Na drie etappes in Engeland was dit de eerste etappe op Frans grondgebied. Het was een vlakke rit met twee heuvels van de vierde categorie. De etappe had een tussensprint op 92 kilometer bij Kassel.
Thomas Voeckler viel van de start aan, en kreeg Luis Ángel Maté mee. De beide rijders kregen een maximale voorsprong van 3'30".
Rond de tussensprint werd er vooral door Cannondale hard aan het peloton getrokken, waardoor het in stukken uiteenviel. Onder meer Rodríguez, Rolland, Kwiatkowski en Zubeldia kwamen op achterstand, maar konden later weer terugkomen. Maté zakte door materiaalpech terug naar het peloton. 16 kilometer van de finish werd uiteindelijk ook Voeckler bijgehaald.
Alexander Kristoff ging de eindsprint vroeg aan, maar wist desondanks lang stand te houden. Enkel Marcel Kittel wist hem in te halen, en won daarmee alweer voor de derde keer in vier etappes.
De etappe werd verreden zonder Andy Schleck, die te veel hinder ondervond van een val in de vorige etappe. Tijdens de etappe stapte Greg Henderson op na een val.
Thomas Voeckler
Luis Ángel Maté
Peter Sagan
Marco Marcato
Adam Hansen.svg){kind=small}
Jurgen Van den Broeck
Tony Martin
Rafał Majka
Geraint Thomas
.svg){kind=small}
