Remove ads
vorm van literatuur Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Poëzie of dichtkunst (van het Griekse 'poiesis'/ποίησις: maken, scheppen, vormen) is een vorm van literatuur die uit versregels is opgebouwd. Poëzie benut de esthetische en ritmische eigenschappen van taal zoals metrum en klanksymboliek om betekenissen over te brengen ter aanvulling, vervanging of ondermijning van de prozaïsche, ogenschijnlijke letterlijke betekenis.
Poëzie heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot het Soemerische epos Gilgamesj. Vroege gedichten ontwikkelden zich uit volksliederen zoals de Chinese Sjijing, of uit de noodzaak om orale epiek steeds opnieuw te vertellen, zoals in de Veda's uit het Sanskriet, het Zoroastrische Gathas en de Homerische epen Ilias en Odyssee. Antieke pogingen om poëzie te omschrijven, zoals de Poetica van Aristoteles, benadrukten het spraakgebruik in retorica, drama, lied en komedie. Latere pogingen concentreerden zich op kenmerken als herhaling, versvorm en rijm en benadrukten de esthetica die poëzie onderscheidt van meer objectief informatieve, prozaïsche vormen van schrift. Vanaf het midden der twintigste eeuw wordt de dichtkunst soms meer algemeen beschouwd als een wezenlijk creatieve handeling waarbij taal gebruikt wordt.
In poëzie worden vormen en conventies gebruikt om een andere interpretatie van woorden te suggereren, of om een gevoelsmatige respons teweeg te brengen. Middelen zoals assonantie, alliteratie, onomatopeeën en ritme worden soms gebruikt om bezwerende of muzikale effecten te bereiken. Het gebruik van ambiguïteit, symboliek, ironie en andere stilistische elementen van de poëtische voordracht maken vaak een veelheid van interpretaties mogelijk. Op dezelfde wijze schept beeldspraak zoals metafoor, vergelijking (al dan niet Homerisch) en metonymie resonantie tussen anderszins ongelijksoortige beelden - een gelaagdheid van betekenissen waarbij niet eerder waargenomen connecties worden gevormd. Tussen individuele versregels kunnen verwante vormen van resonantie aanwezig zijn in hun patronen van rijm of ritme.
De genoegens die de poëzie aan lezer of luisteraar verschaft, worden teweeggebracht door de bijzondere combinatie van vorm, klank en betekenis die eigen is aan het vers, en deze genoegens kunnen van emotionele (bijvoorbeeld ontroering of bezwering), intellectuele (bijvoorbeeld inzicht of nuancering) of humoristische aard zijn. Ontvankelijkheid voor poëzie of versgevoeligheid is mede afhankelijk van de mate waarin deze wordt gecultiveerd. Poëzie heeft een lange geschiedenis, vanaf de vroegste mondeling gereciteerde en gezongen verzen tot de hedendaagse schriftelijke, al dan niet gestructureerde vormen van dichtkunst.
De geschiedenis van de poëzie begon in de verschillende culturen nog voor er sprake was van enige geletterdheid en dateert dus van voor de uitvinding van het schrift. Er wordt aangenomen dat de vroegste poëzie mondeling gereciteerd of gezongen werd. In de middeleeuwen gebeurde dit door troubadours. Het betrof hier vaak complete verhalen die op rijm waren gezet.
Na de ontwikkeling van de boekdrukkunst ontwikkelde de poëzie zich steeds meer tot gestructureerde vormen, hoewel heel wat dichters sinds de late 20e eeuw opnieuw afgestapt zijn van de traditionele vormen en de voorkeur geven aan vrije verzen en losser gedefinieerde vormen.
Poëzie vervulde verschillende functies. Zo werd het onder meer gebruikt als manier om een mondeling verteld verhaal beter te onthouden, in de genealogie en in het recht. Poëzie is vaak nauw gerelateerd aan muzikale tradities, waarvan een aantal deel uitmaakten van religieuze riten. Op die manier zijn veel van de overgebleven gedichten uit de oude wereld een vorm van geregistreerde informatie over de cultuur van de mensen uit het verleden. Hun gedichten zijn gebeden of verhalen over religieuze onderwerpen, verhalen over hun politiek en oorlogen, en over de belangrijke mythen van hun samenlevingen.
Poëzie beschikt over taalvormen en -conventies die afwijken van het gewone spraakgebruik en het geschreven proza. Deze vormen geven nieuwe interpretatie- en klankmogelijkheden en prikkelen de ontvankelijkheid en opmerkzaamheid van de lezer. Gedichten kennen vaak een opbouw in strofen en gebruiken soms een herhaald refrein. De lengte van de versregel wordt bepaald door de dichter en niet door de bladspiegel. Stijlmiddelen die vooral de klank betreffen, zoals assonantie, herhaling, metrum, klanknabootsing, alliteratie, rijm en ritme, worden vaak gebruikt om een muzikaal of scanderend effect te bereiken of om overtuigingskracht aan de dichterlijke mededeling te verlenen. Stijlmiddelen die vooral de betekenis betreffen, zoals ambiguïteit, symboliek, ironie, contrast en parallellie, worden vaak gebruikt om alternatieve interpretatiemogelijkheden te scheppen. Beeldspraak, vergelijkingen en metonymie suggereren verbanden en overeenkomsten tussen ongelijksoortige verschijnselen, voorzien een vers van meerdere betekenislagen of zorgen voor een verrassingseffect. Niet alle stijlmiddelen worden in elk afzonderlijk vers gebruikt. Vormvastheid helpt vaak bij het onthouden van een gedicht.
