Loading AI tools
Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het kaderspel is een spelsoort van het carambolebiljart die is bedacht om het maken van grote series met korte, voor het publiek weinig spectaculaire stoten te bemoeilijken. Daartoe wordt langs elke band een evenwijdige lijn getrokken zodat in de hoeken vierkante kaders en langs de randen langwerpige kaders ontstaan. Als beide aanspeelballen binnen de lijn liggen, dan moet, afhankelijk van de spelsoort, bij de eerste, tweede of derde carambole een van die ballen het vak verlaten.
In het begin werd het kaderspel ook al spoedig een te gemakkelijk spel gevonden en de regels werden stringenter gemaakt. Allerlei indelingen van het speelvlak zijn geprobeerd, zelfs met lijnen niet evenwijdig aan een band. Vroeger mocht in het middenvak gewoon gespeeld worden maar in de loop der jaren werden daarop ook de kaderregels van toepassing. In het driestootskader worden geen officiële wedstrijden meer georganiseerd.
Op de grote tafel (2,85 × 1,42 m) zijn drie soorten kader in gebruik: 47/2, 71/2 en 47/1. Daarbij geeft 47 of 71 de grootte van de kaders aan; 47 cm is ongeveer een derde van de lengte van de korte band en 71 cm de helft van de korte band. Met de extensie /2 of /1 wordt aangegeven hoeveel caramboles gemaakt mogen worden waarbij beide aanspeelballen binnen het kader blijven liggen. Na of tijdens de laatste toegestane carambole moet een van de aanspeelballen het kader verlaten hebben. De score blijft geldig als de aanspeelbal terugkeert. In het middenvak gelden tegenwoordig dezelfde regels.
Op de kleine tafel (2,30 × 1,15 m) zijn in gebruik: 38/2, 38/1, 57/2 en 57/1 plus in Nederland het nieuwe neo-kader (zie belijningsschets rechts). Bovengenoemde kadervormen hebben respectievelijk 9, 6 en 4 vakken.
De moeilijkheidsgraad van de verschillende kaderspelen valt af te lezen aan wat zowel in Nederland als in België in de ereklasse de partijlengtes zijn. Bij 47/2 gaat het om 300 caramboles, bij 71/2 om 250 en bij 47/1 om 200 caramboles. De partijen zijn (evenals in de overige spelsoorten) in de loop van de jaren korter geworden. Bij het moeilijke 47/1 bedroeg de partijlengte bij internationale kampioenschappen lange tijd 300 punten. De Nederlander Hans Vultink was de eerste[1] die erin slaagde om ze in één beurt te maken.
Ankers zijn bedacht om het spel te bemoeilijken waar een kaderlijn bij de band komt. Daarom worden aan de banden 'ankers' aangebracht; dat wil zeggen dat er een vierkant wordt getekend met zijden van 17,8 cm. In de ankers gelden dezelfde regels als in de kaders. Binnen het anker mag maar 2 respectievelijk 1 keer een punt gemaakt worden zonder dat een aanspeelbal het anker (tijdelijk) verlaat, óók als de aanspeelballen wel in twee verschillende kaders liggen. In Nederland worden ankers gebruikt in de persoonlijke kampioenschappen in de hoogste klassen. In lagere klassen en in de Nederlandse competitie worden geen ankers gebruikt.
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.