Luikse tram
tramlijn in de stad Luik, België Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De Luikse tram is een tramlijn in aanleg die vanaf 28 april 2025[1] in de stad Luik, Sclessin, het hoofdstation Luik-Guillemins, het centrum, de Place Saint-Lambert, Coronmeuse en Bressoux met elkaar verbindt. Ze is aangelegd tussen 2019 en 2024. Eerdere plannen voor tramlijn 1 voorzagen verlengingen naar het bus- en treinstation van Jemeppe-sur-Meuse in het zuiden en Herstal in het noorden, maar in 2024 is besloten deze niet als tram maar als buslijn aan te leggen[2]. De bouw van de lijn, aankoop en schoonmaak van de trams en het onderhoud van dit alles zijn vervat in een PPS-contract.
Tramway de Liège | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Basisgegevens | ||||
Locatie | Luik, België | |||
Vervoerssysteem | tram | |||
Startdatum | 28 april 2025 | |||
Lengte trajecten | 11,7 km | |||
Aantal lijnen | 1 | |||
Aantal stations | 23 | |||
Spoorwijdte | 1435 mm | |||
Uitvoerder(s) | TEC | |||
Operationele gegevens | ||||
Gem. snelheid | 20 km/h | |||
|
Tramlijn 1 (Luik) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Geschiedenis
Samenvatten
Perspectief
De eerste trams (periode 1871-1968)
De eerste trams in Luik waren paardentrams uit 1871. Elektrificatie van de lijnen vond plaats in 1893, een primeur voor België. Gedurende de volgende tien jaar breidde het net sterk uit. Nieuwe lijnen werden zowel naar het zuiden als het noorden van de stad aangelegd. In 1899 bereikte een lijn de pont de Wandre, in 1897 verbond een andere Luik met de stad Chênée en in 1905 werd de stad Angleur eveneens bediend door trams. Voor de wereldtentoonstelling van 1905 werd een vierde lijn aangelegd. Er waren vele elkaar concurrerende trammaatschappijen die uiteindelijk fuseerden in drie grote trammaatschappijen: RELSE (Railways Economiques de Liège-Seraing et Extensions), TULE (Tramways Unifies de Liège et Extensions) en de Buurtspoorwegen van de provincie Luik (onderdeel van de SNCV/NMVB met zijn metersporige lijnen. Deze laatste werden na de Tweede Wereldoorlog stukje bij beetje ingekort tot december 1961, toen de laatste buurttram werd vervangen door een bus. De gele TULE-stadstrams lijn 1 en 4 reden in 1964 voor het laatst en de groene RELSE-trams naar Seraing in 1968. De tram werd uit dienst genomen vanwege het feit dat het materieel verouderd was en het te duur zou zijn om deze te vervangen. Moderne bussen zouden winstgevender zijn. [2] Luik kende van 1930-1971 ook een groot trolleybusnet met op het hoogtepunt 20 lijnen.[3]
Enkele oude trams zijn bewaard gebleven in het Museum voor het Openbaar Vervoer van Wallonië.
- Paardentram van de TL (Luik)
- Tram van de RELSE (Luik - Seraing)
- Buurttram van de SNCV (Luik)
- Stadstram van de TULE uit 1930 (Luik)
- Overzicht historische trammaatschappijen in Luik
Het geschrapte metroproject

Aan het einde van de jaren 70 van de 20e eeuw werd de aanleg van een metro voorzien. Er werd al een tunnel aangelegd onder de kaaien van Saint-Léonard en la Batte. De metro zag echter nooit het licht en de tunnel ging de geschiedenis in als een van de grote nutteloze werken van het land.
Herintroductie van de tram
Sinds 2008 bestond er een consensus bij de burgemeesters van het Waalse Gewest en bij de OTW over de terugkeer van de tram. Enerzijds moet het stijgende autoverkeer in de Luikse agglomeratie teruggedrongen worden,[4] anderzijds zijn bepaalde assen nu al verzadigd, vooral in de Maasvallei.
Een eerste lijn van Seraing naar Herstal is deels aanbouw; een tweede lijn van Ans naar Chênée, of Vaux-sous-Chèvremont wordt overwogen. Enkelen onderstrepen het belang van het voorzien van een centrale ringlijn die min of meer het traject van de huidige Luikse buslijn 4 zou overnemen.[5]
De kosten voor de aanleg van de eerste lijn werden geschat op 500 miljoen euro; voor de tweede lijn zou dit 300 tot 700 miljoen bedragen.[6] De ingebruikname van de eerste lijn was gewenst voor 2015,[7] maar in 2009 werd het najaar van 2018 voorzien voor de eerste ingebruikname. Met een lengte van 17,5 km, zal deze lijn 25 haltes tellen, waarvan 7 intermodale punten met een overstapmogelijkheid op de bus.[7]
Op 21 oktober 2011 legde de Waalse regering het definitieve tracé van lijn 1 vast.[8] Op 22 december 2011 werd de Waalse regering het eens over de realisatie van de eerste fase van lijn 1, tussen Sclessin en Coronmeuse. Deze sectie zou oorspronkelijk opgeleverd worden in 2017.[9][10]
De aanbesteding van de tramaanleg verliep moeizaam, mede doordat Eurostat in 2015-2016 tot driemaal toe een negatief advies gaf over het financiële dossier. In 2018 werd de aanbesteding van toegewezen aan het tijdelijke consortium Tram'Ardent, een consortium van Colas, CAF en de financiële groep DIF. CAF heeft 20 trams van het type Urbos geleverd, uitgerust met batterij omdat een deel van het tracé zonder bovenleiding zal zijn.[11] Naast Tram'Ardent was ook Mobiliège 2.0 (waar onder meer Alstom deel van uitmaakte) als laatste kandidaat overgebleven.De aanleg van de eerste fase van lijn 1, tussen Sclessin en Coronmeuse, was gepland van 2019 tot 2023.[12] De bouw liep vertraging op als gevolg van het stilleggen van de werf aan het begin van de coronapandemie, waardoor de openingsdatum een jaar verschoven is.
