Na een uur koers ontstond er een kopgroep van vijfentwintig man met daaronder Dylan van Baarle, Magnus Cort, Luis León Sánchez, Edvald Boasson Hagen, Pierre Rolland en Lennard Kämna. Al snel liep de voorsprong op en toen het peloton negen minuten had gelaten, mocht Kämna dromen van de gele trui. De groep werkte goed samen, tot op de voorlaatste beklimming Alberto Bettiol het hazenpad koos. Hij pakte een redelijke voorsprong, maar op dat moment werd de koers stilgelegd vanwege een protest van milieudemonstranten die de weg blokkeerden. Toen deze waren verwijderd door de gendarmerie, konden de renners de etappe vervolgen.
Bettiol begon met een voorsprong van een halve minuut aan de slotklim naar het vliegveld van Megève (19,2 kilometer à 4,1 procent). Halverwege de klim kwam een gedeelte terug met daaronder ook Kämna, Van Baarle en Cort. In een finale waarin de perspectieven telkens wisselde, pakte Luis León Sánchez een voorsprong en werd teruggepakt door een opnieuw afgeslankt deel van de kopgroep. Toen Van Baarle erbij kwam ging hij erop en erover, maar hij kreeg geen ruimte. Op de lastige slotstrook mocht een groep van vijf sprinten. Sánchez ging als eerste aan en werd gecounterd door Nick Schultz. De Australiër had lang de beste papieren, maar in de slotmeters kwam Cort er nog overheen.
Bij de klassementsmannen waren er geen tijdsverschillen, ondanks dat Tadej Pogačar met zijn sprint nog een poging waagde. Aan de streep kwam Kämna elf seconden tekort om het geel over te nemen.