Loading AI tools
Nederlands kabinet (2017-2022) Van Wikipedia, de vrije encyclopedie
Het kabinet-Rutte III was een Nederlands kabinet van 26 oktober 2017 tot en met 10 januari 2022. Het werd gevormd door de partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie en stond onder voorzitterschap van minister-president Mark Rutte.
Kabinet-Rutte III | ||||
---|---|---|---|---|
Coalitie | VVD, CDA, D66, ChristenUnie | |||
Zeteltal TK | 33 + 19 + 19 + 5 = 76 | |||
Zeteltal EK | 13 + 12 + 10 + 3 = 38 (tot 2019) 12 + 9 + 7 + 4 = 32 (na 2019) | |||
Premier | Mark Rutte | |||
Beëdiging | 26 oktober 2017 | |||
Demissionair | 15 januari 2021 | |||
Ontslagdatum | 10 januari 2022 | |||
Voorganger | Rutte II | |||
Opvolger | Rutte IV | |||
Formatie | 2017 | |||
Zetelverdeling Tweede Kamer bij aanvang van het kabinet | ||||
Overzicht kabinetten | ||||
|
Het kabinet werd op 26 oktober 2017 beëdigd als opvolger van het kabinet-Rutte II, na de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 en de daaropvolgende kabinetsformatie.
Op 15 januari 2021 bood het kabinet zijn ontslag aan, twee maanden voor de Tweede Kamerverkiezingen, als reactie op een rapport over de toeslagenaffaire. Op 10 januari 2022 werd het kabinet-Rutte IV beëdigd als opvolger.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 ging de kabinetsformatie van start onder leiding van verkenner Edith Schippers. Het was direct duidelijk dat de kern van een nieuw kabinet zou worden gevormd door VVD, CDA en D66, die samen vijf zetels tekort kwamen voor meerderheid. Op 28 maart werd Schippers door de Tweede Kamer voorgedragen als informateur om verder te gaan met concrete onderhandelingen voor een kabinet van VVD–CDA–D66–GroenLinks. Op 15 mei mislukte deze formatiepoging, als gevolg van de verschillende standpunten van de partijen over asiel en migratie.
Toen op 23 mei een tweede formatiepoging, dit keer met de ChristenUnie, mislukte, stelde Schippers voor een nieuwe informateur te benoemen, Herman Tjeenk Willink. Hernieuwde gesprekken met GroenLinks leidden niet tot overeenstemming. Op 27 juni gaf de informateur in zijn eindverslag aan dat de enige mogelijkheid voor een meerderheidskabinet een kabinet was met de vier partijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Gerrit Zalm werd een dag later benoemd tot informateur. Op 9 oktober, 208 dagen na de verkiezingen, lag er een voorlopig coalitieakkoord getiteld "Vertrouwen in de toekomst" op tafel voor een nieuw te vormen kabinet-Rutte III. Op 12 oktober werd Rutte op voorstel van de vier hoofdonderhandelaars door de Tweede Kamer aangesteld als formateur. Op 25 oktober rondde Rutte zijn taken als formateur af en overhandigde hij zijn eindverslag aan Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib.[1] Een dag later werd het kabinet beëdigd.
In het regeerakoord werd afgesproken wijzigingen aan te brengen in ministeries en portefeuilles.[1] Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werd heropgericht, nadat het tussen 2010 en 2017 was ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken. Drie ministeries werden hernoemd. Het ministerie van Economische Zaken werd ministerie van Economische Zaken en Klimaat, het ministerie van Infrastructuur en Milieu werd ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie van Veiligheid en Justitie werd ministerie van Justitie en Veiligheid. Uit een rapport van de Auditdienst Rijk uit oktober 2018 bleek dat de herstructureringen en naamswijzigingen naar schatting € 31,7 miljoen hebben gekost.[2]
Verder verdween de minister zonder portefeuille voor Wonen en Rijksdienst. Nieuwe ministers waren die voor Rechtsbescherming, Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, en Medische Zorg, respectievelijk ondergebracht bij de ministeries van Justitie en Veiligheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Na een lange formatie kwam het kabinet vrij moeizaam van start. In de eerste honderd dagen werd de wet Hillen afgeschaft. Die maatregel moest stapsgewijs een eind maken aan het belastingvoordeel voor huiseigenaren die hun hypotheek volledig hebben afgelost. Ook besloot minister van Economische Zaken en Klimaat Eric Wiebes nog sneller de gaswinning bij het Groningenveld te verminderen.[3]
Vier maanden na aantreden stapte minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra op. Hij had jarenlang beweerd aanwezig te zijn geweest bij een bijeenkomst in de datsja van Russisch president Vladimir Poetin, waar Poetin gesproken zou hebben over een ambitie voor een "Groot-Rusland". Zijlstra bleek daar echter niet bij aanwezig te zijn geweest. Diens opvolger, Stef Blok, kwam hetzelfde jaar ook in opspraak, toen hij onder meer Suriname een failed state noemde.
