Loading AI tools
Wikimedia-lijst Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een lijst van de burgemeesters van Brugge.
De naam 'burgemeester' is in de stad Brugge al heel vroeg in gebruik gekomen. Dit was niet vanzelfsprekend, want om het hoofd van een stedelijke administratie aan te duiden werden soms andere namen gebruikt. In Gent was dit een 'voorschepen'.
Tot op het einde van het ancien régime telde Brugge zelfs twee burgemeesters. De ene droeg de naam burgemeester van de raadsleden of burgemeester van de commune of van den courpse. Hij nam een soort juniorpositie in en was onder meer verantwoordelijk voor de ordehandhaving in de stad. De andere, en voornaamste, was de burgemeester van de schepenen, die het hoofd van het stadsbestuur was en hierin werd bijgestaan door twaalf schepenen.
Het volledige stadsbestuur bestond uit:
In bijzondere omstandigheden werd dan ook nog de 'derde schepenbank' opgeroepen, die bestond uit de vroegere burgemeesters en schepenen.
Bij de benoeming, die in principe voor de duur van één jaar was, was ook de regel van de zogenaamde 'wepelgang' van toepassing, wat betekende dat uittredende bestuurders één of twee jaar moesten wachten alvorens opnieuw een functie in het stadsbestuur te worden toegewezen. Bijkomend waren er ook nog regels over de onverenigbaarheid van personen met nauwe familiebanden binnen eenzelfde bestuur.
De strenge regels werden gaandeweg over het hoofd gezien. Zo werd de annaliteit niet strikt toegepast en konden besturen twee of zelfs méér jaren aan de macht blijven. Ook de onverenigbaarheid tussen familieleden werd steeds ruimer opgevat. Men begon met toe te staan dat een familielid van iemand die schepen was, kon zetelen als raadslid of als hoofdman. Weldra konden zelfs twee of méér schepenen met elkaar verwant zijn. Ook met de wepelgang nam men al vlug een loopje. Niet alleen kon een burgemeester soms meerdere jaren op post blijven, maar vooral konden heel wat stadsmagistraten gedurende vele jaren bestuurder blijven door de posten af te wisselen: nu eens waren ze burgemeester van de raadsleden en dan weer burgemeester van de schepenen, nu eens schepen, dan eens raadslid, nu eens hoofdman, dan weer thesaurier.
Vanaf de aanvang was de invloed van de graaf van Vlaanderen en van zijn opvolgers aanzienlijk en zelfs doorslaggevend bij de benoeming van de stadsbestuurders. Er was niettemin een evolutie, naargelang de gemeentelijke overheid méér of minder politieke macht verkreeg. Enkele markante evoluties:
De lijst hierna geeft, voor zoveel ze bekend zijn, de namen van de burgemeesters van de schepenen (niet die van de burgemeesters van de raadsleden) voor wat betreft het ancien régime en van de burgemeesters na 1795 tot heden.
Sommige vermelde namen in de dertiende en veertiende eeuw worden gevolgd door een vraagteken, omdat tot hiertoe geen zekerheid bestaat of zij wel de burgemeester van schepenen waren. Het is waarschijnlijk dat ze het waren, omdat ze als eerste vermeld werden op de lijst van de schepenen, maar niet absoluut zeker omdat de hoedanigheid van burgemeester niet achter hun naam vermeld werd.
De overschakeling van het graafschap Vlaanderen onder de soevereiniteit van de Oostenrijkse Habsburgers, betekende een verdere versterking van het centrale bestuur. Voortaan werden de lokale bestuurders vanuit Brussel aangesteld. Er werd echter steeds benoemd binnen de groep van poorters van de stad Brugge, zonder beroep te doen op personen die deze 'nationaliteit' niet bezaten. De jaarlijkse vernieuwing werd vervangen door steeds langere bestuursperioden, die tot twintig jaar konden oplopen.
Vanaf de Franse tijd en tot op heden was er nog slechts één burgemeester aan het hoofd van het stadsbestuur, geen verschil meer dus tussen de burgemeester van de schepenen en de burgemeester van de raadsleden of van de 'Commune'. Aanvankelijk was er enige aarzeling over de te geven naam. Korte tijd werd hij 'voorzitter' van de raad. Al vlug werd het in de Franse tijd 'maire' of in het Nederlands 'meier', om onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden weer 'burgemeester' te worden.
