Remove ads
uniek patroon waarin atomen en moleculen zich in een kristallijne vloeistof of vaste stof vormen Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Veel vaste stoffen hebben een kristalstructuur of kristalrooster. Dergelijke stoffen bestaan uit een regelmatig patroon van deeltjes: moleculen, atomen of ionen. De structuur van een kristal, kristalgroei en andere macroscopische eigenschappen zijn het onderwerp van de kristallografie.
Vanwege hun regelmatige opbouw ligt het voor de hand de plaats van de roostervormende deeltjes in een assenstelsel aan te duiden. Dit kan een rechthoekig stelsel zijn, maar ook een scheef stelsel is mogelijk, al naargelang de ligging van de deeltjes. Er zijn in totaal zeven mogelijke kristalstelsels. De gestapelde eenheden in een kristalstructuur worden eenheidscellen genoemd.
De regelmatige stapeling van eenheidscellen wordt translatiesymmetrie genoemd. Daarnaast is er ook de interne symmetrie binnen de eenheidcellen. Het geheel van alle symmetrie heet kristalstructuursymmetrie. De symmetrie heeft onder meer als gevolg dat de gehele structuur van het kristal kan worden beschreven als de inhoud van één eenheidscel of zelfs een gedeelte daarvan, soms aangevuld met een beschrijving van de verschillen, die meestal maar klein zijn, tussen eenheidscellen.
Röntgenkristallografie of röntgendiffractie is een techniek om de kristalstructuur van een vaste stof te bepalen. Kristalstructuren van bijna 1.000.000 organische verbindingen zijn reeds bepaald en in de Cambridge Structural Database opgeslagen.
Een vaste stof waarin zich geen kristallen hebben gevormd, is een amorfe vaste stof: glas is daarvan een voorbeeld. In een LCD-scherm komen kristallen in vloeibare vorm voor.
De kristallografische richtingen zijn geometrische lijnen die roosterpunten, met atomen, ionen of moleculen, van een kristal met elkaar verbinden. Vergelijkbaar zijn de kristallografische vlakken geometrische vlakken die roosterpunten verbinden. De kristalrichtingen en -vlakken van de kleine kristallieten, dat zijn korrels, bepalen in een polykristallijn de kristaloriëntatie ten opzichte van elkaar. De mate van kristaloriëntatie wordt beschreven als de textuur. De algemene notatie die voor de richting en de vlakken worden gebruikt is de miller-index.
Sommige richtingen en vlakken hebben een hogere dichtheid van roosterpunten. Deze vlakken met hoge dichtheid hebben als volgt invloed op het gedrag van het kristal:[1][2]
Kristalstructuren worden gekenmerkt door hun symmetrie. Er zijn twee vormen van symmetrie:
Translatiesymmetrie houdt in dat men dezelfde structuureenheid telkens opnieuw tegenkomt wanneer men in het kristal een stukje verder kijkt of transleert. Deze translatiesymmetrie wordt het best beschreven met een eenheidsvector of celribbe. Omdat het kristal driedimensionaal is zijn er voor een volledige beschrijving van de translatiesymmetrie drie eenheidsvectoren nodig. Kristallen of mineralen die dezelfde patronen in hun structuur vertonen, behoren tot hetzelfde kristalstelsel.
Gezamenlijk vormen deze vectoren een parallellepipedum, een balk of een kubus, die de eenheidscel wordt genoemd. De drie eenheidsvectoren (a, b, c) worden de celribben of celconstanten genoemd. Afhankelijk van de aan- of afwezigheid van rotatiesymmetrie kunnen de ribben willekeurige hoeken (α, β, γ) met elkaar vormen of staan ze loodrecht op elkaar. Ook aan hun relatieve lengte zijn, afhankelijk van de totale symmetrie, beperkingen opgelegd. De ribben en hoeken kunnen in een kristallografisch assenstelsel worden uitgezet. De volgende kristalstelsels zijn mogelijk:[1][2]
De kristallografie streeft ernaar de hoogst mogelijke symmetrie te gebruiken voor de beschrijving van een gegeven kristalrooster. Waar mogelijk, worden de kortste assen a, b en c gebruikt die het rooster correct beschrijven.
Soms kan een gegeven kristalstructuur worden beschreven met een hogere symmetrie, door het volume van de eenheidscel te vermenigvuldigen met 2, 3 of 4, met een centrering. Dit resulteert dan in een zogenaamd niet-primitief rooster. Er zijn 14 combinaties van roosters met centreringen, de zogenaamde Bravaisroosters.
De interne symmetrie tussen verschillende delen van de eenheidscel kan de vorm aannemen van respectievelijk een inversie: het omkeren van alle drie de ruimtecoördinaten; een spiegeling: het omkeren van een ruimtecoördinaat loodrecht op een denkbeeldig vlak; en een rotatie: het draaien van de ruimte om een denkbeeldige lijn. Omdat een kristalstructuur altijd ook translatiesymmetrie heeft, komen alleen 2-, 3-, 4- en 6-tallige rotatiesymmetrie voor.
Spiegeling en rotatie kunnen ook gelijktijdig optreden.
Kristalstructuren kunnen verschillende symmetrie-elementen hebben:
Alle mogelijke combinaties van roostertypen, samen met alle combinaties van interne symmetrie die daarin voor kunnen komen, vormen in totaal precies 230 ruimtegroepen.
Er zijn in totaal zeven verschillende kristalstelsels, die in 14 Bravaistralies worden verdeeld. Deze roosters en stelsels staan in onderstaande tabel weergegeven.[1][2] De verschillende Bravaistralies worden door hun Pearson-symbool aangegeven, de dikgedrukte letters onder kristal.
Kristalstelsel | Primitief | Ruimtelijk gecentreerd | Grondvlak gecentreerd | Vlakken gecentreerd |
triklien | ||||
aP | ||||
monoklien | ||||
mP | mS | |||
orthorombisch | ||||
oP | oI | oS | oF | |
hexagonaal | ||||
hP | ||||
trigonaal | ||||
hR | ||||
tetragonaal | ||||
tP | tI | |||
kubisch | ||||
primitief kubisch cP | kubisch ruimtelijk gecentreerd cI | kubisch vlakgecentreerd cF |
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.