gebed in de bijbel Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Psalm 22 is een psalm uit de Psalmen in de Hebreeuwse Bijbel (in de Septuagint en de Vulgaat Psalm 21[1]) en een psalm van David. Een psalm was een tekst die op melodie was gezet en die instrumentaal begeleid werd, een zogenoemde contrafact. In het Latijn worden vaak de eerste woorden van de psalm als naam ervan gebruikt, Deus, Deus meus.
Psalm 22 | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Initiaal van psalm 22 in het Albanus Psalter | ||||
Auteur | Koning David (toegeschreven) | |||
Oorspronkelijke taal | Hebreeuws | |||
Genre | Psalm | |||
|
Het opschrift van Psalm 22 begint met de woorden “Voor de koorleider”[2] of “Voor de opperzangmeester”.[3] De exacte betekenis van deze figuur is niet helemaal duidelijk.[4] Daarna staat in het opschrift “Op de wijze van de hinde van de dageraad”. Dit zou kunnen slaan op een melodie; deze is niet overgeleverd. Het zou ook een allusie kunnen zijn, een metafoor voor de hoofdpersoon.
Het opschrift bevat ook de tekst “Een psalm van David”; 73 psalmen met dit opschrift worden aan David toegeschreven. Van oudsher werd het gebruikte voorvoegsel van dit opschrift vertaald als 'door', maar nieuwe inzichten geven als mogelijke vertalingen 'over' en 'voor'. Los daarvan blijkt uit historisch-kritische exegese dat de persoon David of zijn koningschap als metafoor gebruikt zouden kunnen zijn.[5]
Psalm 22 vertelt het verhaal van een man of vrouw die het naar God uitschreeuwt. Hij of zij beklaagt zich tegen God over zijn vijanden en over zijn positie tegenover die tegenstanders, afgewisseld met lof voor God. Ook wordt God gedankt voor de hulp die Hij biedt. Deze hoofdpersoon is volgens de joodse traditie David of Ester.[bron?] In de psalm wordt de herinnering gelezen aan perioden van nood, zoals ten tijde van de Babylonische ballingschap.
Volgens historisch-kritische exegese is deze psalm ontstaan uit twee onafhankelijke delen, namelijk vers 1-22 en 23-33. Het laatste deel zou een aanvulling zijn op een bestaande psalm, maar de exacte scheiding tussen beide delen blijft onderwerp van discussie.[6]
Van het eerste deel wordt aangenomen dat het voor het beleg van Jeruzalem (587 v.Chr.) ontstond. Het tweede deel zou van na de Babylonische ballingschap dateren omdat er duidelijk sprake is van de redding van de hoofdpersonage, die vaak als metafoor wordt gelezen voor de Israëlieten. De verzen 28-32 hebben een veel universeler karakter dan de voorgaande. Vanwege hun hellenistisch karakter dateren deze verzen vermoedelijk uit de vierde eeuw v.C.[6]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.