Er bestaan vele klassieke versvormen die soms vrij strikt bepaalde klankregels (bijvoorbeeld metrum, rijmschema) en/of betekenisregels (bijvoorbeeld cesuur, pointe) voorschrijven. Voorbeelden daarvan zijn het epische vers in hexameters, het sonnet, het rondeel en de limerick. Daarnaast bestaan er ook vrijere versvormen die dichterlijke effecten bereiken met ritme, halfrijmen, binnenrijmen, enjambementen, nabootsing van de spreektaal (parlando) en wisselingen tussen stijlregisters. Sommige versvormen, zoals de limerick, de clerihew of het ollekebolleke, worden bijna uitsluitend door plezierdichters gebruikt.
De dichtkunst kan zelfstandig worden beoefend door gedichten te schrijven en te publiceren, maar kan ook worden beoefend als onderdeel van andere kunstvormen, zoals het drama in verzen, de liedkunst, de popmuziek, het cabaret of de opera. Gedichten of verzen worden gepubliceerd in literaire tijdschriften, dichtbundels, liedbundels, bloemlezingen of op internet.
Poëzie valt moeilijk eenduidig te definiëren. Weinig liefhebbers van poëzie zullen genoegen nemen met het opsommen van de formele kenmerken ervan. Het geheel is meer dan de som der delen. Toen hem gevraagd werd een definitie van poëzie te geven, zei de dichter Robert Frost: "Poetry is the kind of thing poets write." - Poëzie is wat dichters schrijven - Op die manier gaf hij aan dat poëzie ook iets ondoorgrondelijks blijft behouden dat zich onttrekt aan elke analyse of poging tot het geven van een sluitende definitie. Iets gelijkaardigs antwoordde Louis Armstrong de journalist die hem vroeg wat jazz is: "Man, if you have to ask what jazz is, you'll never know!"[1][2] - Als je het moet vragen dan zul je het wel nooit weten! - Om erachter te komen wat poëzie is, kun je dus best veel gedichten lezen om er voeling mee te krijgen. Sommigen zijn zelfs van oordeel dat poëzie helemaal niet bestudeerd zou moeten worden. Enkele uitspraken van dichters over hun kunst lichten een tipje van de sluier op:
Muzikaal denken.
De duidelijke uitdrukking van onduidelijke gevoelens.
De kunst van het verenigen van plezier met waarheid door voor de rede de hulp in te roepen van de verbeelding.
Het vastleggen van de beste en gelukkigste momenten van de gelukkigste en beste geesten.
Als ik een boek lees en het maakt mijn hele lichaam zo koud dat geen vuur in staat is om het ooit nog op te warmen, dan weet ik dat het poëzie is.
Als ik me fysiek voel alsof het bovenste deel van mijn hoofd weggenomen is, dan weet ik dat het poëzie is.
Dit zijn de enige manieren die ik ken om erachter te komen. Is er wel een andere manier?
Volgens Fernand Lodewick is er één essentieel verschil tussen proza en poëzie, namelijk het versritme en dat wordt beïnvloed door een tweede onderscheid, namelijk dat poëzie een bepaalde regellengte kent en proza niet. Dit verschil is fundamenteler dan rijm en metrum.[3] Neerlandicus G.J. Vis kenschetst het zichtbare gegeven van de versregel als onderscheidend voor poëzie vergeleken met de prozaregel.[4][5] Het woordenboek Van Dale definieert proza als niet-poëzie: 'wijze van zich literair uitdrukken die niet gebonden is aan de regels van de versleer en die geen versregels kent'.[6] Andere vormen van onderscheid zijn:
De theorie over het schrijven van poëzie wordt poëtica genoemd.
Was er in eerdere perioden sprake van algemeen heersende literaire opvattingen, in de moderne tijd heeft iedere dichter een meer individuele poëtica, al zijn ook dan (vaak achteraf) overeenkomsten tussen zelfs ogenschijnlijk sterk verschillende dichters vast te stellen. Schrijver en criticus Simon Vestdijk bijvoorbeeld somt in De glanzende kiemcel (1941/43) op wat poëzie volgens hem van proza onderscheidt:
Het volgende citaat beschrijft zijn opvatting:
Het is niet voor niets dat over het schrijven van goede poëzie soms erg lang wordt gedaan. Van Chr. J. van Geel, een schrijver van veel ultrakorte gedichten, is bekend dat hij steeds iets aan zijn gedichten veranderde. Pas als zijn uitgever het van hem afpakte, was het "gereed".
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.