Van 5 tot 13 oktober 2019 werd op het Tivoliplein een maquette op ware grootte van de toekomstige trams tentoongesteld. Later verhuisde de maquette naar het Museum voor het Openbaar Vervoer van Wallonië.[13]
Sinds eind 2023 werden de stellen getest op het tracé. Vanaf 20 augustus 2024 reden trams als test in het stadscentrum, na een afwezigheid daar van bijna 60 jaar.[14]
In november 2024 werd de ingebruikname uitgesteld naar 15 april 2025.[15] Op 25 maart 2025 werd dit, als gevolg van enkele problemen die naar boven gekomen tijdens testen, uitgesteld naar 28 april 2025.[1] Tegelijk met de introductie van de tram vindt een grote herstructurering van het busnet plaats, waarbij naast de tram 4 HOV-lijnen ingesteld worden.[16]
Langs het tracé worden ongeveer 500 bomen geplant. Verwacht wordt dat door het verdwijnen van parkeerplaatsen voor auto's meer ruimte voor fietsers en voetgangers zal ontstaan.[17]
Toekomstige ontwikkelingen
Eerste lijn
De oorspronkelijke lijn was langer bedacht dan nu uitgevoerd.
- Aan de zuidwestelijke kant zou de lijn na Standard doorlopen naar het busstation van Jemeppe aan station Pont-de-Seraing.
- Aan de noordelijke tak zou de lijn na Coronmeuse doorlopen naar Place Licourt in Herstal. De voorbereidende werken naar Herstal waren al in 2023 gestart. In een latere fase zou de lijn nog verder verlengd kunnen worden naar de winkelboulevard Basse Campagne in Herstal.[17]
In augustus 2024 verklaarde de nieuwe Waalse regering (zonder Luikse ministers) deze uitbreidingen niet uit te voeren, gezien de kostprijs, en in de plaats voor 264 miljoen euro aan beide uiteinden van de tramlijn een bus te laten rijden.[18]
Tweede lijn
De aanleg van een tweede lijn, tussen Ans en Vaux-sous-Chèvremont bij Chaudfontaine is optioneel.
Het nieuwe net
Samenvatten
Perspectief
Tracé


De lengte van lijn T1 zal uiteindelijk 19,061 kilometer bedragen: 17,799 kilometer van Seraing naar Herstal en 1,262 kilometer voor de aftakking naar Bressoux (die ook onder nummer T1 zal rijden) Daarvan wordt voorlopig alleen de centrale sectie Sclessin – Coronmeuse aangelegd. Deze sectie zal circa 11,7 kilometer lang zijn en 23 haltes tellen, gemiddeld om de 450 meter.[17] De kosten werden in 2011 geraamd op 360 miljoen euro.[19][20]
Het grootste deel van het tracé ligt op de linkeroever van de Maas, alleen de aftakking naar Bressoux bereikt via de Pont Atlas de rechteroever.
Het grootste deel van de lijn is in dubbelspoor uitgevoerd. Het deel tussen Saint-Lambert en Marengo is gesplitst in twee enkelsporige trajecten. Normaliter volgen trams oostwaarts de route over La Batte, langs de Maaskade, terwijl trams westwaarts de route via Féronstrée volgen. Op zondagen is op La Batte markt, dan rijden trams in beide richtingen via Féronstrée. De halte Féronstrée ligt aan een kort dubbelsporig traject, zodat trams uit beide richtingen elkaar hier kunnen passeren. Bijzonderheid hier is dat trams bij deze halte het linker spoor kiezen, omdat alleen aan de noordkant ruimte was voor een abri.[21]
Enkele delen van het traject worden zonder bovenleiding uitgevoerd, de tram rijdt hier op batterij. Het gaat om de secties Général Leman - Blonden, Opéra - Pont Maghin/Curtius en het deel over de Pont Atlas.[21]
De stalling en werkplaats bevindt zich bij de halte Liège Expo, naast station Bressoux.
Er is een mogenlijkheid om rechtstreekse van Bressoux naar Coronmeuse te rijden, maar deze wordt tijdens de normale dienstuitvoering niet gebruikt.
Rollend materieel
Door CAF, een van de partners in de aanleg, zijn 20 trams geleverd van het type Urbos 100 geleverd.
De technische eigenschappen van deze stellen zijn:
- Gewicht: 64 t (per stel).
- Hoogte: 3,6 m
- Lengte: 45 m
- Breedte : 2,65 m
- Capaciteit : 372 personen, waarvan 62 zitplaatsen
Dienstuitvoering
De dienstuitvoering is voorzien op een tram elke 4½ minuut in de spits, en elke 7 tot 15 minuten in de daluren, met (op weekdagen) dienst van 5 uur 's morgens tot 1 uur 's nachts. De totale vervoerscapaciteit is 90000 passagiers per dag.
Externe link
Wikiwand - on
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.