Men spreekt van rijm als twee woorden in de beklemtoonde lettergrepen een klankgelijkheid hebben. Rijm speelt een belangrijke rol in gedichten en wordt daarom als een stijlfiguur gezien.
Men onderscheidt het rijm naar de plaats van het rijm in de woorden in:
- letterrijm of alliteratie, beginrijm, stafrijm of Germaans rijm, is gelijkheid van de beginmedeklinkers van twee of meer beklemtoonde lettergrepen of woorden
- halfrijm is gelijkheid van klank, ofwel als klinkerrijm (assonantie), ofwel als medeklinkerrijm (acconsonantie)
- volrijm is gelijkheid van klank aan het einde van beklemtoonde lettergrepen
- rijk rijm of rime riche of gelijkrijm, is beginrijm en volrijm in dezelfde lettergreep
- samenstellingsrijm is rijm binnen een samengesteld woord
Beginrijm, halfrijm, volrijm of rijk rijm kan zijn:
Zie ook: oogrijm, kreupelrijm, gedachtenrijm.
Verder onderscheidt men rijm naar de plaats van de rijmende woorden in de versregel in:
- voorrijm is rijm aan het begin van de versregels
- binnenrijm is rijm binnen een versregel
- middenrijm is rijm in het midden van twee of meer versregels
- eindrijm is rijm op het einde van twee of meer versregels. Eindrijm kan worden weergegeven in rijmschema's
- kettingrijm of overlooprijm, is rijm waarbij het laatste woord van een versregel door beginrijm, halfrijm, volrijm of rijk rijm met het eerste woord van de volgende regel rijmt.
- pauzerijm is rijm waarbij het eerste woord van een vers of groep verzen, rijmt met het laatste woord hiervan
Van een aantal woorden wordt gezegd dat deze op geen enkel ander Nederlands woord rijmen:[kleine-letter 1]
- andijvie, beitel, dertig, euro, fuchsia, herfst, nieuws, ordner, pauze, polka, puzzel, rasp[1], slordig, stolp, turbo, twaalf[kleine-letter 2], twintig, veertig, verkleumd, vijftig, wereld, wulps, zilver.
Pogingen tot rijmen op "herfst"
Drs. P gebruikte het woord herfst als rijmwoord:[3]
De buren waren grimmig, zijn ouders diep gegriefd.
En onder zijn collega's was hij ook al niet geliefd.
De oude juffrouw Zomer, baas Voorjaar, meester Herfst.
Ze riepen driewerf schande, juffrouw Zomer het driewerfst.
Van Marcel Verreck is deze:[4]
In de herfst
Zijn de bejaarden op hun sterfst
De volgende is van Evert van IJdic, pseudoniem van Vic van de Reijt:[5]
De kop van Noord-Holland
Een storm in de herfst
Dit was Wieringerwerf
Op zijn Wieringerwerfst
Bronnen, noten en/of referenties
- Ton den Boon, Stijlfiguren, Sdu, 2001, blz. 157 - 164
- Paul Claes & Eric Hulsens, Groot retorisch woordenboek, Vantilt, 2015, blz. 120
In voorstelling Literair Varié2 noemde Ivo de Wijs een aantal woorden die met geen ander Nederlands woord rijmen: stolp, slordig, veertig, dertig, twintig, wulps, beitel, beest, twaalf, nieuws, herfst en hij vervolgt met stuntrijm waarin dat alsnog lukt. In diezelfde voorstelling rijmde Pieter Nieuwint op euro en wordt ook nog het woord puzzel genoemd.
Rijmt echter op 'zwaalf', dialect voor 'boerenzwaluw'.[2]
Onderdeel van het gedicht Winter, verschenen in Tante Constance en Tante Mathilde (liedteksten van Drs. P verzameld door Ivo de Wijs), ISBN 9038813380, p. 335-336 en geciteerd in Ik wou dat ik twee hondjes was, bloemlezing door Vic van de Reijt, 2003, ISBN 9035122526, p. 159
Uit: De light scheurkalender 2002, samenstelling Vic van de Reijt en Kick van der Veer, Nijgh en Van Ditmar, 2001. Geciteerd in Ik wou dat ik twee hondjes was, bloemlezing door Vic van de Reijt, 2003, ISBN 9035122526 p. 158
Uit: De light scheurkalender 2002, samenstelling Vic van de Reijt en Kick van der Veer, Nijgh en Van Ditmar, 2001. Geciteerd in Ik wou dat ik twee hondjes was, bloemlezing door Vic van de Reijt, 2003, ISBN 9035122526 p. 159