Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
De kangyur, ook kanjur is een van de twee delen van de canon van het Tibetaans boeddhisme. Het betekent Vertaling van de woorden van Boeddha. Het tweede deel van die canon is de tengyur, Vertaling van het Onderricht, en is een verzameling commentaren op de kangyur.
Kangyur | ||||
---|---|---|---|---|
Kangyur- en tengyurrollen | ||||
Tibetaans | བཀའ་འགྱུར | |||
Wylie | bka' 'gyur | |||
|
Ook de bönreligie heeft een canon in twee delen, die eveneens de kangyur en tengyur heten.
Vanaf de achtste eeuw werden er vertalingen gemaakt vanuit het Sanskriet. Uit de negende eeuw dateren inventarisaties van gemaakte vertalingen met daarbij behorende instructies voor vertalers voor de juiste wijze van een correcte vertaling, zoals de Pangtangmacatalogus. Vanaf de twaalfde eeuw begonnen kloosters in hun bezit zijnde teksten te bundelen. Deze proto kangyurs konden per klooster verschillend van samenstelling zijn, omdat hun bezit aan teksten heel divers was.
De eerste – geschreven – compilatie van de kangyur in min of meer de huidige samenstelling dateert van 1310 en werd vervaardigd in het klooster Narthang. Die staat bekend als de Oude Narthang- editie ter onderscheiding van latere in dit klooster gedrukte versies.
Enkele aan het eind van de achtste eeuw vertaalde teksten zijn al in de kangyur opgenomen. Het betreft dan met name de soetra's. Veel andere teksten uit deze periode, die tot de literaire en culturele erfenis van de nyingmatraditie behoren zijn echter expliciet niet in de kangyur opgenomen. De reden is dat er vanaf begin 11e eeuw bij andere tradities hevige twijfel was of die teksten wel authentiek waren. Daarmee werd bedoeld dat die teksten hun oorsprong niet in India zouden hebben. Er zou geen oorspronkelijke tekst in het Sanskriet aan ten grondslag liggen. De implicatie daarvan is, dat die teksten in de achtste en negende eeuw in Tibet zelf zouden moeten zijn ontstaan. De nyingma hebben als antwoord daarop een eigen verzameling van hun canonieke teksten bijeengebracht, de Nyingma Gyübum. De min of meer definitieve ordening van die verzameling vindt plaats in de 15de eeuw.
De min of meer finale compilatie van de canon wordt toegeschreven aan Butön Rinchen Drub (1290-1364) de elfde abt van het klooster Shalu.Er bestaan wat afwijkende versies, maar meestal heeft de kangyur 108 delen en de tengyur 224 delen. Van de kangyur wordt aangenomen dat alle oorspronkelijke teksten vanuit het Sanskriet afkomstig zijn, maar in een aantal gevallen is de Tibetaanse tekst in de canon terechtgekomen via een vroegere Chinese vertaling.
De kangyur is verdeeld in secties:
Het aantal teksten in de kangyur is niet altijd gelijk. Er zijn een aantal edities waarbij de verantwoordelijken voor de uitgave kennelijk verschillende opvattingen hadden over de authenticiteit van een tekst dan wel de juistheid van een vertaling. Teksten werden dus weleens vervangen of verwijderd. De aanschaf van een complete canon was een aanzienlijke uitgave. Vaak waren dus in de kleinere tempels, kloosters, etc. alleen maar een aantal tekstdelen beschikbaar.
Vanaf de 15e eeuw werden er in China - in het Tibetaans - een aantal blokdrukken van de kangyur vervaardigd, ook weer met wat afwijkende inhoud. Van die edities zijn er nu nog dertien bekend, waarvan er negen in China zijn gedrukt, drie in Tibet en een in Mongolië. De oudste nu nog aanwezige daarvan is de zogenaamde Yongleeditie, zogenoemd omdat deze Mingkeizer er twee eulogies voor heeft geschreven. Deze editie dateert van ca. 1410. De oudste Tibetaanse editie blokdrukken (de zogenaamde Lithang- editie dateert van 1621. De beroemdste Tibetaanse editie is de Dergé- editie , in 1733 gedrukt in het voormalige koninkrijk Dergé in Kham
De eerste Europeaan die de kangyur en tengyur noemde is Ippolito Desideri. In zijn boek Relazione del Viaggio di Ippolito Desideri, in het Engels vertaald als An account of Tibet; The travels of Ippolito Desideri, dat een beschrijving is van zijn verblijf in het land van 1716-1721, maakte hij er meerdere malen melding van. Ook beschreef hij in globale zin - op correcte wijze - de inhoud. Dat bleef echter onopgemerkt in Europa, omdat het manuscript vrijwel gelijk na zijn overlijden in 1733 in de vergetelheid verdween. Een eerste publicatie in het Italiaans kwam er pas in 1904.
De tweede keer dat de teksten genoemd werden, was in 1824. Het is dan Brian Houghton Hodgson, de resident van de British East India Company in Nepal, die de canons in het Sanskriet in kloosters in Nepal ontdekte. Hij wist enige tijd later de teksten in het Tibetaans te verkrijgen en zond kopieën daarvan naar wetenschappelijke instituten in Londen en Parijs. Een derde kopie zond hij naar Sándor Kőrösi Csoma, een Hongaars oriëntalist, die op dat moment in Calcutta woonde. Csoma beheerste het Tibetaans door een driejarig verblijf in Ladakh. Hij publiceerde een eerste algemene inhoud van de teksten. Hij wordt dan ook meestal beschouwd als de eerste Europese ontdekker ervan.
De traditie van de bön wil, dat met name tijdens twee perioden van vervolging van hun religie bönteksten verborgen werden zodat ze voor latere generaties bewaard konden blijven. De tweede van deze periodes van vervolging zou dan eind achtste eeuw geweest zijn. Hier begint voor de bönpo's de terma-traditie, waarbij teksten werden verborgen die op voorbestemde tijd weer ontdekt werden door tertöns. De nyingmaschool van het Tibetaans boeddhisme kent eenzelfde traditie.
In de literatuur van de bön is het grootste deel dan ook afkomstig van deze terma's.
Geleidelijk vormden deze teksten uiteindelijk een bön-canon, de bönpo-kangyur qua omvang ook vergelijkbaar met de Tibetaans boeddhistische canon. In historische zin zijn de terma's vooral geschreven in de periode 1050-1300 en de laatste teksten van de bönpo-kangyur dateren van eind 14e eeuw.Een essentieel verschil met de kangyur van het Tibetaans boeddhisme is dan ook dat de bön-kangyur veel minder leunt op oorspronkelijk uit het Sanskriet afkomstige teksten, maar veel meer authentiek Tibetaanse teksten bevat.
De min of meer definitieve samenstelling van de canon van de bönpo-kangyur heeft rond 1450 plaatsgevonden. Het bestaan van een dergelijke canon werd voor een aantal westerse wetenschappers pas bekend na de vertaling door Sarat Chandra Das van gedeelten van De Kristallen Spiegel van Filosofische Systemen. een werk van Thuken Lobzang Chokyi Nyima ( 1737-1802). Een volledige set van de bönpo-kangyur en -tengyur werd pas in 1928 door Joeri Rjorich ontdekt
Ook de bön-kangyur is verdeeld in secties.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.