Nederlandse politica (1931-2012) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Nelly Jeanne (Nell) Ginjaar-Maas (Rotterdam, 7 mei1931 – Corsica, 24 april2012[1]) was Nederlandsepolitica en een vooraanstaand onderwijsdeskundige in de VVD, net als haar echtgenoot Leendert Ginjaar (minister, partijvoorzitter, Eerste Kamerlid). Van huis uit was Ginjaar-Maas scheikundige. Zij was werkzaam in het onderwijs en bracht een initiatiefwet tot stand over de MO-opleidingen. Als staatssecretaris in de kabinetten-Lubbers I en II bracht ze wetten tot stand over onder meer leerlingenvervoer en onderwijs aan allochtone kinderen. Zij keerde in 1989 terug in de Kamer en was toen nog enige tijd voorzitter van de vaste commissie voor het Midden- en Kleinbedrijf.
voorzitter stuurgroep Techniek primair onderwijs, vanaf 8 oktober 1993
lid Raad voor de Openluchtrecreatie, vanaf 1 december 1994
voorzitter Raad van Toezicht Mastersopleidingen aan de Hogeschool Zeeland, tot 24 juni 2005
ondervoorzitter vaste commissie voor Onderwijs en Wetenschappen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van januari 1978 tot september 1981
voorzitter bijzondere commissie Inventarisatie van voorzieningen voor gehandicapten (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van april 1978 tot november 1982
voorzitter vaste commissie voor Onderwijs en Wetenschappen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1981 tot 4 november 1982
voorzitter vaste commissie voor het Midden- en Kleinbedrijf (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1989 tot 26 november 1991
ondervoorzitter vaste commissie voor Onderwijs en Wetenschappen (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van november 1989 tot september 1993
scheikunde Rijksuniversiteit Leiden, van 1948 tot 1956
Als parlementariër
Was onderwijs-woordvoerder van de V.V.D.-Tweede Kamerfractie (met name voortgezet onderwijs)
Behoorde in 1976 tot de minderheid van haar fractie die tegen een liberalisering van de Opiumwet stemde
Was in september 1976 woordvoerster bij het debat over de abortusvoorstellen
Interpelleerde in 1977 de ministers Van Kemenade en De Gaay Fortman over de aanvangssalarissen van eerste-graadsleraren
Bracht in 1981 een initiatiefwet inzake de M.O.-opleidingen tot stand. Hierdoor komt er - vooruitlopend op definitieve regeling in de HBO-wet - een wettelijke grondslag voor de M.O.-opleidingen
Als bewindspersoon
Bracht in 1985 een wet tot stand die het driegradenstelsel voor leraren in het voortgezet vervangt door een tweegradenstelsel
Bracht in 1985 de Wet op de erkende onderwijsinstellingen tot stand, die onder meer regels stelt aan instellingen voor schriftelijk onderwijs
Bracht in 1986 een wet tot stand die (voortgezet) onderwijs in de taal van het land van oorsprong aan allochtone kinderen mogelijk maakt
Bracht in 1986 samen met staatssecretaris De Graaff-Nauta de Wet gemeentelijke regelingen leerlingenvervoer tot stand, waardoor de kosten hiervoor via gemeentelijke regelingen worden vergoed, die daarvoor een bijdrage uit het Gemeentefonds krijgen
Bracht in 1987 een wet tot stand die bepaalt dat scholen in het voortgezet onderwijs moeten worden opgeheven als die nog slechts 30 leerlingen per leerjaar hebben. De wet wordt ingevoerd vanwege de dalende aantallen leerlingen. Fusies van scholen moeten erdoor worden bevorderd.
Bracht in 1988 de Wet bevordering doorstroming onderwijspersoneel (d.o.p.) tot stand, waardoor oudere leerkrachten versneld moesten uitstromen uit het onderwijs om de instroom van jongeren mogelijk te maken
Haar vader was directeur van de firma Dirkzwager N.V. te Maassluis
De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.