Loading AI tools
Duits componist, dirigent, violist (1784–1859) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Louis Spohr (eigenlijk: Ludewig Spohr) (Braunschweig, 5 april 1784 – Kassel, 22 oktober 1859) was een Duitse componist, violist (vioolvirtuoos), muziekpedagoog, musicoloog en dirigent. Spohr was een tijdgenoot van Niccolò Paganini en streed met hem om de eer gezien te worden als de belangrijkste violist van die tijd. Hij genoot grote faam vanwege het organiseren van muziekfestivals.
Louis Spohr | ||||
---|---|---|---|---|
Louis Spohr als een jonge man | ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Louis Spohr | |||
Bijnaam | Ludewig Spohr | |||
Geboren | 5 april 1784 | |||
Geboorteplaats | Braunschweig | |||
Overleden | 22 oktober 1859 | |||
Overlijdensplaats | Kassel | |||
Land | Duitsland | |||
Werk | ||||
Genre(s) | Klassiek | |||
Beroep | componist, muziekpedagoog, musicoloog, dirigent, violist | |||
Instrument(en) | viool | |||
(en) AllMusic-profiel (en) Discogs-profiel (en) IMDb-profiel (en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Spohr werd geboren als het eerste kind van Dr. Karl Heinrich Spohr (1756-1843), die in 1786 als natuurkundige overgeplaatst werd naar Seesen vlak bij de Harz, en van diens echtgenote Ernestine Henke (1763-1840). Hij groeide op in Seesen, waar hij ook zijn eerste muzieklessen kreeg. Op 12-jarige leeftijd ging hij naar Braunschweig, waar hij vioolles kreeg van Kunisch en later Maucourt. Van de organist Hartung kreeg hij korte tijd lessen in compositie, harmonie en contrapunt. In 1799 vond hij in Hertog Karel Willem Ferdinand van Brunswijk een beschermheer. Spohr werd in de hofkapel opgenomen en kon al in 1802 en 1803 samen met de violist Franz Eck naar Sint-Petersburg reizen. Tijdens deze reis ontstonden zijn eerste vroege composities. Zijn eerste eigen concertreis maakte hij in 1804 en 1805 door Midden-Duitsland en al vanaf deze reis had hij een grote naam als vioolvirtuoos en componist.
In de jaren 1805 tot 1812 was Spohr concertmeester en dirigent van de hofkapel in Gotha bij de hertog August van Saksen-Gotha-Altenburg. Tijdens deze periode componeerde hij in vele genres, onder andere ook drie opera's. Hier leerde hij de harpiste Dorette Scheidler kennen, die hij in 1806 huwde en die hem tot talrijke werken voor viool en harp inspireerde. In deze tijd vallen zijn eerste successen in de organisatie van muziekfeesten in Bad Frankenhausen/Kyffhäuser in 1811 en 1812, waar hij ook als dirigent werkte en zijn Symfonie Nr. 1 in Es-groot, op. 20 (1810) en zijn oratorium Das jüngste Gericht (1812) onder zijn leiding in première gingen. Spohr was een van de eerste dirigenten die de dirigeerstok ter hand namen. In die tijd zagen sommige musici in een orkest dat met vrees aan, bang als ze waren voor agressie van de dirigent.
Het verblijf in Wenen, waar Spohr in 1813 en 1814 dirigent was van het orkest aan het Theater an der Wien, markeert een eerste hoogtepunt in zijn leven. In deze tijd, toen hij ook met Ludwig van Beethoven bevriend was, ontstonden verschillende van zijn belangrijkste en bekendste werken, zoals het Nonet in F-groot, op. 31 (1813), het Oktet in E-groot, op. 32 (1814), het Concert Nr. 7 in e-klein, voor viool en orkest, op. 38 (1814) alsook de opera Faust (1816). Net als Paganini schreef Spohr veel vioolmuziek. Een grote concertreis door Duitsland en Zwitserland naar Italië, met als hoogtepunt de première van zijn Concert Nr. 8 in a-klein, voor viool en orkest, op. 47 (1816) in het Teatro alla Scala in Milaan, bezorgde hem als vioolvirtuoos internationale faam.
Aan het einde van het jaar 1817 werd hij dirigent aan de opera in Frankfurt am Main. Ook van het orkest van de Frankfurter Museumsgesellschaft werd hij dirigent. Maar verschillen van inzicht met de directeur van de opera dwongen hem ertoe met deze werkzaamheden te stoppen. Na concertreizen naar België (1820), Londen (1820) en Parijs (1820/1821) kwam hij in 1822 op advies van Carl Maria von Weber als kapelmeester aan het hof van keurvorst Willem II van Hessen-Kassel in Kassel. Grote concertreizen maakte hij voortaan niet meer, omdat hij hier een aanstelling voor het leven kreeg en zijn vakbekwaamheid als dirigent, musicus en componist wist in te zetten, om het aanzien van het hof, het hoforkest en ook van zichzelf als componist in Duitsland zeer hoog op te werken.
