Loading AI tools
steenkoolmijn in Heerlerheide, Nederland Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Oranje-Nassau III was een particuliere kolenmijn van de Oranje-Nassaumijnen gelegen te Heerlerheide waar steenkool werd ontgonnen in het Zuid-Limburgs steenkoolbekken. De kolenmijn was in productie van 1917 t/m 1973. Op 3 augustus 1973 werd de laatste kolenwagen naar boven gehaald en de productie beïndigd. De sloop van de mijn begon begin 1974. Sinds 2007 worden de watergevulde mijngangen gebruikt voor aardwarmte door Mijnwater b.v.
Oranje-Nassau III | ||
---|---|---|
Locatie | Heerlerheide, Heerlen | |
Start productie | 1917 | |
Einde productie | 03-08-1973 | |
Totale productie | 38.265.000 ton | |
Aantal schachten | 1 | |
Diepste schacht | 844 m | |
Primair kooltype | magerkool en vetkool | |
Werkmaatschappij | Oranje-Nassau |
Heerlerheide is bekend vanwege de steenkolenmijn Oranje-Nassau III. Aan het begin van de twintigste eeuw was de Franse Lotharingse familie de Wendel op zoek naar vetkool voor zijn hoogovens. Friedrich Honigmann wilde na de dood van zijn beide compagnons (Henri Sarolea in 1900 en broer Carl Honigmann in 1903) de Oranje Nassaumijnen van de hand doen en zich helemaal gaan richten op zijn nieuwe steenkoolvondst in Hückelhoven. François de Wendel stuurde ingenieur Jean Gaston Delorthe naar Heerlen om onderzoek te verrichten, maar Honigmann hield de boringen in het noordveld geheim, Delorthe had alleen maar de openbare boringen van Willem van Waterschoot van der Gracht uit het aangrenzende Emmaveld, waar dikke vetkoollagen waren aangetoond. Daaruit concludeerde Delorthe dat in het noordveld Oranje Nassau grote vetkoolreserves moesten liggen. Op basis hiervan ging de Wendel in 1908 voor vijf miljoen gulden over tot de aankoop van de Oranje Nassaumijnen. Direct na de aankoop werd een verkenningsboring in Heerlerheide gezet die een groot aantal vetkoollagen doorboorde.[1] In 1911 werd de Staatsmijn Emma in het aangrenzende Hoensbroek geopend en ook dit bleek een goede vetkoolmijn te zijn. In 1912 startte de Wendel met de aanleg van de ON III in Heerlerheide, de schacht werd in 1913 afgediept, de steenkoolproductie startte in 1914. In eerste instantie werd de nieuwe schacht van de ON III als luchtschacht gebruikt en kwam het personeel via de ON I naar de pijlers, de Eerste Wereldoorlog en de moeizame doorkruising van Heerlerheidebreuk zorgde voor jarenlange vertraging bij de ontginning van de vetkool in het ON noordveld. De aangetroffen sterke plooiingen en extra breuken halveerde ook nog de oorspronkelijk berekende vetkoolreserve. De Wendel had daarmee een kat in de zak gekocht. De nieuwe eigenaar probeerde tevergeefs nog een andere koper te vinden.[2] Sindsdien is het voorafgaand aan overname van mijnen gebruikelijk om door middel van uitgebreide boringen een waardeberekening van de voorraden uit te voeren (due diligence). De luchtschacht in Heksenberg werd in 1919 voltooid en in 1925 werd deze het centrum van de nieuwe mijnzetel Oranje-Nassau IV. De moeizame vetkoolontginning in de ON III die uiteindelijk in 1920 een aanvang nam, werd al weer in 1928 gestaakt. De aandacht werd nu verlegd naar magerkool die in grote hoeveelheden beschikbaar was, maar ongeschikt voor de hoogovens van de Wendel. De misser van Delorthe had geen gevolgen voor zijn carrière bij de Wendel, hij werd aangesteld tot mededirecteur van de Oranje Nassaumijnen, en na zijn eervol aftreden in maart 1929 bleef hij nog tot aan zijn dood in 1930 lid van de raad van commissarissen van de Wendel. In 1932 werd een aandeel verworven in de cokesfabriek ACZC in Sluiskil waarvoor opnieuw weer vetkool uit het ONIII noordveld gewonnen werd, de cokes uit Sluiskil werd gebruikt in de hoogoven van de Wendel in Hayange.[3]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.