Aangekondigd in het regeerakkoord was de afschaffing van de dividendbelasting. Vanaf het begin was dit controversieel, omdat het in geen verkiezingsprogramma had gestaan.[4] Rutte beweerde dat er geen memo's waren over de afschaffing van de dividendbelasting, maar deze bleken er wel te zijn.[5] Dit leidde tot een motie van afkeuring tegen Rutte die gesteund werd door de hele oppositie behalve SGP.[6] Uiteindelijk besloot het kabinet de afschaffing in te trekken.[4] Als alternatief werd besloten de winstbelasting te verlagen.[7]
Door de Eerste Kamerverkiezingen van 27 mei 2019 verloor het kabinet zijn meerderheid in de Eerste Kamer.[21] De coalitie ging daar van 38 naar 32 zetels.
Het kabinet leunde altijd op een krappe meerderheid van 76 zetels. Op 24 september 2019 besloot de VVD na meerdere incidenten toch Kamerlid Wybren van Haga uit de fractie te zetten.[22] Van Haga besloot door te gaan als eenmansfractie, waardoor het kabinet de meerderheid verloor.[23] Van Haga gaf wel aan het regeerakkoord te blijven steunen.[24]
Nederland kreeg in februari 2020 te maken met de coronacrisis door de COVID-19-pandemie. Op 27 februari 2020 werd de eerste besmetting in Loon op Zand geconstateerd. Het kabinet gaf het advies geen handen meer te schudden. Later kwamen er meer maatregelen bij, zoals zoveel mogelijk thuis werken en geen bijeenkomsten met meer dan honderd personen te houden. De maatregelen werden in de loop van de tijd verder aangescherpt, waarbij scholen, horeca en andere uitgaansgelegenheden hun deuren moesten sluiten.
Op 16 maart 2020 sprak minister-president Mark Rutte het land toe door middel van een radio- en televisietoespraak. De laatste keer dat een Nederlandse minister-president bij een crisis de bevolking toesprak, was in 1973 tijdens de oliecrisis.
Naar aanleiding van het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag gepresenteerd op 17 december 2020 over de toeslagenaffaire, beraadde het kabinet zich op een reactie, inclusief mogelijke politieke gevolgen. Op 10 januari 2021 kondigde GroenLinks-fractievoorzitter Jesse Klaver aan een motie van wantrouwen in te dienen tegen kabinet-Rutte III tijdens een aankomend debat op 15 januari 2021 over het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie.[25] Alle oppositiepartijen gaven aan dit te steunen of te overwegen.[26] Vlak voor dat debat besloot het kabinet na een ministerraad af te treden en demissionair door te gaan tot de geplande Tweede Kamerverkiezingen die twee maanden later zullen plaatsvinden. Daarnaast besloot minister van Economische Zaken Eric Wiebes direct op te stappen.[27]
Aangezien de val van het kabinet in de coronacrisis viel, waren er zorgen over of dit van invloed zou zijn op het corona-beleid.[28] Rutte gaf bij bekendmaking van de ontslagaanvraag aan dat de bestrijding van het coronavirus onverminderd door zou gaan.[29]
De coalitiepartijen wisten bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 met 78 zetels weer een meerderheid te behalen, een grotere dan bij de verkiezingen in 2017. Het kabinet regeerde door tot 10 januari 2022, toen het kabinet-Rutte IV geïnstalleerd werd. Door de ontslagaanbieding al twee maanden voor de verkiezingsdatum en de lengte van de daaropvolgende formatie werd een nieuw record gevestigd voor de zittingsduur van een demissionair kabinet.[30]
Aanvankelijk bestond het kabinet uit zestien ministers en acht staatssecretarissen. De VVD leverde zes ministers en drie staatssecretarissen, het CDA en D66 beide vier ministers en twee staatssecretarissen en de ChristenUnie twee ministers en één staatssecretaris. Door mutaties is dit in de loop van het kabinet gewijzigd.
Aanvankelijk waren er vier ministers zonder portefeuille. Deze worden aangegeven met "Ministers voor" in plaats van "Ministers van".
Na het ontslag van staatssecretaris Keijzer telde het kabinet elf tussentijds opgestapte kabinetsleden. Daarmee overtrof het kabinet het record van kabinet-Lubbers III.[31]
Seamless Wikipedia browsing. On steroids.
Every time you click a link to Wikipedia, Wiktionary or Wikiquote in your browser's search results, it will show the modern Wikiwand interface.
Wikiwand extension is a five stars, simple, with minimum permission required to keep your browsing private, safe and transparent.