/afdruk/vorm'. De versmelting van stereos en typos heeft geleid tot de oorsprong van het woord stereotype.[1]
Het digitale en analogische Nederlandse woordenboek Van Dale (2008) definieert 'stereotype' dan ook als 'vastliggend beeld' of 'karakterisering'. Bij het daadwerkelijk toepassen van stereotypen - het 'stereotyperen' - is sprake van stereotypering, hetgeen door deze bron verwoord wordt als: "het isoleren van één eigenschap uit een verzameling van eigenschappen en het voorstellen van die eigenschap als representatief voor de hele verzameling."[2]
In zijn beschouwing over definities en theorieën omtrent stereotypen, beschouwt Cinnirella (1997) stereotypen als "geloofssystemen die houdingen, gedragingen en persoonlijke eigenschappen associëren met leden van een sociale categorie". Uit het discours over stereotypen, blijken deze zich te manifesteren als ‘geloven dan wel veronderstellingen over de leden van een sociale categorie of sociale groep.’ Er wordt gesteld dat stereotypen in het algemeen beschouwd kunnen worden als karakteriseringen van bepaalde categorieën (zoals sociale groepen) waarbij, door selectie van eigenschappen, geloofssystemen gecreëerd worden bestaande uit veronderstellingen over deze categorieën.[3]
Een stereotype is vaak gebaseerd op:
Stereotypen kunnen gebaseerd zijn op ras, etniciteit, geslacht, seksuele geaardheid, nationaliteit, geloof, beroep, leeftijd of sociale klasse.
Stereotypen worden ook vaak gebruikt op televisie, cartoons, moppen, strips, tekenfilms, propaganda, reclame en in de literatuur. Ze zorgen ervoor dat men zich snel kan identificeren met de personages en meer betrokken raakt. Zo worden of werden koningen vaak afgebeeld met een kroon, domme vrouwen als blondines, postbodes in uniform met pet, butlers en politici als onbetrouwbare figuren, Joden als rabbijnen of met haakneuzen, homoseksuelen als verwijfde mannen, landbouwers met een hooivork, Amerikanen met een cowboyhoed op het hoofd, Nederlanders op klompen, Belgen met frietzakjes in de hand, Fransen met een alpinopet, snor en stokbrood onder de arm of Chinezen met een lange paardenstaart. Men kan gebruikmaken van een karikatuur en attributen om personen stereotiep voor te stellen. Vroeger gebeurde dit uit superioriteitsgevoelens zonder veel gêne met voorstellingen die later als racistisch of discriminerend zouden aangemerkt worden, bijvoorbeeld Joden als gierige geldwolven met grote haakneuzen en zwarten in Afrika als primitieve wilden met dikke lippen.
Stereotypen kunnen echter ook op een amusante manier gebruikt worden, zoals in Asterix waar de Galliërs vaak Europese volkeren tegenkomen die erg cliché-achtig worden voorgesteld. Bepaalde abstracte zaken kunnen enkel via een herkenbaar stereotiep symbool worden gevisualiseerd, zoals de dood (Magere Hein), liefde (Cupido), recht (Vrouwe Justitia) en de Walt Disney Company (Mickey Mouse).
In sommige culturen en maatschappijen gaan bepaalde stereotypen al zo lang mee dat ze vele mensen ze onbewust ingeprent krijgen. Reclame, media, propaganda en de omgeving waar men in opgroeit bevestigen het stereotype en behandelen het ook vaak alsof het om echte feiten gaat. Een bekend voorbeeld zijn de vele magazines die op vrouwen en mannen gericht zijn en waarbij beide geslachten elkaar voortdurend veralgemenend voorstellen. Mannen worden bijvoorbeeld afgeschilderd als wezens die enkel in voetbal en seks geïnteresseerd zijn en vrouwen alsof ze enkel geboeid zijn door kinderen, chocola en winkelen.
Volgens Leerssen (2000) dateren historische processen van nationale stereotypering in Europa vanaf de consolidatie van Europese natiestaten in de zeventiende eeuw. Binnen de geopolitieke grenzen van de staat, werd door de regerende klasse de Idee van de 'Volksgeist' uitgewerkt in theorieën en praktijken tot 'natie bouw' (nation building) ten einde regionale culturen te consolideren tot een veronderstelde nationale eenheid (Leerssen 2000)[4] Beelden van de typische Nederlander, Italiaan, Duitser of Fransman werden toen gecreëerd. Hierbij wordt door sociale groepen verondersteld dat, op basis van een selectie van toegeschreven en 'kenmerkend' genoemde eigenschappen, de Nederlander bijvoorbeeld om de typische nuchterheid verschilt van de chaotische, uitbundige Italiaan (Veeger 2004: 287-291).[5]
Cinnirella (1997) betoogt dat stereotypen op drie manieren bestudeerd kunnen worden. Dit relateert hij aan de wijzen waarop soorten stereotypen gevormd worden.
Cinnirella (1997) maakt onderscheid tussen individuele stereotypen en gedeelde stereotypen. Individuen kunnen idiosyncratische stereotypen creëren van groepen in hun leefmilieu, die verschillend zijn van de stereotypen die gemeenschappen koesteren. De stereotypen van individuen hoeven zodanig niet overeen te komen met de stereotypen die gedeeld worden door de gehele samenleving. Gedeelde stereotypen worden geleerd, gedeeld en overgedragen door groepen van verschillende omvang woonachtig in verschillende leefmilieus. Regionale processen van stereotypering vinden bijvoorbeeld plaats tussen diverse landsregio's zoals districten, provincies, steden of dorpen. Zo lijken regio's in Italië te wedijveren om bepaalde culturele gedragingen en manifestaties op culinair, linguïstiek en sportief gebied; een historisch ontstaan streekgebonden gemeenschapsbesef dat campanilismo wordt genoemd, en waarbij de ene gemeenschap zich op sommige vlakken polariseert met gemeenschappen in andere regio's op basis van stereotypen die hun wortels vinden in historische veronderstellingen en tradities (Ginsborg 2001; van Osta 1991).[6][7]
Henry Tajfel (1974) identificeerde een aantal kernfuncties van stereotypen (in Cinnirella 1997: 45-47).