De lokale overheid werd na 1830 door de plaatselijke kiezers verkozen. Aanvankelijk ging het in Brugge om hoop en al enkele tientallen personen, die voldoende belastingen betaalden om op de kiezerslijsten voor te komen. Net zoals voor de wetgevende verkiezingen werd regelmatig tot uitbreiding van het kiezerskorps beslist. In 1921 kwam men tot het algemeen stemrecht voor alle meerderjarige Belgen. Ook de vrouwen kregen toen stemrecht, wat voor de wetgevende verkiezingen pas vanaf 1946 het geval zou zijn.
Na de verkiezingen heeft ofwel een partij de meerderheid van de zetels in de gemeenteraad behaald, ofwel wordt een coalitie gevormd tussen twee of meer partijen om zo een meerderheid te vormen. Door deze meerderheid wordt een lid ervan (in uitzonderlijke en te motiveren gevallen kan het een buitenstaander zijn) per brief aan de hogere overheid als kandidaat voorgedragen voor het ambt van burgemeester. Tot aan de federalisering was die overheid de minister van Binnenlandse zaken, die de benoeming per Koninklijk Besluit bekrachtigde. Sinds de federalisering is het de gewestelijke minister van Binnenlandse zaken die de benoemingen per ministerieel besluit bekrachtigt. In principe wordt de voorgedragen kandidaat steeds benoemd, behalve indien uit onderzoek zou blijken dat hij omwille van gerechtelijke moeilijkheden of veroordelingen zou moeten geweerd worden.
De gemiddelde duur van een burgemeestersmandaat over de periode 1830-2012 is in Brugge achttien jaar. Dit cijfer wordt beïnvloed door de lange duur van sommige mandaten, met name die van Visart (48 jaar), Van Hoestenberghe (32 jaar), Boyaval (21 jaar). Andere mandaten benaderen het gemiddelde: Moenaert (17 jaar), Vandamme en Van Acker (15 jaar), De Pelichy (14 jaar), Coppieters (11 jaar). Drie korte mandaten waren die van Van Maele (5 jaar), Bourdon (2 jaar) en Landuyt (6 jaar).
De verkiezingen vinden steeds plaats om de zes jaar op de tweede zondag van oktober. De verkozen leden nemen zitting vanaf 1 januari daaropvolgend, zodat er tijd is om de benoeming van de burgemeester tijdig klaar te hebben. Zijn aanstelling wordt bezegeld door het afleggen van de voorgeschreven eed ten overstaan van de gouverneur van West-Vlaanderen.
De benoeming van Jozef Devroe tijdens de Tweede Wereldoorlog werd na 1944 niet als rechtsgeldig aanvaard, omdat ze niet volgens de wettelijke regels was gebeurd. De onderbreking van het burgemeesterschap van Van Hoestenberghe werd hierdoor ongedaan gemaakt.
Naam (geboorte-overlijden) |
Mandaat | Partij of strekking | |
---|---|---|---|
Jean-Baptiste Coppieters 't Wallant (1770-1840) |
1830-1841 | Katholiek | |
Jean-Marie de Pelichy van Huerne (1774-1859) |
1841-1855 | Katholiek | |
Jules Boyaval (1814-1879) |
1855-1876 | Liberaal | |
Amedée Visart de Bocarmé (1835-1924) |
1876-1924 | Katholiek | |
Victor Van Hoestenberghe (1868-1960) |
1924-1956 | Katholiek / CVP | |
Jozef Devroe (1905-1976) |
1941-1944 (oorlogsburgemeester) |
VNV | |
Pierre Vandamme (1895-1983) |
1956-1971 | CVP | |
Michel Van Maele (1921-2003) |
1972-1977 | CVP | |
Frank Van Acker (1929-1992) |
1977-1992 | BSP / SP | |
Fernand Bourdon (1933-2021) |
1992-1994 | SP | |
Patrick Moenaert (1949-2024) |
1995-2012 | CVP / CD&V | |
Renaat Landuyt (1959-heden) |
2013-2018 | sp.a | |
Dirk De fauw (1957-heden) |
2019- ... | CD&V |
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.