Onder keurvorst Willem II van Hessen-Kassel bracht hij de opera van Kassel op een ongekend niveau. Hier dirigeerde hij het hele eigentijdse operarepertoire en veranderde het muziekleven van de stad door abonnementconcerten en uitvoeringen van oratoria. Als componist schreef hij naast kamermuziek vooral voor de grote genres en hij oogstte vooral met de opera Jessonda (1823), de oratoria Die letzten Dinge (1825/26) en Des Heilands letzte Stunden (1834/35) alsook met zijn Symfonie Nr. 4 in F-groot, op. 86 (1834/35) grote internationale faam. Beroemd werd hij verder door zijn optreden als dirigent bij talrijke Duitse muziekfeesten alsook door zijn werkzaamheden als vioolleraar. Zijn pedagogische, theoretische en praktische ervaring heeft hij samengebracht in de in 1832 gepubliceerde Methode voor viool.
Vanaf 1830 beleefde Spohr vele persoonlijke tegenvallers en problemen in zijn beroep. Zijn echtgenote Dorette overleed in 1834. De zware baan bij de in 1831 aan de macht gekomen keurprins Frederik Willem I van Hessen-Kassel, alsook Spohrs openlijk liberale en republikeinse instelling, leidde tot talrijke vernederingen door de vorstelijke familie en dientengevolge tot grote teleurstelling. Door het tweede huwelijk met Marianne Pfeiffer in 1836 versterkte Spohr zijn binding aan de stad Kassel. In 1857 ging hij met pensioen.
De stad Kassel heeft een Spohr-Museum ingericht en er bestaat ook een Spohr Society. Hij is ereburger van de stad Kassel. De stad Braunschweig kent twee naar Spohr genoemde muziekprijzen.[1]
Voltooid in | titel | aktes | première | libretto |
---|---|---|---|---|
1808 | Alruna, die Eulenkönigin, WoO 49 | 3 aktes | augustus 1808, Weimar, Hoftheater (concertante uitvoering) | niet bekend |
1810 | Der Zweikampf mit der Geliebten, WoO 50 | 3 aktes | 15 november 1811, Hamburg, Theater | Johann Friedrich Schink |
1813 | Faust, WoO 51 | 2 aktes | 1 september 1816, Praag, Ständetheater (Stavovské divadlo) | Joseph Karl Bernard |
1818 | Der schwarze Jäger, WoO 152 | alleen maar schetsen | niet uitgevoerd | Georg Chr. W. A. Döring, naar Johann August Apel |
1818-1819 | Zemire und Azor, WoO 52 | 2 aktes | 4 april 1819, Frankfurt am Main, Stadttheater | Johann Jakob Ihlée, naar Jean François Marmontel |
1823 | Jessonda, WoO 53 | 3 aktes | 28 juli 1823, Kassel, Hoftheater | Eduard Heinrich Gehe, naar Antoine-Marin Lemierre: «La veuve de Malabar» |
1824 | Der Berggeist, WoO 54 | 3 aktes | 24 maart 1825, Kassel, Hoftheater | Georg Chr. W. A. Döring, naar Karl August Musäus |
1827 | Pietro von Abano, WoO 56 | 2 aktes | 13 oktober 1827, Kassel, Hoftheater | Karl Pfeiffer (pseudoniem: Friedrich Georg Schmidt), naar Ludwig Tieck |
1829-1830 | Der Alchymist, WoO 57 | 3 aktes | 28 juli 1830, Kassel, Hoftheater | Karl Pfeiffer, (pseudoniem: Friedrich Georg Schmidt), naar Washington Irving |
1843-1844 | Die Kreuzfahrer, WoO 59 | 3 aktes | 1 januari 1845, Kassel, Hoftheater | de componist en zijn echtgenote, Marianne Spohr, naar August von Kotzebue |
1852 | Faust, WoO 51a = op. 60A; Nieuwe versie met een Italiaanse vertaling van: S. Manfredo Maggioni |
3 aktes met recitatiefen | 15 juli 1852, Londen, Royal Opera House Covent Garden | Joseph Karl Bernard |
Het cd-label CPO heeft opnamen van alle vioolconcerten, meerdere ouvertures en de opera Faust in zijn catalogus. Op de labels CPO, Marco Polo en Hyperion zijn opnamen van Spohrs symfonieën verschenen.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.