Voorhout zou een zoon zijn van de Amsterdamse meester-klokkenmaker Cornelis Voorhout. Van 1662 tot 1664 was hij leerling van Constantijn Verhout in Gouda. In 1664 verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij tussen 1664 tot 1669 in de leer was bij Jan van Noordt. Tussen 1672 en 1675 was hij werkzaam in Friedrichstadt, Gottorf en Hamburg. Daarna vestigde hij zich opnieuw in Amsterdam. Hij trouwde met Margaretha (Grietje) Pieters Vos. In 1677 werd hun zoon Johannes geboren.[2] In 1707 verkreeg het het poorterschap van Amsterdam. Hij gaf les aan zijn zoon, die zich als zelfstandig kunstschilder vestigde, eerste in Alkmaar en later in Amsterdam. Voorhout overleed in 1717 en werd op 25 augustus van dat jaar begraven. Na het overlijden van zijn weduwe in 1723 werden de nagelaten schilderijen ten behoeve van de erfgename verkocht.
Het RKD vermeldt dat hij op 25 augustus 1717 werd begraven in Amsterdam (zie ook begraafregister). Ander bronnen noemen (voor) 1723. Op 3 februari 1723 werd zijn weduwe in Amsterdam begraven (zie ook begraafregsister)