Remove ads
soort uit het geslacht Taxodium Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De moerascipres (Taxodium distichum) is een bladverliezende naaldboom, die van nature voorkomt in het zuidoosten van Noord-Amerika. Tegenwoordig wordt hij wel ingedeeld in de cipresfamilie (Cupressaceae). In de Benelux is hij vaak in parken en als straatboom te vinden.
Moerascipres | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Moerascipressen in herfsttooi nabij het dorp Soekko in de Russische kraj Krasnodar | ||||||||||||||||
Taxonomische indeling | ||||||||||||||||
| ||||||||||||||||
Soort | ||||||||||||||||
Taxodium distichum (L.) Rich. (1810) | ||||||||||||||||
Verspreidingsgebied | ||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | ||||||||||||||||
Moerascipres op Wikispecies | ||||||||||||||||
|
De moerascipres vormt, samen met enkele andere soorten, de uitzondering op de regel dat naaldbomen hun blad (naalden) niet jaarlijks verliezen. De bekendste uitzondering wordt gevormd door de lariksen (Larix). Ook de op de moerascipres lijkende watercipres (Metasequoia glyptostroboides) verliest 's winters zijn naalden.
De moerascipres vormt (op latere leeftijd; maar niet altijd) ademwortels.
Moerascipressen kunnen tot 45 meter hoog worden. De stam wordt tot drie meter dik, bij uitzondering tot vijf meter.[1]
Jonge bomen hebben een slanke piramidale vorm. De stam gaat met flauwe slingers omhoog. De top van de kroon is puntig tot afgerond en de takken spreiden zich horizontaal uit.
De stam is roodbruin en spiraalsgewijs draaiend. De schors heeft de neiging af te schilferen en is vezelig. Naar beneden toe loopt de stam in een brede geplooide voet uit.
De takken zijn roodbruin, afschilferend en in de top sterk opgaand. Op oude twijgen verschijnen veel nieuwe kortloten die met elkaar zachte pluimen vormen. Deze kortloten zijn 5–10 cm lang en 1-1,8 cm breed, helgroen. Ze vallen in het najaar in hun geheel af. Aan de einden van de oude twijgen worden nieuwe twijgen gevormd die gestaag doorgroeien tot eind september.
De knoppen zijn zonder loep niet waarneembaar.
Aan de langloten groeien schubvormige naalden, radiaal spiraalvormig afstaand. In de herfst kleuren de naalden eerst geel of oranje en later donkerrood of bruin.
De moerascipres is eenhuizig en bloeit in het voorjaar, als het eerste groen weer verschijnt. De mannelijke geslachtsorganen zijn katvormig, hangend en 10–30 cm lang. De mannelijke geslachtsorganen verschijnen laat in de herfst. Ze worden geel en laten hun stuifmeel vrij in april. De vrouwelijke geslachtsorganen zijn 2 mm lange kleine groene kegeltjes, die aan de voet van de trossen met mannelijke geslachtsorganen zitten.[2] De kegels zijn zittend, ovaalvormig, 2–3 cm lang, wratachtig, aanvankelijk groen, later bruin. De kegels zijn vooral in de winter goed te zien omdat ze dan niet tussen het loof verscholen zitten. De houtige schubben van de kegels sluiten goed tegen elkaar aan. Tussen de schubben zitten de zaden. Ze vallen bij rijping uiteen. De zaadjes zijn 5–6 mm groot, lichtbruin.
Moerascipressen kunnen ademwortels (pneumatoforen) maken. Rondom de boom verschijnen holle houten stompen, die 1,5–2 m hoog kunnen worden. Over het algemeen wordt aangenomen dat deze wortels de boom (die vaak met z'n voeten in het water staat) van lucht voorzien. In Nederlandse en Belgische parken zien we deze 'knietjes' meestal niet. Wel kan men vaak voelen dat de grond rond de boom zeer hard is: een stevige houten vloer van wortels.
Het wortelgestel is uitstekend ontwikkeld, waardoor ze zelfs in de modderigste grond niet omwaaien.[3]
Voor de ijstijd, met name in het Plioceen, kwamen moerascipressen op het hele noordelijk halfrond voor, ook in België en Nederland.[4] Van nature komen moerascipressen nu alleen nog voor in subtropische moerassen en rivieroevers in het zuidoosten van de Verenigde Staten. Ze kunnen daar heel oud worden. De oudste bekende levende moerascipres was minstens 2624 jaar oud (in 2018).[5] Deze oude bomen hebben brede, onregelmatige kronen.
Het hout van de moerascipres is goed bestand tegen rotting. In Amerika wordt het o.a. gebruikt voor dakbedekking, dakgoten en doodskisten.[6]
De eerste exemplaren zijn in 1640 in Engeland ingevoerd. Inmiddels zijn een aantal cultivars in de handel. De bekendste is Taxodium distichum 'Nutans'.[7]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.