Remove ads
politicus Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Lungshar geboren als Dorje Tsegyal (1880 - 1938?) was een Tibetaans politicus.
Hij was hij zeer invloedrijk bij de dertiende dalai lama en na diens dood probeerde hij de macht naar zich toe te trekken in de regering van Tibet.[1]
Zijn vader was majoor (rupön) in het Tibetaanse leger. Zijn zoon was Lhalu Tsewang Dorje, net als diens vader een vooraanstaand politicus in Tibet. Hij was getrouwd met Tenzing Dolkar, de dochter van Horkhang Dzasa.[1] Zijn kleinzoon, Gyai'ra Losang Dainzin, werd in 2003 vicevoorzitter van de regering van de Tibetaanse Autonome Regio.
Lungshar werd benoemd tot boekhouder zesde rang, november 1912, toen de dertiende dalai lama hem uitkoos om Tibetaanse studenten naar Rugby School in Engeland te brengen, waar ze op 24 april 1913 aankwamen; de studenten waren Gongkar, Ringang, Kyibu II en Möndro. Vlak voor hij vertrok werd hij bevorderd tot vierde rang. Tijdens deze reis kwamen ze onder meer op audiëntie bij koning George V en koningin Mary, aan wie hij brieven en geschenken van de dalai lama aanbood. Hij bleef enige tijd in Londen en Aldershot en bezocht daarna Frankrijk, Duitsland, Nederland en België, voor hij terugkeerde naar Tibet op 13 september 1914.[1]
Hij werd bevorderd tot financieel secretaris (tsi-pšn) en ging in 1919 voor enige tijd naar Shigatse om financiële regelingen te treffen tussen Lhasa en Tashilhunpo. In augustus 1919 trok hij in de hoedanigheid van financieel secretaris door naar Gyantse.[1]
In de eerste helft van de jaren 1920, eiste opperbevelhebber Tsarong Dasang Dramdül dat er een vertegenwoordiging van het leger in het Tibetaanse parlement (tsongdu) diende te zitten. Dit was ongekend in Tibetaanse begrippen en Lungshar, als een van de leiders in het parlement, zette de monniken aan om er een halszaak van te maken. De paleizen Norbulingka en Potala werden door monniken zwaar bewaakt in afwachting van een militaire overname. De generaals reageerden door de troepen in snel tempo te bewapenden.[2]
Op dit moment mengde de dalai lama zich in het conflict. Hij ontsloeg twee generaals (dapons), Shasur en Tsogo, en een minister (kalön), Khemey (ook wel Kunzangtse). Tsarong werd naar Yatung gezonden en deed hierna ook India en Nepal aan. Toen hij bij terugkomst op één dag reizen van Lhasa was, werd hem te kennen gegeven dat hij van zijn post als opperbevelhebber was ontheven; hij bleef wel kalön. Gedurende korte tijd werd hij opgevolgd door Dzasa Dumpa. Dumpa was volgens minister Wangchug Deden Shakabpa een lui man, waar Lungshar gebruik van maakte door zich de positie te verwerven tot minister van defensie.[2]
In 1925 werd hij benoemd tot opperbevelhebber van het Tibetaanse leger tot 1931. Hij was populair in het leger, waar hij de soldij en rantsoenen verhoogde, en eveneens bij de Tibetaanse kloosterorganisaties aan wie hij telkens giften schonk. Hij was niettemin erg onpopulair bij de lekenambtenaren en adel in Tibet, waarvan hij her en der landerijen had geconfisqueerd.[1]
Gyalpo, een Tibetaans burger die was getrouwd met een Nepalese sherpadochter had een winkel geopend in Lhasa met de naam Sherpa Gyalpo. Gyalpo raakte verstrikt in een politieke rel, waarin Lungshar op de achtergrond een belangrijke rol had. Gyalpo begon in 1922 met de verkoop van tabakswaar en sterkedrank zonder vergunning en Lungshar besloot als de bestuurder van Lhasa hem gevangen te nemen. Gyalpo hoorde voortijdig van dit voornemen en vroeg om onderdak bij een Nepalees diplomaat. De politie forceerde een arrestatie, wat bijna leidde tot een oorlog tussen Nepal en Tibet. Deze werd verijdeld door Britse tussenkomst. Door de rel om Gyalpo werd van zijn militaire post ontheven.[2]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.