De meest relevante functie van stereotypering, is volgens Tajfel de assumptie dat de behoefte aan het creëren, waarborgen en handhaven van positieve eigenwaarde een cruciale drijvende kracht is achter het sociaal gedrag en cognitie dat deels gedreven wordt door stereotypen.
Volgens Cinnirella (1997) kunnen machtige sociale groepen in samenlevingen, die meer toegang dan anderen hebben tot massacommunicatietechnologie, de stereotypen die door de media verspreid worden, manipuleren. Hierbij kennen deze machtige groepen positieve stereotypen dikwijls toe aan deze groep zelf - de ingroup - waarbij zij zich onderscheiden van en meten tegen de negatieve stereotypen die zij toekennen aan andere groepen - de outgroup.[8] Op basis van karakteristiek veronderstelde kenmerken onderscheidt op het niveau van natiestaten de meerderheidsgroep die deze positieve kenmerken aan zichzelf toekent (de 'autochtone' groep; autos betekent 'zelf'), zich van de andere groep (deze is 'allochtoon'; allos betekent 'ander'). Deze veronderstellingen, volgend uit processen van self-stereotyping ('zelfstereotypering', in Cirnirella 1997: 46), vormen de basis van 'Sociale Identiteitstheorieën' (zie: Scheepers, Gijsberts & Coenders 2002; Cremer 2000).
Binnen de sociale psychologie, heeft Henri Tajfel (1974) invloedrijke perspectieven opgetekend over de theorie van sociale identiteit (in Cirnirella 1997: 42). Hij illustreerde met zijn onderzoeksresultaten hoe individuen, die verdeeld zouden worden in 'betekenisloze' groepen, desondanks een groepsbesef of -solidariteit zouden creëren, zich daarbij polariserend ten opzichte van de outgroup. Stereotypen van de ingroup zijn volgens Cirnirella meer complex en heterogeen dan onze stereotypen over outgroups. Er bestaat bewijs dat enkele nationale stereotypes over sommige naties, gelijkend zijn. Sociale wetenschappers leggen percepties van een 'Latijns' stereotype door West-Europeanen bloot, die toegepast wordt op Italianen, Grieken, Spanjaarden en in mindere mate Fransen (Cirnirella 1997).
Met de komst van de massamediatechnologie kunnen stereotypen eenvoudig, snel en grootschalig worden verspreid. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst is de disseminatie van propaganda en stereotypen breed toegepast. Individuen kunnen eenvoudig stereotypen ontwikkelen of aannemen van (individuen in) groepen waarmee geen sociale interactie in levenden lijve is plaatsgevonden. Dit heeft tot gevolg dat individuen gewoon zijn stereotypen te koesteren over etnische en nationale groepen wier leden en persoonlijkheden zij mogelijkerwijs nog nooit eerder ontmoet hebben. Indien individuen dergelijke stereotypen niet met groepsgenoten bediscussiëren, zullen deze uitsluitend stereotypen moeten baseren op mediabeelden. Het kan hier stereotypen betreffen gecreëerd door, bijvoorbeeld, kranten en tijdschriften, televisie, internet en radio. Echter, ook als wel sprake is van sociale interactie tussen (sub)groepen, hebben de massamedia invloed op de context waarin of raamwerk waarbinnen wij stereotypen creëren (Gerbner, Gross et al. 1990; 1980).[9] Media-stereotypen van bepaalde groepen kunnen vooral significant zijn als we het stereotype ontmoeten voorafgaand aan een ontmoeting met het individu of de (sub)groep waarop deze gebaseerd is. Onderzoeken van Roberts & Maccoby (1985 in Cinnirella 1997) suggereren dat stereotypen vaak resistent zijn tegen veranderingen als zij eenmaal geïnternaliseerd zijn. Dit houdt echter niet in, dat geen kritische houding tegenover stereotypen kan worden genomen.
De televisie is een ideaal medium om bepaalde stereotypen te versterken of juist aan kracht te onttrekken. Volgens Raymond Williams (2007)[10] wordt de realiteit, zoals verschillende personen die ervaren, steeds opnieuw gevormd door en in de media. De televisie creëert dan ook verschillende beeldvormingen over allerlei onderwerpen. Onder ‘beeldvorming’, wordt ‘het laten ontstaan van een idee, een indruk’ bedoeld.[11] Hierbij wordt gebruikgemaakt van procesdoelstellingen.
Sinds de vorming van natiestaten werden 'nationale karakteristieken' door en over westerse landen gerepresenteerd als discrete, afgebakende culturen: als 'vastliggende beelden', ofwel stereotypen. De comparatieve literatuur, die zich toelegt op het bestuderen van deze historische interculturele relaties in termen van wederzijdse percepties en beeldvorming in en door de media, is ontwikkeld in Frankrijk onder de naam imagologie.[12]
In de loop van de twintigste eeuw, is binnen het veld van de Comparatieve Literatuur een kritischer houding aangenomen. Culturele verschillen werden niet meer bestudeerd als 'essenties' of 'waarheden', maar reële percepties en houdingen van groepen tot elkaar. Nationaliteit en nationale culturen worden nu geobserveerd als noties van identificatie en minder als identiteiten. De imagologische wetenschap heeft drie structurele stereotiepe algemeenheden in de beeldvorming over 'naties' door westerse media kunnen blootleggen.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.