Jan Dijker (Den Helder, 19 november 1913 – Moergestel, 20 oktober 1993) was een Nederlands kunstenaar die vooral bekend werd door zijn monumentale en kerkelijke kunst. Tot 1955 was zijn stijl figuratief, daarna in toenemende mate abstraherend.[1]
Snelle feiten Persoonsgegevens, Geboren ...
Jan Dijker |
|
Jan Dijker op Kunstacademie Tilburg rond 1970 |
Persoonsgegevens |
Geboren |
19 november 1913 |
Overleden |
20 oktober 1993 |
Nationaliteit |
Nederland |
Oriënterende gegevens |
Stijl(en) |
monumentale kunst |
|
RKD-profiel |
Website |
|
Sluiten
Dijker studeerde van 1936 tot 1941 aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam afdeling Monumentale en versierende schilderkunsten, onder leiding van prof. Heinrich Campendonk. Na de Tweede Wereldoorlog werkte hij veel samen met priester-kunstenaar Egbert Dekkers (1908-1983) vanuit villa Hoogenhuize in Moergestel waar beiden hun atelier hadden. In dit dorp bleef Dijker wonen en werken tot zijn dood in 1993.
Jan Dijker heeft in de wederopbouwperiode veel monumentale kunst in opdracht gemaakt: glaskunst, mozaïeken, sgraffiti en wandschilderingen. Daarnaast schilderde hij vrij werk. Dijker was gespecialiseerd in glaskunst. Aanvankelijk voerde hij zijn werk uit in glas in lood, later experimenteerde hij met glas-appliqué, glas in beton en glas in epoxy. Hij was van 1952 tot 1979 als docent verbonden aan de toenmalige Academie voor Beeldende Vorming te Tilburg.
In 1950 maakte Jan Dijker op uitnodiging van Willem Sandberg en de Koninklijke Marine met andere kunstenaars een zeereis op een marineschip. De kunst die op die reis werd gemaakt, is na afloop tentoongesteld in het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Centraal Museum in Utrecht. De samenwerking tussen de kunstenaars en de marine werd voortgezet en meer van dergelijke reizen volgden. Jan Dijker werd voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Zeeschilders die in dat kader werd opgericht.
Werk van Jan Dijker is onder andere te vinden in:
- Sint-Urbanuskerk te Belfeld: negen ramen, vanaf 1942;
- Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangenkerk, Ospel: negentien ramen, vanaf 1946/1947;
- Technische Hogeschool Eindhoven: vloermozaïek, 1950;
- Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Smarten- of Paterskerk te Venray: zes ramen en veertien wandschilderingen (kruisweg), 1951;
- Sacramentskerk te Tilburg: 28 ramen, vanaf 1951;
- Sacramentskerk te Breda: vijftien ramen, 1953, 1957 en 1960.[2]
- St. Franciskus Xaveriuskerk in Arendal, Noorwegen: wandschildering, 1954;
- Johannes de Doperkerk te Meerlo: zes ramen, 1955;
- Maria Reginakerk te Boxtel in samenwerking met architect Jan Strik: Litanie van Loreto, mozaïek, 1959. Herplaatst na afbraak kerk in gemeenschapshuis;[3]
- Sint-Odulphuslyceum te Tilburg: sgraffito, 1963;
- Willibrorduskerk Hilversum: glas-in-betonramen, 1963. De kerk is afgebroken;
- Sint Maartenskerk Tilburg in samenwerking met architect Jos Schijvens: twaalf glas-in-betonramen, 1964. De kerk is afgebroken in 1983;
- Katholieke Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Tilburg: betonreliëf met scherfmozaïek, 1967;
- Stationsgebouw Bergen op Zoom: mozaïek, 1971;[4]
- Gemini Ziekenhuis te Den Helder: glas-appliqué, 1981-1982;
- Museum voor vlakglas- en emaillekunst te Ravenstein: De Engel, voorstudie voor Prometheus, glas-appliqué, 1983;
- Jeroen Bosch Ziekenhuis te 's-Hertogenbosch: Prometheus, glas-appliqué, 1983.
Franciscusraam (Bemmel, 1959)
Wandschildering (1954), St. Franciskus Xaveriuskerk, Arendal
De koperen Slang (1955-1960), glas-in-lood, Sacramentskerk, Breda
Johannes de Doper (1960), glas-in-lood, Sacramentskerk, Breda
Glas-in-lood (1967), Parochiekerk H.H. Martinus en Barbara, Rossum
- Tentoonstelling van de Algemene Katholieke Kunstenaars Vereniging, ‘s-Hertogenbosch, 1950.
- Schilders ter zee, Stedelijk Museum Amsterdam en Centraal Museum Utrecht, 1951.
- Elf beeldende kunstenaars uit Brabant, Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven, 1953.
- Biennale Christlicher Kunst der Gegenwart, Salzburg 1960.
- Schilderkunst in Brabant na 1945, Nieuwe Brabantse Kunststichting, 1984/1985.
- Hommage aan Jeroen Bosch, Galerie Hüsstege ‘s-Hertogenbosch, 1985.
- Religieuze kunst na 1952 in Noord-Brabant, Museum voor Religieuze Kunst Uden, 1987.
Bronnen, noten en/of referenties
- Literatuur
- Maarten Beks, Luitgard Charpentier, Jan Dijker, Jan Dijker, vijftig jaar monumentaal, Kempen Uitgevers, 1993. ISBN 978-907-427-151-6
- Bronnen
- Jan Beerends, ‘Mozaiek van Jan Dijker’, Katholiek Bouwblad 23 (1955-1956) pp. 196-1999.
- Rats van Brabant en J. Vink, ‘Geraadpleegde bronnen der uitbeeldingen’, Katholiek Bouwblad 29 (1962), pp. 112-119.
- J. Engelman, ‘De versiering der kerken; van klassicisme tot betonkerk’, Katholiek Bouwblad 20 (1952), pp. 242-248.
- Frits Lensveld, ‘Tentoonstelling van monumentale en versierende schilderkunst in de Rijksakademie van Beeldende Kunst in Amsterdam’, Bouwkundig weekblad Architectura, 61 (1940) 51, pp. 407-410.
- Paul van de Sande, Kunst onderweg, Tilburg 1986.
- Noten
Maarten Beks, Luitgard Charpentier, Jan Dijker, Jan Dijker, vijftig jaar monumentaal, Kempen Uitgevers b.v., 1993.
Jan Brouwers, Aula Dei. 70 jaar Sacramentskerk Breda, Breda 1996;
Rats van Brabant, ‘Deuren aan twee kerken’, Katholiek Bouwblad 28 (1961), pp. 124-129
W.R.F. van Leeuwen en H. Romers, Een spoor van verbeelding. 150 Jaar monumentale kunst en decoratie aan Nederlandse stationsgebouwen, Zutphen 1988