Probleem van mentale oorzakelijkheid
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het probleem van mentale oorzakelijkheid of causaliteit komt neer op de vraag of – en zo ja, hoe – bewuste handelingen worden veroorzaakt door bewuste gedachten/intenties.
Het is een begripsmatig probleem in de filosofie van de geest bestaande uit een aantal onderliggende problemen en oplossingen.
In eerste instantie bestaat er geen twijfel over dat intentionele mentale gebeurtenissen dikwijls intentionele fysieke gebeurtenissen of acties kunnen veroorzaken en vice versa. Voorbeelden van fysiek-naar-mentaal zijn; dat alcohol drinken het concentratievermogen verminderd, of dat op de grond vallen pijn kan veroorzaken. Voorbeelden van mentaal-naar-fysiek zijn; dat iemand door schaamte kan gaan blozen, of dat een begroetingswens iemands arm kan laten stijgen.
Maar als we de vraag stellen hoe de interactie tussen mentaal en fysiek oorzakelijk gezien tot stand kan komen lopen we tegen het probleem van mentale oorzakelijkheid aan.
Het probleem van mentale oorzakelijkheid kan worden onderverdeeld in een aantal (afzonderlijke) onderliggende problemen. Waaronder het probleem van causale exclusie of uitsluiting, het probleem van anomalisme of abnormaliteit en het probleem van externalisme. Het onderliggende probleem dat de meeste aandacht heeft getrokken in de filosofische literatuur is het probleem van causale exclusie.
Wat onze lichamelijke beweging betreft hoeven we niet buiten onze menselijke fysiologie te treden om zodoende de causale voorgeschiedenis daarvan te achterhalen. Intentionele handelingen kunnen volledig en causaal verklaard worden aan de hand van de (opzichzelfstaande) fysiologische werking. Een aparte vermelding van mentale toestanden met een dergelijke verklaring is daarom overbodig. Dit kan filosofen verontrusten want mentale toestanden lijken van cruciaal belang te zijn wanneer een persoon tot acties overgaat. Aangezien het feit dat de fysiologie voldoende is om een actie uit te voeren lijken de mentale toestanden overbodig te zijn; ze lopen daarmee het risico om op causaal en verklarend vlak irrelevant te zijn met betrekking tot een menselijke handeling.[1]
Veel filosofen beschouwen die schijnbare irrelevantie als een zeer contra-intuïtieve en ongewenste positie om in te nemen. Het leidt dan uiteindelijk naar epifenomenalisme, het standpunt dat stelt dat mentale toestanden causaal gezien irrelevant zijn, het zijn slechts na-effecten die verder geen causale rol spelen. Epifenomenalisme werd als eerste geformuleerd door Thomas Huxley, hij vergeleek mentale toestanden met de stoom die uit een locomotief komt. Want de stoom speelt geen causale rol in het vooruitgaan van de trein, het is slechts een 'emergente eigenschap' van de werkelijke oorzakelijkheid, die zich in de motor begeeft.[2]
Een ander probleem met mentale oorzakelijkheid is dat mentale toestanden 'abnormaal' lijken, dit is omdat er geen wetenschappelijke wetten zijn om ze te omschrijven; zonder bepaalde uitzonderingen te maken. Er zijn geen strikte wetten, terwijl mentale toestanden moeten daaronder vallen voordat ze opgenomen kunnen worden door de huidige wetenschap.[3]
Een reactie is de ontkenning dat psychologische wetten (ten opzichte van mentale toestanden) strikte wetten vereisen zonder uitzonderingen. Jerry Fodor stelt dat sommige natuurwetenschappen (zoals biologie en scheikunde) ceteris paribus-wetten hanteren die wel met uitzonderingen werken. Daartegenover staan de exacte wetenschappen (zoals de natuurkunde) die wel strikte wetten zonder uitzonderingen hanteren. Hoewel de mentale toestanden 'abnormaal' zijn, kunnen ze nog steeds toegepast worden als de respectabele wetenschappelijke wetten van de psychologie.
Externalisme is ruwweg de opvatting dat bepaalde onderdelen in de omgeving van het individu een cruciale rol spelen in de betekenis van (ten minste enkele) woorden afkomstig van het individu. Een thesis over betekenis beïnvloed de geest in zoverre dat onze gedachten over hetgeen in de wereld gaan. Een veelvoorkomende opvatting in de filosofie van de geest is dat sommige mentale toestanden intentionaliteit bevatten. Bijvoorbeeld iemands overtuiging dat het water nat is heeft als semantische inhoud: water is nat, de gedachte gaat over water en de omstandigheid is dat het nat is. De betekenis van woorden als gedachten of mentale inhoud zijn in die zin afhankelijk of worden gevormd door externe factoren buiten de geest. Dit wordt ook wel specifiek semantisch externalisme genoemd en wordt bijvoorbeeld aangekaart met het concept van de tweeling-aarde. Als externalisme klopt – dus als tenminste sommige inhouden van iemands gedachten gevormd worden door externe factoren buiten de geest – dan is er nog een moeilijkheid die kan verklaren hoe de mentale toestanden fysieke toestanden kunnen veroorzaken.[1]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.